Hoofdstuk 6 Flashcards
Wat zijn psychoactieve drugs?
Stoffen die verandering teweegbrengen in stemming, gedachten of gedrag
Wat is enterale toediening van drugs?
Het gaat via de spijsvertering
Welke vormen van enterale toediening zijn er?
Oraal, rectaal, gastraal, buccaal (tussen lip en tandvlees) of sublinguaal (onder tong)
Wat is parenterale toediening?
Het gaat niet via de spijsvertering
Welke vormen van parenterale toediening zijn er?
Subcutaan, onder de huid
Intramusculair, intravenus, inhalatie, transdermaal
Intercranieel/Spinaal, direct in het CZS
Hoe effectief zijn de verschillende methodes van toediening?
Oraal is het minst effectief, inhalatie is 10x effectiever dan oraal, intraveneus is 10x effectiever dan inhalatie, direct in het CZS is 10x effectiever dan intraveneus
Welk eigenschap heeft een drugs nodig die intraveneus wordt toegediend?
Het moet oplosbaar zijn in water
Wat is de bloed-hersenbarrière?
De cellen van de bloedvaten in de hersenen zijn nauw verbonden en blokkeren de meeste stoffen
Welke stoffen kunnen de bloed-hersenbarrière passeren?
Ongeladen moleculen zoals zuurstof en koolstofdioxide
Welke 3 gebieden in de hersenen hebben geen bloed-hersenbarrière?
De hypofyse, area postrema en pijnappelklier
Wat doen de gebieden in de hersenen zonder bloed-hersenbarrière?
De hypofyse geeft hormonen af
De area postrema detecteert giftige stoffen en kan een braakreflex opwekken
De pijnappelklier reguleert de dag/nacht cyclus
Hoe worden geneesmiddelen uit het lichaam verwerkt?
Door de lever, nieren en darmen. Door het bijv. uit te zweten, plassen of ademen
Wat gebeurt er als stoffen niet uit het lichaam kunnen worden verwerkt?
Dan kunnen ze ophopen en toxisch worden
Wat is een agonist?
Een stof die het effect van een neurotransmitter verhoogt of nabootst
Wat is een antagonist?
Een stof die het effect van een neurotransmitter tegenwerkt