Hoofdstuk 5 - Mechanismes voor motivatie en emotie Flashcards

1
Q

Wat betekent motivatie? Welke term wordt vaker gebruikt? Wat betekent dat?

A

Motivatie zijn alle factoren, sommige intern sommige extern, die ervoor zorgen dat een individu zich op een bepaalde manier op een bepaald moment gaat gedragen.
Vaker gebruiken de term motiverende staat of drijfveer. Hiermee bedoelen we de interne conditie die een individu naar een bepaald doel toedrijft en die kan veranderen over de tijd en die kan afnemen en toenemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe vullen drijfveren en beloningen elkaar aan? En hoe be�nvloeden ze elkaar?

A

Drijfveren en beloningen vullen elkaar in het motiveren van doelgericht gedrag. Als een drijfveer zwak is, moet er grote beloning tegenover staan om gedrag te motiveren en vice versa.
Drijfveren en beloningen vullen elkaar niet alleen aan maar be�nvloeden elkaar ook. Een sterke drijfveer kan de aantrekkelijkheid van een bepaalde beloning vergroten. En omgekeerd kan een grote beloning een drijfveer versterken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn drijfveren of staten?

A

Drijfveren zijn hypothetische constructen omdat ze niet direct geobserveerd kunnen worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan honger, dorst, seks. In het algemeen motiveren drijfveren ons in de richting van doelen die onze overlevings- en reproductie kansen vergroten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe is het concept van homeostase gerelateerd aan dat van drijfveren? Geef een voorbeeld

A

drijfveren zoals honger en dorst of behoefte aan zout zijn een directe consequentie van homeostase omdat ze bedoeld zijn om het lichaam te voorzien van energie, vocht en zout. Dit heeft het lichaam nodig om te overleven.
Een voorbeeld is dat van een klein jongetje dat zijn ouders zover krijgen om een continu zoute dingen te eten te geven en die vervolgens in het ziekenhuis overleed doordat ze hem daar geen zout meer wilde geven. Achteraf bleek dat zijn bijnieren niet goed werkten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat betekent homeostase?

A

Homeostase is een fysiologisch proces, waarbij organismen het inwendig milieu van biochemische en biofysische processen in evenwicht houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noem je drijfveren die gerelateerd zijn aan homeostase? En hoe noem je drijfveren die niet gerelateerd zijn aan homeostase? Geef voorbeelden.

A

Drijfveren die gerelateerd zijn aan homeostase noem je regulerende drijfveren. Voorbeelden zijn honger, dorst, behoefte aan zout, zuurstof en de juiste lichaamstemperatuur.
Drijfveren die niet gerelateerd zijn aan homeostase noem je niet-regulerende drijfveren. Een voorbeeld hiervan is seks.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke vijf categorieen van drijfveren worden genoemd voor zoogdieren?

A
  1. Regulerende drijfveren
  2. Veiligheidsdrijfveren
  3. Voortplantingsdrijfveren
  4. Sociale drijfveren
  5. Educatieve drijfveren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn veiligheidsdrijfveren?

A

Drijfveren die een dier motiveren om gevaren te vermijden, ontsnappen of verslaan. Hieronder vallen onder andere angst, boosheid en slaap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn voortplantingsdrijfveren?

A

Drijfveren om nageslacht te produceren en te laten overleven. Hieronder vallen seksdrive, en de drijfveer om voor jongen te zorgen. Zeer sterk aanwezig bij zoogdieren (waaronder mensen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn sociale drijfveren?

A

Veel zoogdieren waaronder mensen hebben anderen nodig om te overleven. Hieronder vallen drijfveren voor vriendschap, acceptatie en goedkeuring door de eigen sociale groep. Zeer sterk aanwezig bij mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn educatieve drijfveren?

A

Hieronder vallen drijfveren om te spelen en te onderzoeken. Bijna alle jongen van zoogdieren gebruiken spel om vaardigheden te leren die ze helpt te overleven. Onderzoeken van nieuwe objecten en territoria geeft belangrijke informatie over de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke drijfveren lijken geen link te hebben met overleven dan wel reproduceren? Wat zijn twee mogelijke verklaringen hiervoor?

