Hoofdstuk 12: Emotioneel & gemotiveerd gedrag Flashcards

1
Q

Innate releasing mechanisms

A

Een voorgeprogrammeerd gedragsrepertoire dat specifiek gedrag kan triggeren dat onze overlevingskansen vergroot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Preparedness

A

Het zenuwstelsel is (genetisch) gedisponeerd om bepaalde associaties wel te maken en andere juist niet
- Bijv. een rat die de andere aanvalt door een externe schok, die rat was de meest waarschijnlijke oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gemotiveerd gedrag

A

Gedrag dat een bepaald doel (lijkt) te vervullen

Belangrijkste betrokken hersengebieden:
- Hypothalamus + hypofyse
- Limbische systeem
- Frontaalkwabben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Regulerend gedrag

A

Noodzakelijk voor overleving, gereguleerd door interne stimuli (homeostatische mechanismen), gecontroleerd door hypothalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Niet-regulerend gedrag

A

Niet noodzakelijk voor overleving, sterk beïnvloed door externe stimuli (input via sensorische systemen), gecontroleerd door prefrontale cortex, limbische systeem en hypothalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De hypofyse en de hypothalamus

A

De hypofyse bevindt zich net achter het optisch chiasma. Het is een klier die hormonen afgeeft aan de bloedbaan. Hij staat onder controle van de hypothalamus (is hiermee verbonden met een ‘steeltje’)

De hypothalamus bestaat uit laterale, mediale en periventriculaire gebieden met daarin meerdere kernen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly