Hoofdstuk 4 Flashcards
het appartement
the apartment
de boot
the boat
het flatgebouw
the building (housing)
het rijtjeshuis
detached houses
de villa
the villa
alleen
alone
only
het bad
the bath
het balkon
the balcony
het beetje
a bit
beneden
downstairs
boven
upstairs
daarom
because
delen (v)
to share
het dorp
the village
fantastisch
fantastic ✨
het gezin
close family
groot
big
de hal
the hall
hartstikke
a lot
de kamer
the room
de kast
the closet
de keuken
the kitchen
licht
light 💡
de meter
the meter
de muziek
the music 🎶
natuurlijk
of course
het raam
the window
rustig
quiet 🤫
de slaapkamer
the bedroom
de stad
the city
het toilet
the toilet
de tuin
the garden
de verdieping
the floor
vierkante meter
the square meter
vrij klein
a bit small
kinda small
de wasmachine
the washing machine
de werkkamer
studyroom
zelfs
even
de zolder
the attic
zo’n
such a. . .
zonder
without
het aantal
the amount
bedoelen
to mean
betalen
to pay
helaas
unfortunately
helpen (v)
to help
hoog
high
de huur
huren
the rent
inschrijven
to register
jammer
a pitty
krijgen
to get
laag
low
de leeftijd
the age
misschien
maybe
perhaps
prachtig
beautiful
reageren
to react
ruim
spaceous (the space in a room)
het salaris
the salary
spijten
to regret
te koop
for sale
to sale
verder
further
verhuizen
to move(out)
verkeerd
wrong ❌
via
by
de woning
the house
zien
to look
to watch
to see
de bank
the couch 🛋️
the bank 🏦
het bed
the bed
echt waar?
for real?
erg
very
het geld
the money 💰
het idee
the idea
de kleur
the color
kussen
pillow
de meubels
the furniture
passen bij/in
to fit in
de stoel
the chair 🪑
de tafel
the table
bekijken
to see
de brief
the letter ✉️
het momentje
a moment
prima
good
spreken
to speak
vanaf
from
until
de woningbouwvereniging
housing association
arm
poor
eigen
to own
eindelijk
finally
langskomen
coming by