A

Drijfveren die te maken hebben met kunst, muziek, verhalen, dansen…
Twee mogelijke verklaringen zijn:
1. Kunst is een extensie van onze drijfveer om te spelen en te onderzoeken
2. Kunst spreekt mensen aan omdat het allerlei andere drijfveren aanspreekt , bijv. bij het lezen van een boek kun je je helemaal inleven in de personages en worden op die manier bepaalde drijfveren vervuld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat stelt de central state theory of drives?

A
  1. Verschillende drijfveren corresponderen met neurale activiteit in verschillende sets van neuronen in het brein
  2. Een set van neuronen waarvan de activteit de drijfveer veroorzaakt wordt een centraal drijfveer systeem genoemd of een central drive system
  3. Central drive systems voor verschillende drijfveren kunnen niet precies hetzelfde zijn maar kunnen wel overlappende systemen hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke karakteristieken moeten neuronensets hebben om als een central drive system te fungeren?

A
  1. Deze neuronensets moeten signalen ontvangen en integreren die wat zeggen over de staat van de drijfveer. Bijv. voor honger moeten de neuronensets informatie ontvangen over de hoeveelheid voedsel in de maag, aanwezigheid van eten in de omgeving, etc.
  2. Deze neuronensets moeten connecties hebben met alle neurale processen die nodig zijn om het gemotiveerde gedrag te bereiken. Ze moeten perceptuele mechanismen sturen in de richting van stimuli gerelateerd aan het doel, cognitieve mechanismen sturen om strategieen te bedenken om het doel te bereiken en motorische mechanismen sturen om de juiste bewegingen uit te voeren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat denken onderzoekers mbt de hypothalamus en drijfveren? Waarom denken ze dat?

A

Ze denken dat de hypothalamus de hub is van vele central drive systems. Ze denken dit vanwege:
1. De locatie in het midden van het brein
2. Sterke connecties met hogere delen van het brein
3. Directe connecties met zenuwen die informatie van en naar de interne organen sturen
4. Veel haarvaten en een grote gevoeligheid voor hormonen
5. Connectie met de hypofyse waarmee het de afgifte van vele hormonen controleert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

in de psychologie heeft de term beloning drie gerelateerde maar ook gescheiden, betekenissen. Wat zijn deze? Leg uit.

A
  1. Leuk vinden (like) - verwijst naar subjectieve gevoelens van genot of tevredenheid die plaatsvinden wanneer we een beloning krijgen.
  2. Willen (want) - verwijst naar de wens om een beloning te krijgen. Deze component van beloning is het sterkst gelinkt aan motivatie. Willen gebeurt voordat iemand een beloning heeft gekregen. Willen wordt vaak gemeten door te kijken naar de hoeveelheid energie die iemand wil gebruiken om een bepaalde beloning te verkrijgen.
  3. Versterking (reinforcement) - verwijst naar de effecten die beloningen hebben op het bevorderen van leren. Door de effecten op de hersenen, helpt een beloning om de herinnering aan stimuli en acties, die plaatsvonden juist voordat een beloning ontvangen werd, te versterken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wanneer je kijkt naar de verschillende componenten van beloning (liking, wanting en reinforcement), wat zijn dan de verschillen en overeenkomsten in de werking van de betrokken hersenstructuren?

A

Bij de verschillende componenten van beloning zijn telkens dezelfde hersenstructuren betrokken (medial forebrain bundle en nucleus accumbens). Uit onderzoek is echter wel gebleken dat wanting en reinforcement samenhangen met de afscheiding van dopamine in de nucleus accumbens, terwijl liking samenhangt met de afscheiding van endorfine in de nucleus accumbens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe hebben Olds en Milner belonings paden in het brein geidentificeerd?

