Hoofdstuk 2 Methodologie: hoe doen sociaal psychologen onderzoek Flashcards
waarom is sociale psychologie een problematisch wetnschappelijk veld
- het imago (hindsight bias)
- de slechte onderzoekspraktijken (fraude)
- het eerdere onethische onderzoek.
welke methoden gebruiken we nu om fraude te voorkomen?
replicaties, meta-analyse, open science (pre-registreren hypothese, open data en ope materialen).
hoe wordt onethisch onderzoek tegengegaan?
informed consent, misleiding voorkomen, deelnemers beschermen, vertrouwelijkheid (privacy), debiefing
hiervoor is IRB opgesteld.
wie was Diederik Stapel?
fraudeur van Tilburg
hoe voorkom je misleiding
informed consent; duidelijke informatie over wat proefpersoon te wachten staat
debriefing; goed uitleggen aan het eind van een onderzoek waarom je iets gedaan hebt. (deze is vooral belangrijk).
wat zijn de 3 onderzoeksmethoden?
observationele, correlationele, experimentele
definitie observationele methode?
techniek waarbij een onderzoeker mensen observeert en metingen of indrukken over hun gedrag systematisch vastlegt.
etnografie
Methode waarbij een onderzoeker probeert een groep of cultuur te begrijpen door die van binnenuit te observeren, zonder de groep zijn eigen normen en waarden op te leggen.
Voorbeeld van observationele methode
archiefanalyse
onderzoekers onderzoeken de verzamelde documentatie.
vorm van observationele methode
interbeordelaarsbetrouwbaarheid
de mate van overeenkomst tussen de resultaten van twee of meer mensen die onafhankelijk van elkaar een dataset observeren en coderen.
hoort bij observationele methode
correlationele methode?
wij kijken naar hoe 2 variabelen met elkaar samenhangen zonder er een van te beïnvloeden.
beperkingen observationele methode?
- geeft weinig “waarom” informatie
- sommig gedrag is moeilijk te observeren
Probleem met correlatie?
we kunnen nooit stellen dat de ene variabelede andere veroorzaakt. hier zijn sociaal psychologen juist in geïnteresseerd.
experimentele methode?
methode waarbij de onderzoekers proefpersonen willekeurig aan verschillende condities toewijst en ervoor zorgt dat deze condities identiek zijn, met uitzondering van de onafhankelijke variabele.
alleen hier is sprake van (on)afhankelijke variabelen.
interne validiteit?
de mate waarin je kunt concluderen dat alleen de onafhankelijke variabele van invloed is op de afhankelijke. hiervoor gebruik je randomisatie, een controle conditie en de p-waarde.