Hoofdsruk 12 Flashcards

1
Q

2 soorten gedrag

A
  1. Reflexen - onvrijwillig gedrag, automatische reactie op stimuli
  2. Handelingen - vrijwillig gedrag, uitgevoerd met een intentie
    > dit zou niet bestaan als vrije wil niet bestaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is vrije wil

A

Het vermogen om bewust een keuze te maken terwijl je ook een andere keuze had kunnen maken

• principe van alternatieve mogelijkheden: we hadden ook iets anders kunnen doen

• principe van ultieme oorzaak: onze keus is de ultieme oorzaak van de handeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Als vrije wil bestaat, moeten 2 principes ook waar zijn

A
  1. Het principe van alternatieve mogelijkheden
  2. Het ultieme oorzaak principe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het principe van alternatieve mogelijkheden

A

Je bent enkel verantwoordelijk voor een actie, of deze actie uit vrije wil hebt uitgevoerd, als je ook iets anders had kunnen doen

Als je ervoor kiest een handeling X uit te voeren, waar ook Y of niet-X mogelijk was, heb je je vrije wil uitgeoefend en ben je moreel verantwoordelijk voor handeling X

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het ultieme oorzaak principe

A

“Als iemand uit vrije wil handelt, dan is zijn handeling veroorzaakt door zijn keuze om zo te handelen, maar zonder dat die keuze zelf weer is veroorzaakt door eerdere gebeurtenissen”

Dit volgt uit het principe van alternatieve mogelijkheden

• als je keuze om X te doen was veroorzaakt door iets anders (extern), dan had je geen andere keuze kunnen maken

> > als je keuze de ultieme oorzaak was van handeling X (je hebt er zelf voor gekozen, je bent niet gedwongen oid), dan hadden we ook een andere handeling kunnen kiezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een groot probleem voor vrije wil?

A

Determinisme

= alles is gedetermineerd: de toekomst ligt al vast en alles wat nu gebeurt, is bepaald door wat er in het verleden al is gebeurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Determinisme houdt 2 dingen in

A
  1. Het universum is opgebouwd uit materiële deeltjes
    > de toestand van alle materiële deeltjes nu + de natuurwetten maken exact 1 toekomst mogelijk
    > toekomstige toestanden van het universum zijn gedetermineerd
  2. Vrije wil bestaat niet
    > al ons gedrag is veroorzaakt door gedrag en gebeurtenissen eraan voorafgaand, en hadden we nooit iets anders kunnnen doen en is onze keuze voor een bepaalde handeling nooit de ultieme oorzaak ervan
    > handelingen bestaan niet
    > al ons gedrag is reflexmatig
    > niemand is verantwoordelijk voor zijn gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Determinisme - dualisme als uitweg (werkt niet)

A

Als de ziek niet materieel is, dan is deze ook niet onderhevig aan fysieke/natuurkundige wetten: niet gedetermineerd

• dualisme is onwetenschappelijk
• onze wil lijkt wél onderhevig te zijn aan onze fysieke opbouw

Vb: (hersenschade lijdt tot verandering in wilscontrole/ phineas gage met ijzerstamper/ schade aan premotor cortex leidt tot automatische handelingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Posities over determinisme en vrije wil (het debat)

A
  1. Hard determinisme
  2. Libertarisme
  3. Compatibilisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hard determinisme

A
  1. Determinisme is correct
  2. Incompatibilisme = determinisme is incompatibel met het bestaan van vrije wil. In een gedetermineerd universum kan vrije wil niet bestaan

Dus

  1. Vrije wil bestaat niet. Er zijn geen echte handelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Libertarisme

A
  1. Vrije wil bestaat wel. Als we een vrije keuze maken, hadden w ook anders kunnen kiezen. Onze keuze is de ultieme oorzaak van ons handelen
  2. Infompatibilisme = determinisme is incompatibel met het bestaan van vrije wil. In een gedetermineerd universum kan vrije wil niet bestaan

Dus

  1. Determinisme is INCORRECT. Echte handelingen bestaan wél
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Compatibilisme (zacht determinisme

A
  1. Determinisme is correct.
  2. Vrije wil. Echte handelingen bestaan

Dus

  1. Compatibilisme = determinisme is compatibel met het bestaan van vrije wil. We kunnen toch vrij handelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leren slide

A

Tijd 27:20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Experiment van Libet

A

“Wat is de rol van de bewuste wil in vrijwillige acties”

Hand uitsteken, zelf kiezen wanneer je vuist maken

Tijdstip meten
2. de bewuste beslissing of wil om de vuist te maken (W)
3. de start van de beweging (M)
1. het readiness potential: een elektrische golf die optreedt in het brein vooraleer een actie plaatsvindt (RP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Conclusie experiment van libet

A

• het experiment toont dat vrije wil niet bestaat: de bewuste wil speelt geen rol in ons gedrag

• het experiment toont aan hoe vrije wil werkt: als een veto-machine (we won’t)

• het experiment toont niets aan: want de actie is banaal en de meetmethode onnauwkeurig

• het experiment bevestigd louter wat we al wisten: de vrije wil is een onzinnige notie

> niet 1 positie, hangt af van interpretatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kritiek en praktische problemen van het experiment van libet

A
  1. Het meten van de wil; hoe kan dit zo precies. Het steunt op de capaciteiten van Libet zelf of het wel nauwkeurig is
  2. De banaliteit van de handeling. Het maakt ons niet uit of we een vuist maken een seconde later of niet, je denkt hier niet diep over na, je hoeft geen sterke vrije wil te hebben

Deels opgelost met replicaties. (Andere methode en andere handeling)

17
Q

Welke conclusie trekt Libet zelf van zijn experiment?