A

Olds en Milner hebben onderzoek bij ratten gedaan waaruit naar voren is gekomen, eerst per ongeluk, dat bij stimulatie van bepaalde delen van de hersenen, ratten zich gedragen alsof ze meer van die stimulatie willen. Ze hebben ratten getest in een apparaat waarbij zijn hun eigen hersenen konden stimuleren. Ratten leerde snel dat ze dit zelf konden doen en bleven dit uur volhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de mediale voorbrein bundel en de nucleus accumbens?

A

Dit is een bundel van neuronen die cruciaal zijn voor het beloningseffect. Deze neuronen hebben hun cellichamen in nuclei in het middenbrein, en hun synaptische uiteinden in een grote nucleus in de basale ganglia, die de nucleus accumbens heet. De nucleus accumbens heeft connecties met grote delen van het limbische systeem en de hersenschors en wordt nu gezien als een cruciaal centrum voor gedragsmatige effecten van beloningen in mensen maar ook in andere zoogdieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welk bewijs is er dat de mediale voorbrein bundel en de nucleus accumbens essentiele paden zijn voor de effecten van een grote diversiteit aan beloningen?

A
  1. Onderzoek bij ratten door Olds en Milner waarbij ze electrodes in de mediale voorbrein bundel stopten en ratten deze zelf lieten bedienen. Hieruit bleek dat ratten dit uren deden.
  2. Onderzoek waarbij uit meten van de hersenactiviteit blijkt dat deze paden actief worden in allerlei situaties waarbij een individu een beloning krijgt
  3. Schade aan deze delen van het brein vernietigd alle vormen van gemotiveerd gedrag. Dieren gaan dood als ze geen water of voedsel via een buisje toegediend krijgen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welk bewijs is er dat de neurtransmitter dopamine gepaard gaat met de ‘willen’ component van beloningen?

A

Uit onderzoek blijkt dat veel neuronen van de mediale voorbrein bundel dopamine afgeven als neurotransmitter. Er is bewijs dat dopamine te maken heeft met de ‘willen’ component en niet met de ‘leuk vinden’ component. Onderzoek laat zien dat:
- Afgifte van dopamine gebeurt vlak voor het gedrag dat de beloning op gaat leveren maar niet erna bij dieren die getraind zijn in gedrag wat een beloning oplevert
- Ratten die geinjecteerd zijn met drugs die dopamine afgifte blokkeren geen moeite meer doen om beloningen te krijgen. Ze eten nog wel, hebben seks en onderzoeken nieuwe stimuli die in de directe omgeving zijn en laten ook zien dat ze het fijn vinden als ze suiker eten. Drugs die het omgekeerde doen, zorgen voor een verhoogde inzet om om eten te kijrgen maar laten niet meer genot zien bij het eten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welk bewijs is er dat de neurtransmitter endorfine gepaard gaat met de ‘leuk vinden’ component van beloningen?

A

Uit onderzoek blijkt dat sommige neuronen van de mediale voorbrein bundel endorfine afgeven als neurotransmitter. Er is bewijs dat endorfine te maken heeft met de ‘leuk vinden’ component en niet met de ‘willen component. Bewijs hiervoor is dat:
- als drugs worden geinjecteerd die endorfine receptoren activeren, dan vergroot de ‘genots’ gezichtsuitdrukking en de hoeveelheid direct aanwezig eten dat een dier eet
- Bij mensen zorgen drugs die de effectiviteit van endorfines nadeling beinvloeden voor een verminderd genot bij het eten van eten en andere beloningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn endorfines?

A

Endogene-morfine achtige stof (Endogeen betekent - in het lichaam gemaakt) die dezelfde effecten hebben als morfine en andere opiaten zoals heroine en opium. Ze zijn het best bekend om hun rol in het verminderen van pijn. Ze worden ook geassocieerd met genotservaringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe werkt dopamine bij het versterkende component van beloningen en dus bij het aanleren van gedrag?

