Hoofdstuk 6 ENG - NDL Flashcards
blue
blauw
blouse
de bloes
pants
de broek
yellow
geel
green
groen
sneakers
de gympen
jacket
de jas
dress
de jurk
the couple
het paar
purple
paars
red
rood
the shoe
de schoen
the sock
de sok
jeans
spijkerbroek, de
t-shirt
het T-shirt
black
zwart
to wear
aanhebben
dragen
de 🏦 bank 🏦
the bank 🏦
important
belangrijk
dark
donker
to jog
to run
hardlopen
clothes
de kleren
short
kort
lightblue
lichtblauw
fashion show
de modeshow
shirt
het overhemd
the suit
het pak
the cap
de pet
the police
de politie
the skirt
de rok
the tie
de stropdas
the sweater
de trui
the uniform
het uniform
blond
blond
glasses
de bril
a thing
het ding
to look
eruitzien
hair
het haar
the boy
de jongen
the class
de klas
curly
de krul
the eye
het oog
pause
de pause
guess
raden
straight
steil
appearance
het uiterlijk
to fall in love
verliefd
the recent
de bon
the hole
het gat
broken
kapot
the button
de knoop
size
de maat
the fun
het plezier
the problem
het pribleem
the zipper
de rits
to exchange
to change
ruilen
broken
stuk
voucher
de tegoedbon
to give back
teruggeven
irritating
annoying
vervelend
the boss
de baas
the neighbour man
de buurman
buurvrouw, de
