Hoofdstuk 6 Cognitieve dissonantie en de behoefte om ons zelfbeeld te beschermen Flashcards
cognitieve dissonantietheorie?
het pijnlijk onaangename gevoel dat we ervaren wanneer twee cognities stijdig zijn met elkaar of met ons gedrag en deze tegenstrijdig onze zelfwaardering aantast.
3 manieren cognitieve dissonantiereductie?
- gedrag veranderen
- cognitie veranderen
- nieuwe cognitie toevoegen (zelfbevestiging)
impact bias?
de neiging om de intensiteit en duur van onze reacties op toekomstige negatieve gebeurtenissen te overschatten.
postdecision dissonance? en onomkeerbaarheidshypothese?
gebeurt als je kiest. je hersenen gaan gelijk aan de gang om dissonantie op te lossen. hoe definitiever en onomkeerbaarder een beslissing, hoe groter de behoefte om de dissonantie te reduceren.
roze bril dissonantie
mensen zien elkaar in een relatie door een roze bril en helemaal goed, maar als het uit gaat wordt hetzelfde gedrag negatief geïnterpreteerd.
Lowballing?
verkoper bied eerst iets aan voor lagere prijs en daana voor hogere, maar omdat de deal al gesloten is ben je meer geneigd om alsnog te kopen. ons brein is namelijk al aan de slag gegaan om de koop te rechtvaardigen.
zelfrechtvaardiging?
neiging om de eigen acties te rechtvaardigen om daarmee het gevoel van zelfwaardering in stand te houden.
rechtvaardiging van inspanning
de neiging om iets waar je hard voor gewerkt hebt aantrekkelijker te gaan vinden.
contra-attitude gedrag
gedrag dat strijdig is met je eigen attitudes of overtuigingen
klassiek experiment en interne/externe rechtvaardiging
experiment waarbij mensen moesten liegen voor geld en bepaalde levels van dissonantie ervaarden afhangend van hoeveel geld ze kregen.
- externe = reden buiten jezelf om dissonantie te verminderen
- interne = iets veranderen dat bij jezelf hoort om dissonantie te verminderen
contra-attitude gedrag en benjamin franklin effect
het moment dat we van gedachte veranderen om dissonantie op te lossen. benjamin franklin effect is als je mensen helpt dat je ze dan aardiger vindt.
wat is beter zware of lichte straf?
lichte, blijkt uit verboden speelgoed experiment van Aronson en Carlsmith. lichte straf zorgde het meest voor attitudeverandering.
zelfoverreding?
langdurige vorm van attitudeverandering die het gevolg is van zelfrechtvaardiging.
hypocrisie-inductie?
methode waarbij personen een stelling moeten innemen die tegen hun gedrag ingaat en die herrinert aan de inconsistentie tussen wat ze zeggen en wat ze doen, met als doel verantwoorder gedrag uit te lokken.
Zelfbevestigingstheorie?
4e manier om dissonantie te verminderen. je herrinert jezelf aan het feit dat je op dit domein een steekje laat vallen, maar dat je op andere domeinen goed bezig bent.