A

Dopamine wordt afgegeven op het moment dat een onverwachte beloning wordt verkregen. Dit lijkt de associatie tussen de stimulus of reactie die voorafgaand ging aan de beloning en de beloning te versterken, mogelijk door een versterking van langetermijnpotentierings(LTP). Als deze aangeleerd zijn dan vindt de dopamine afgifte plaats in reactie op de stimulus of reactie die voorafgaat aan de beloning en niet meer na de beloning. Dit is ws zo omdat het dier dan gemotiveerd is om uit te zoeken hoe het zelf de stimulus of reactie kan veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe helpt een begrip van het beloningssysteem van het brein ons om drugsverslaving te begrijpen?

A

Drugs produceren een direct euforisch gevoel en daarnaast activeren ze de dopamine-ontvangende neuronen die verantwoordelijk zijn voor het promoten van leren. Dit zijn zeer sterke effecten, aangezien normale beloningen zoals eten, deze neuronen alleen activeren op het moment dat de beloning onverwacht is. Drugs, door hun chemische effecten, activeren deze neuronen iedere keer dat de drug gebruikt wordt. Dit kun je zien als een vorm van super-leren en het resultaat is een zeer sterk verlangen en gewoonte om drugs te gebruiken als er cues aanwezig zijn die er bij voorgaand drugsgebruik ook aanwezig waren. Vaak is te zien dat verslaafden hun plezier in drugs verliezen over tijd maar hun wil naar drugs steeds sterker wordt. Dit komt ws door drug-gerelateerde veranderingen in de hersenen die de endorfine gerelateerde genotsreactie verminderen. Het willen wordt de hoofdreden om drugs te gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe helpt een begrip van het beloningssysteem van het brein ons om gokverslaving te begrijpen?

A

Gelijkwaardig in sommige aspecten aan een drugsverslaving. Gokkers voelen een high als ze gokken en winnen. en ze voelen ontwenningsverschijnselen als ze dat niet meer gokken. Omdat bij gokken het nooit zeker is of je zal winnen, komt er bij iedere keer dat je het doet dopamine vrij, alsof het lichaam heel graag wil leren wat de cues zijn. Aangezien dit niet kan, override dit het dopamine-conserverings mechanisme (mechanisme dat dopamine productie stopt zodra de beloning voorspelbaar wordt). De herhaalde versterking door dopamine van associaties tussen payoffs en cues/gedrag voorafgaand aan each payoff resulteert in zeer sterke gewoontes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welke evolutionaire reden is er voor overgewicht?

A

Eten is een van onze grootste plezieren. Voor een groot deel van de geschiedenis was eten schaars en de moeilijkheid om eten te vinden was ws de belangrijkste barrieres om te overleven. Natuurlijk selectie heeft er daarom voor gezorgd dat wij sterke, robuuste honger machines zijn die zorgen dat we naar eten zoeken, eten wanneer het beschikbaar is en het fijn vinden om te eten. Natuurlijke selectie heeft ook verzadigingsmechanismen ingebouwd maar die zijn lang zo sterk niet omdat onbeschikbaarheid van eten een veel groter probleem was vroeger dan teveel eten. In de huidige tijd is het andersom en is er daarom zoveel overgewicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat wordt bedoeld met feedback besturing?

A

Feedback besturing is de manier waarop een regelsysteem ervoor zorgt dat een bepaalde gewenste waarde bereikt en behouden wordt, door een feedback loop te creeeren van de te regelen variabele terug naar het regelende apparaat.

Bijv. zoals een thermostaat werkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Waar zit de arcuate nucleus en hoe werkt deze als controle centrum voor eetlust?

A

De arcuate nucleus is een deel van de hypothalamus en bevindt zich in het centrum van het onderste deel ervan, vlakbij de hypofyse. Het bevat twee klassen neuronen: 1. eetlust-stimulerende neuronen 2. eetlust-inhiberende neuronen. Deze neuronen beinvloeden andere delen van het brein dmv langzaam-acterende hormonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat zijn en doen eetlust-stimuleren neuronen?