A

Vrije wil bestaat niet. Het brein beslist. (Hij is geen materialist

Libet is overtuigd dat zijn experiment niet aantoont dát vrije wil bestaat, maar hóé vrije wil precies werkt

• we zijn niet verantwoordelijk voor onze impuls, deze is onbewust
• we zijn wel verantwoordelijk als we bewust toelaten dat deze impuls leidt tot een bewuste actie

18
Q

Free won’t Libet

A

Libet ging opzoek naar een andere potentiële rol voor bewuste wil: Free won’t

We hebben de vrijheid om acties die reeds “readiness potential” hebben opgebouwd in het brein stop te zetten

• onbewust breinproces start proces voor bewuste actie > bewustzijn zegt ja/nee

“We dont have free wil, we do have free won’t”

19
Q

Libertalisten

A

Er is een vrije wil, altijd. Ze kunnen altijd een reden vinden waarom het vrije wil is

20
Q

Kritieken op de verschillende posities van het debat

Compatibilisme

A

Incoherent of herdefinieert vrije wil drastisch

Vrije wil en determinisme is onverzoenbaar. Ze zoeken vrije wil anders moeten herdefiniëren

• aan principe van alternatieven kan nooit aan voldaan worden
• ultieme oorzaak principe kan ook nooit echt waar zijn

Het debat is niet opgelost maar veranderd

21
Q

Kritieken op de verschillende posities van het debat

Libertarisme

A

Is onwetenschappelijk

• de wetenschap heeft tot nu toe voor alles wat bestaat een oorzakelijke reeks gevonden

• wat zou de ultieme oorzaak van ons handelen zijn, als het geen fysieke gebeurtenis is die de volgende gebeurtenissen dstermineert?

• magie? Een niet fysiek iets?

• libertarisme lijkt enkel mogelijk als je (onwetenschappelijk) dualisme accepteert

22
Q

Kritieken op de verschillende posities van het debat

Hard determinisme

A

Subatomisch indeterminisme en fenomenologie

  1. Kwantumfysica toont aan dat ons universum niet echt gedetermineerd is
    > op subatomisch niveau is de wereld niet gedetermineerd maar probalistisch. Alleen waarschijnlijkheid kunnen we zeggen
    > maar op persoonlijk niveau blijven we gedetermineerd
  2. Waarom voelt het dan alsof we vrije wil hebben?
    > geen sterk argument, intuïties kunnen fout zijn
    > er is een discrepantie tussen het hebben van vrije wil & het uitoefenen van deze vrije wil. Ons gevoel is dus geen bewijs dat we het hebben
23
Q

3 soorten situatie waarin mensen denken zich onvrijwillig te gedragen, maar eigenlijk hun wil uitoefenen.
• dit is nooit bij hard determinisme (die geloven niet in vrije wil)

A

• mensen die denken dat ze een medium hebben en denken dat “de geest de tafel beweegt”.

> “faraday doet test”: een tafelblad op de tafel. Niet de tafel maar het tafelblad bewoog door hun eigen handen
> mensen oefenden hun eigen wil uit zonder het te beseffen

• Jay olsen:

> hij zei dat hij mensen hun gedachte kon lezen met een machine bij getal 1-10
machine beïnvloed gedachte bij getal 1-10. “Oh ik voel het, de machine geeft me een 7
uitoefenen van vrije wil zonder te beseffen

• schizofrenie

> denken dat aliens hun acties controleren maar ze doen het zelf
> uitoefenen vrije wil zonder te beseffen
24
Q

Situaties waarin mensen denken vrijwillig te handeling, maar hun wil NIET uitoefenen

A

• kaart kiezen uit een set kaarten. Mentalisme
> zij primen de kaarten. Zij beïnvloeden je gedrag
> handelen onvrijwillig zonder te beseffen

• voetbalwedstrijd. Illusie of bijgeloof
> supporter en roepen achter de tv tegen de wedstrijd. Hierna scoort iemand. Mensen denken invloed te hebben gehad
> ze hebben geen invloed gehad. Handelen dus onvrijwillig zonder te beseffen

25
Q

Sam Harris

A

De voorbeelden zijn NIET uitzonderlijk. (Voorbeelden van denken vrij te handelen maar niet zo is en andersom)

We zijn ALTIJD verkeerd wanneer we vrije wil of agentschap aan onszelf toeschrijven. We maken een fout als we zeggen dat onze bewuste wil onze acties veroorzaak want het zijn reflexen (gedetermineerd).

