Hoofdstuk 1 Flashcards
Welke 2 soorten cellen zijn er?
Neuronen en gliacellen
Waardoor lopen de verbinden tussen de hersenen en het lichaam?
Via het ruggenmerg
Wat is het ruggenmerg?
Een vezelbuis die vanuit de hersenstam naar beneden loopt in de wervelkolom
Wat is het Centrale Zenuwstelsel? (CZS)
De hersenen met het ruggenmerg
Wat is het Perifere Zenuwstelsel? (PZS)
De zenuwen buiten het CZS
Wat doen de kleine hersenen/cerebellum?
Helpen bij bewust gedrag en beweging
Waar houdt de hersenstam zich vooral mee bezig?
Onbewust gedrag en vitale functies, zoals ademen
Wat is gedrag?
Meetbare en waarneembare reactie op interne/externe stimuli
Welke correlatie is er tussen de grootte van het zenuwstelsel en het gedrag?
Hoe groter het zenuwstelsel, hoe meer gedrag aangeleerd kan worden en hoe complexer het kan zijn
Wat is het verschil tussen fylogenetische en ontogenetische ontwikkeling?
Fylogenetische ontwikkeling is de ontwikkeling van een lagere diersoort in een hogere diersoort. Ontogenetische ontwikkeling is ontwikkeling van een mens uit en sperma en een eicel.
Wat is het encefalisatiequotiënt? (EQ)
De verwachtte hersengrootte (door lichaamsgewicht) vergelijken met de werkelijke hersengrootte. Hoe hoger dit verschil, hoe intelligenter het dier
Wat zijn de voorgestelde verklaringen waarom het menselijke brein zo groot is?
De leefwijze, door het leven in groepen, fruit eten en het gebruiken van vuur om te koken, waardoor er minder tijd nodig was om te eten
Efficiëntere hersenkoeling door meer bloedcirculatie in het brein
Neotenie, omdat onze hersenen eigenschappen blijven behouden van jongeren kunnen we ook blijven leren.