A

Eetlust-stimulerende neuronen bevinden zich in de arcuate nucleus van de hypothalamus en geven hormonen af die de volgende effecten hebben op de eetlust die minuten tot enkele uren kunnen duren: 1. hongergevoel 2. verhoogde aandacht voor voedsel gerelateerde cues 3. meer inzet bij het zoeken naar voedsel 4. verhoogd genot bij het eten van voedsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat zijn en doen eetlust-inhiberende neuronen?

A

Eetlust-inhiberende neuronen bevinden zich in de arcuate nucleus van de hypothalamus en geven hormonen af die effecten hebben op de eetlust die minuten tot enkele uren kunnen duren en tegenovergesteld zijn aan die van eetlust-stimulerende neuronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat gebeurt er in het lichaam na het eten van een grote maaltijd?

A
  1. Verhoogde lichaamstemperatuur door een verhoogd metabolisme 2. Verhoogd niveau van glucose in het bloed 3. Uitzetting van de maag en darmen doordat er voedsel in zit 4. Afgeven van hormonen door endocriene cellen in de maag en darmen. Er is bewijs dat al deze veranderingen direct of indirect invloed hebben op neuronen in de arcuate nucleus en nabijgelegen gebieden in de hypothalamus om eetlust-inhiberende neuronen te activeren en eetlust-stimulerende neuronen te onderdrukken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is PYY en wat doet het?

A

Een eetlust-onderdrukkend hormoon genaamd Peptide YY. Het wordt geproduceerd door speciale endocriene cellen in de dikke darm. Voedsel dat de darm in komt stimuleert het afgeven van PYY. Het niveau van PYY in het bloed begint bij mensen na 15 minuten te stijgen en piekt bij 60 minuten na een grote maaltijd. Er is bewijs bij knaagdieren dat het doel weefsel voor PYY de arcuate nucleus is, waar het hormoon eetlust-inhiberende neuronen activeert en eetlust-activerende neuronen onderdrukt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Welk bewijs is er dat PYY helpt om eetlust te reduceren na een maaltijd en dat onderproductie van PYY kan bijdragen aan obesitas?

A
  1. Onderzoek bij knaagdieren laat zien dat het doel weefsel voor PYY de arcuate nucleus is, waar het hormoon eetlust-inhiberende neuronen activeert en eetlust-activerende neuronen onderdrukt. 2. Injectie met extra PYY zorgt voor een verminderde consumptie van eten in de uren erna. 3. Mensen met obesitas hebben een verlaagd basisniveau van PYY en het niveau van PYY na een flinke maaltijd stijgt minder dan bij slanke mensen. Er wordt onderzoek gedaan om te kijken of PYY kan worden gebruikt als drug om eetlust te verminderen en obesitas tegen te gaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat is de rol van leptine in het controleren van gewicht en eetlust?

A

Leptine is een hormone dat wordt geproduceerd in hoeveelheden proportioneel aan de hoeveelheid vet die iemand heeft. Leptine beinvloed neuronen in de arcuate nucleus en andere delen van de hypothalamus om eetlust te onderdrukken. Hoe meer vet iemand heeft, hoe meer leptine iemand produceert, hoe minder eetlust iemand zou moeten hebben. Hier zitten echter limieten aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat voor invloed heeft voedsel op het lichaam?

A

Op de korte termijn levert voedsel de benodigde bouwstenen en energie moleculen om het lichaam te laten groeien, repareren en energie te leveren. Als er op de lange termijn continue meer energie binnenkomt dan nodig, zal het lichaam dit opslaan als vet. Vet levert een extra bron van energie in tijden dat er weinig voedsel te vinden is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Waarom is leptine geen goed medicijn tegen obesitas? Wat zou wel kunnen helpen?

A

Leptine werkt maar tot een bepaald niveau en de meeste mensen met obesitas zitten ver boven dat niveau waardoor het toedienen van extra leptine geen invloed heeft. Het lijkt erop dat mensen die overgewicht hebben chronische honger hebben juist doordat ze ongevoelig zijn (geworden) voor leptine. Een medicijn dat de gevoeligheid voor leptine vergroot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Hoe beinvloeden zintuigelijke stimuli de eetlust en waarom is dit zo?

