Hoofdstuk 6: Psychofarmaca & hormonen Flashcards
Welke routes horen bij enteraal (via spijsvertering)?
Oraal: via mond
Rectaal: via rectum
Gastrisch: via maag
Buccaal / Sublabiaal: tussen lip en tandvlees
Sublinguaal: onder de tong (hydrofiel)
Welke routes horen bij parentaal (niet via spijsvertering)?
Subcutaan: onder huid
Intramusculair: in spier
Intraveneus: in ader (hydrofiel)
Inhalatie: in longen
Transdermaal: door huid (pleisters)
Spinaal of intracraniaal: in ruggenmerg of hersenen (e.g. epiduraal of intrathecaal)
Welke drie gebieden zijn er zonder bloed-hersenbarrière?
- Afgifte van hormonen door hypofyse wordt deels beïnvloed door andere hormonen die via het bloed de hypofyse bereiken
- Area postrema (in medulla) detecteert toxische substanties die braakreflex opwekken
- Pijnappelklier moduleert dag/nacht cyclus onder invloed van hormonen
Welke dingen behoren tot catabolisatie (afbraak)?
Lever
Nieren
Ingewanden (galblaas)
Welke dingen behoren tot excretie (naar buiten werken)?
Urine
Ontlasting
Zweet
Borstvoeding
Uitgeademde lucht
Agonist
Een stof die het effect van een neurotransmitter verhoogd of nabootst
Antagonist
Een stof die het effect van een neurotransmitter tegenwerkt
Op welke 7 manieren werken agonisten/antagonisten?
- Synthesis
- Storage
- Release
- Receptor interaction
- Inactivation
- Reuptake
- Degredation
Welke 3 vormen van tolerantie (habituatie) zijn er bij psychofarmaca?
- Metabole tolerantie: verhoging van afbraakenzymen
- Cellulaire tolerantie: neurale plasticiteit
- Aangeleerde tolerantie: coping mechanismen
Wat is tolerantie (habituatie) bij psychofarmaca?
Afname van reactie op een stof na herhaaldelijke exposure
Wat is sensitisatie bij psychofarmaca?
Toename van reactie op een stof bij gelijkblijvende dosis
Welke 3 soort stoffen die een effect hebben op psychologische functies zijn er?
- Psycholeptica: inhiberen
- Psychoanaleptica: stimuleren
- Psychodysleptica: desorganiseren
Wat hoort er allemaal bij psycholeptica?
Sedativa en hypnotica (alcohol)
Anxiolytica (benzodiazepines)
Antipsychotica (chloorpromazine)
Stemmingsregulators (lithium)
Wat hoort er allemaal bij psychoanaleptica?
Antidepressiva (MAO-inhibitors, TCAs, SSRIs)
Stimulantia (amfetamine, cocaïne, cafeïne, nicotine)
Wat hoort er allemaal bij psychodysleptica?
Narcotische analgetica (morfine, heroïne)
Hallucinogenen (LSD, mescaline, marihuana)
Steroïde hormonen
Testosteron, cortisol
Gesynthetiseerd uit cholesterol in klieren
Binden aan steroïde receptoren op celmembraan of in cel
Kunnen transcriptie van genen (DNA) direct beïnvloeden
Peptide hormonen
Insuline, groeihormoon, endorfinen
Synthese door transcriptie + translatie van DNA
Binden aan metabotrope receptoren
Kunnen fysiologie van cel en transcriptie genen (DNA) indirect beïnvloeden
Homeostatische hormonen
Houden interne metabolische processen constant
Analogie: thermostaat in huiskamer
Bijvoorbeeld: insuline –> houdt glucoseniveau in bloed constant
Geslachtshormoon
Testosteron, estrogeen, progesteron
Reguleren reproductieve functies en induceren gendereffecten op ontwikkeling hersenen
Glucocorticoïden (stress hormones)
Cortisol, corticosteron
Afgegeven in reactie op stressor
–> Stressor kan positief of negatief zijn, maar brein registreert hem neutraal
Snelle respons
Hypothalamus –> zenuwimpuls
Ruggenmerg
Bijniermerg
Epinefrine (adrenaline)
Langzame respons
Hypothalamus –> CRH
Hypofyse –> ACTH
Bloedbaan
Bijnierschors
Cortisol