26
Q

Wenger en Wheatlt

A
  1. Ons brein start het proces van bewuste actie
  2. We kennen de onderliggende breinprocessen niet, maar worden ons bewust van de geplande actie en noemen dit een intentie die we hebben
  3. De actie gebeurt na onze bewustwording van de intentie, en dus denken we foutief dat de intentie de actie was ipv het breinproces

= illusie van vrije wil

27
Q

Positief kritiek tegen hard determinisme

A

Consistent, spreekt zichzelf niet tegen en compatibel met de wetenschap

28
Q

Conclusie hard determinisme

A

Vrije wil bestaat niet

• beweren dat vrije wil wel bestaat, gaat in tegen de wetenschap

• determinisme (minstens op persoonlijk niveau) lijkt waar: we hadden nooit iets anders kunnen doen, en onze wil is nooit de ultieme oorzaak van gedrag

• al ons gedrag is onvrijwillig: handelingen bestaan niet, alleen reflexen

29
Q

Morele implicaties van (ongeloof in) vrije wel

A

Als vrije wil niet bestaat, geloof je dat niemand moreel is, maar slecht amoreel (we staan buiten de realiteit)

Handelingen staan niet, enkel reflexen, gevolgen van deterministische interacties tussen fysieke materie

Morele verantwoordelijkheid is een betekenisloos concept waar vrije wil niet bestaat
> je zal dan dus nooit moreel handelen. “Een moordenaar is hetzelfde als een vulkaan volgens hard deterministen”

30
Q

2 experimenten die aantonen dat ongeloof in vrije wil gevaarlijke gevolgen heeft: immoreel gedrag

Vos en schooler

  1. The astonishing hypotheses
A

> groep linkerkant hoofdstuk leven over vrije wil. Ze zeggen dat vrije wil een illusie is
groep rechts een ander hoofdstuk zonder vrije wil

> daarna som oplossen terwijl de computer “kapot is”, hij zal het antwoord tonen. Voorkomen door spatie indrukken. “Doe dit aub speel niet vals, maar we kunnen niet achterhalen of je spatie indrukt”

> links speelde vaker vals (vrije wil is illusie)
rechts speelde eerlijk en drukte spatie in (niks gelezen over vrije wil)

31
Q

2 experimenten die aantonen dat ongeloof in vrije wil gevaarlijke gevolgen heeft: immoreel gedrag

Vos en schooler

2.

A

> groep 1: geloof in vrije wil is in contradictie met de wetenschap dat het universum gedetermineerd is. Vrije wil speelt geen rol
groep 2: ik kan ingaan tegen de factoren van buitenaf die mijn gedrag beïnvloeden. Vrije wil speelt een rol

> daarna vragen beantwoorden en kregen geld per juist antwoord. Maar onderzoeker ging weg. Mensen konden antwoordblad inzien. Antwoorden konden niet worden gecheckt

> groep 1 (illusie) gaven zichzelf meer geld en speelde vals
groep 2 speelde eerlijk

32
Q

Hoe moeten we omgaan met de potentieel gevaarlijke kennis dat vrije wil niet bestaat?

  1. Moeten we deze kennis verspreiden of geheimhouden met oog op moreel gedrag?
A

• vrije wil illusionisme = we moeten illusie dat vrije wil bestaat in stand houden om mensen een reden te geven om moreel te handelen (Dennet)

• we moeten het nieuws verspreiden = we horen mensen er net op te wijzen dat vrije wil slechts illusie is dat ons universum en onze handelingen gedetermineerd zijn (Blackmore > positieve gevolgen: aanmoedigen armen en geestesziekten)

33
Q

Hoe moeten we omgaan met de potentieel gevaarlijke kennis dat vrije wil niet bestaat?

  1. Moeten we ophouden mensen te straffen voor immoreel gedrag(aangezien niemand verantwoordelijk is)
A

Dit kan nuttig zijn

• niet als “straf”, maar om toekomstig immoreel gedrag te ontmoedigen (angst terug naar gevangenis dus geen moord meer),

of

• om de mensen die zich buiten de gevangenis bevinden te beschermen (geen nieuwe moord)

34
Q

Hoe moeten we omgaan met de potentieel gevaarlijke kennis dat vrije wil niet bestaat?

  1. Hoe moeten we zelf omgaan met de wetenschap geen vrije wil te hebben?
A

Blackmore 3 opties

  1. Probeer dit alles gewoon te vergeten - maar hoe?
  2. Leef alsof vrije wil wel bestaat: vrije wil fictionalisme - makkelijk vanwege fenomenologie
  3. Accepteer dat vrije wil niet bestaat en dat het gevoel dat we het wel hebben slechts een illusie - maakt je een beter persoon (minder schaamte)