A

Het zien of ruiken van voedsel zorgt ervoor dat we meer eetlust krijgen. Dit is logisch vanuit een evolutionair perspectief, aangezien dit ervoor zorgde dat we aten zodra we de kans kregen. Klassieke conditionering zorgt ervoor dat er een link wordt gelegd tussen een cue die voorafging aan een eerdere mogelijkheid om te eten en een hongergevoel. Er onstaan dan ook fysiologische effecten zoals extra speeksel en maagzuur. Sensory-specific satiety zorgt ervoor dat mensen die geen honger hebben na het eten van 1 type voedsel, wel weer trek hebben in een ander type voedsel. Mensen eten meer als er meerdere type voedsel worden aangeboden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Welke bewijs is er dat binnen een cultuur de verschillen in lichaamsgewicht voor het grootste deel voortkomen uit genetische verschillen maar dat tussen culturen de omgeving een grote rol speelt?

A
  1. Uit onderzoek naar verschillen in gewicht tussen geadopteerde kinderen, tweelingen en broers en zussen laat zien dat kinderen met een zelfde genetische achtergrond, hebben vaak gelijksoortig gewicht. 2. Uit onderzoek bij twee indianen stammen met dezelfde voorouders, blijkt dat de stam die in amerika woont, veel overgewicht laat zien, en de stam die in mexico woont weinig. Het verschil hierbij is het dieet.
40
Q

Wat komt voorlopig uit onderzoek naar voren mbt de impact van fructose op eetlust?

A

Een klein onderzoek laat zien dat fructose de eetlust veel minder doet dalen dan glucose en dat glucose en fructose andere delen van de hypothalamus activeerden. Het lijkt er dus op dat het lichaam niet op alle type suikers hetzelfde reageert.

41
Q

Welke factoren hebben invloed op de mate van overgewicht?

A
  1. Genen 2. Cultuur 3. Type suikers die gegeten worden 4. Hoeveel beweging 5. Voedsel van de moeder tijdens de zwangerschap.
42
Q

Welke invloed heeft het voedsel van de moeder tijdens de zwangerschap op het kind?

A

Kinderen van vrouwen met een slecht dieet tijdens de zwangerschap ontwikkelen vaker overgewicht. Deze kinderen hebben vaak een lager geboortegewicht, en laten verhoogde niveaus van leptine zien. Ze slaan meer vet op dan andere kinderen. Het lijkt erop dat het brein van deze kinderen tijdens de zwangerschap heeft gedacht dat er tijden van minder voedsel aankomen en zich daarop heeft aangepast.

43
Q

Wat is de meest effectieve manier om af te vallen en waarom?

A

Combinatie van minder eten en bewegen. Bewegen is noodzakelijk omdat je op die manier direct energie verbrandt en meer spieren krijgt, die meer calorieen verbranden dan ander weefsel.

44
Q

Is slaap een regulerende drijfveer of een niet-regulerende drijfveer?

A

Slaap opereert als een regulerende drijfveer. Hoe langer iemand niet heeft geslapen, hoe meer behoefte die persoon heeft aan slaap. Maar anders dan andere regulerende drijfveren is het onduidelijk wat de slaap drijfveer reguleert anders dan slaap zelf. Daarnaast wordt slaap niet alleen gereguleerd door de hoeveelheid slaap die iemand krijgt maar ook door de biologische klok.

45
Q

Hoe verandert de EEG van een persoon als die van alert naar relaxt naar verschillende stadia van slaap gaat? Wat gebeurt er lichamelijk?

A

Relaxte staat: EEG laat grote, regelmatige golven zien die we alfa golven noemen. Alerte staat: EEG laat kleine, onregelmatige golven zien die we beta golven noemen. 4 verschillende slaapstadia: Begint met slaapstadium 1. Dit is een korte transitiefase als een persoon net in slaap is gevallen. Slaapstadia 2 t/m 4 zijn steeds diepere stadia van slaap met een steeds groter percentage van langzame, onregelmatige golven met grote amplitude, die we delta golven noemen. Lichamelijk verlaagt bij slaap de spierspanning, hartslag, ademhaling, en de persoon wordt steeds moeilijker wakker te krijgen hoe dieper deze in slaap is.

46
Q

Wat zijn alfa golven?

A

Grote, regelmatige hersengolven, die een frequentie van ongeveer 9-13 cycli per seconden hebben. Deze worden veroorzaakt door synchroon pulseren van neuronen in de de thalamus en de hersenschors.

47
Q

Wat zijn beta golven?

A

Kleine, onregelmatige hersengolven die ontstaan als we ons concentreren of een probleem proberen op te lossen. De lage amplitude van deze golven wordt veroorzaakt doordat er zoveel neuronen niet synchroon aan elkaar vuren dat ze elkaar uitdoven.

48
Q

Wat zijn delta golven?

A

Langzame, onregelmatige golven met grote amplitude die gecontroleerd worden door neuronen in de thalamus. Deze neuronen reageren op een oscillerende manier en synchroniseren de activiteit van miljarden neuronen in de hersenschors.

49
Q

Wat is REM slaap?

A

Rapid-Eye Movement slaap - dit is het slaapstadium in een slaapcyclus waarin mensen dromen en waarbij de ogen op zeer snelle wijze van links naar rechts bewegen. De spieren zijn ontspannen maar ademhaling en hartslag versnellen, erecties komen voor, spiertrekkingen in de vingers en gezicht.

50
Q

Wat is een slaapcyclus?

A

Een cyclus van slaapstadia die begint bij stadium 1 en gaat naar 2 naar 3 naar 4 en weer terug via 3 en 2 en dan naar de REM slaap om vervolgens weer naar stadium 2 en 3 en 4 te gaan etc. Dit duurt ongeveer 90 minuten.

51
Q

Wat is non-REM slaap?

A

Alle slaapstadia behalve de REM slaap.

52
Q

Hoe verloopt de slaapcyclus zich tijdens een typische nacht?

A

Tijdens 1 nacht doorlopen de meeste mensen 4 of 5 slaapcycli. Elke cyclus duurt 90 minuten. De diepste non-REM slaap vindt plaats tijdens de eerste twee cyclussen waarna er minder tijd in de diepste slaap wordt doorgebracht (3 en 4) en meer tijd in de lichte non-REM slaap (stadium 2) en de REM slaap.

53
Q

Noem een aantal algemene kenmerken van dromen die mensen benoemen als ze uit een REM slaap worden gewekt.

A

In REM slaap heeft de dromer het gevoel dat het echt is wat hij/zij meemaakt, hoewel vaak bizar. Het gevoel dingen echt te zien en te voelen of op een andere manier waar te nemen is aanwezig. Het is meestal een (bizar) verhaal. Slaap gedachten die tijdens de non-REM slaap plaatsvinden voelen minder echt en lijkt meer op de gedachtes die we hebben gedurende de dag. Het verschil is dat slaap gedachten ineffectief zijn tov gedachtes die we overdag hebben.

54
Q

Kan een persoon nog reageren tijdens slaap?

A

Ja, uit onderzoek blijkt dat hersengolven hetzelfde zijn als mensen iets horen en het feit dat ouders vaak wel op hun kinderen reageren maar niet op andere geluiden, duidt erop dat het brein ook selectief is.

55
Q

Wat stelt de behoud- en beschermingstheorie van slaap? Welk bewijs is hiervoor?

A

Slaap werd evolutionair veroorzaakt om energie te behouden en dieren te beschermen gedurende het deel van iedere 24-uurs dag wanneer er weinig waarde was om wakker te zijn maar wel veel gevaar.

Deze theorie lijkt ondersteunt te worden doordat slaappatronen van verschillende dieren afwijken op basis van hun eetgewoonten en manieren om zichzelf veilig te houden.

56
Q

Waarom hebben mensen een slaapritme van 6-8 uur per nacht volgens de behoud en beschermingstheorie van slaap?

A

Mensen zijn visueel ingesteld en de acties die nodig zijn om te overleven voeren we het makkelijkst uit gedurende de dag, bijv. eten, vinden van voedsel, etc. Het was waarschijnlijk ‘s nachts het beste om te slapen zodat we niet rond zouden lopen en in een ravijn zouden vallen of opgegeten zouden worden door een wild dier.

57
Q

Wat stelt de lichaamherstel theorie van slaap? Welk bewijs is hiervoor?

A

Dat slaap nodig is om het lichaam te herstellen van de activiteiten die het gedurende de wakkere periode heeft gedaan en die het lichaam slijt of uitput.
Over het algemeen hebben kleinere zoogdieren meer slaap nodig dan grote zoogdieren en dit zou te maken kunnen hebben met hun hogere metabolisme. Echter, dit klopt helemaal niet voor vogels.
Het lijkt er eigenlijk op dat alle dieren iig 1 of 2 uur slaap nodig hebben om te herstellen maar dat de grote verschillen in slaap tussen dieren niet door deze theorie verklaard kunnen worden.

58
Q

Wat is een theorie over de functie van de REM slaap? Welk bewijs is hiervoor?

A

Dat de neurale activiteit tijdens de REM slaap bedoelt is om belangrijke neurale circuits te onderhouden/behouden/ beschermen. Synapsen kunnen degenereren als ze te lang niet gebruikt worden.
Het lijkt erop dat hoe langer een dier slaapt hoe meer van die slaap in REM slaap wordt doorgebracht.

59
Q

Wanneer in de ontwikkeling vindt de meeste REM-slaap plaats, waarom is dat? En wat is het verschil dan met de REM-slaap van volwassenen?

A

Als een foetus 30 dagen oud is, is deze bijna 24 uur per dag in REM slaap. Mogelijk omdat op dat moment de hersenen vollop in ontwikkeling zijn en ze in de baarmoeder zitten waar weinig input is, en ze neurale paden moeten trainen.
Op dat moment bewegen ook de verschillende lichaamsdelen bij neurale activiteit, iets wat bij volwassenen onderdrukt wordt.

60
Q

Wat is de meest plausibele theorie over de oorzaak van dromen?

A

Dat dit bijeffecten zijn van de REM-slaap. Tijdens de REM-slaap is er veel neurale activiteit en deze neurale activiteit kan zorgen voor het activeren van geheugen en emoties, waardoor er beelden en sterke gevoelens naar boven komen. (hallicunaties) Daarnaast is het brein ook nog bezig met denken, en ws zal dit denken zich bezig houden met het bedenken van een coherent verhaal mbt deze hallicunaties - dit is dan de droom.

61
Q

Betekent het feit dat dromen veroorzaakt worden door REM-slaap dan dat je uit de inhoud van dromen geen conclusies kan trekken?

A

Nee, want ook al wordt dit door random activiteit veroorzaakt, tijdens een droom bevindt iemand zich in een verzwakte mentale situatie waardoor zaken die normaal onderdrukt worden door hogere cognitieve processen, dan wel naar de voorgrond kunnen komen. Deze kunnen nuttig zijn voor psychoanalyse.

62
Q

Wat is nonsomnie?

A

Mensen die veel minder slaap nodig hebben dan gemiddeld en zich toch niet moe voelen gedurende de dag

63
Q

Wat is insomnie?

A

Slapeloosheid, mensen die een normale hoeveelheid slaap nodig hebben maar toch niet kunnen slapen ‘s nachts. Deze mensen voelen zich moe gedurende de dag als gevolg van te weinig slaap.

64
Q

Voor welke theorie over slaap is nonsomnie extra bewijs dat deze niet volledig klopt?

A

Lichaamsherstel theorie, dit is extra bewijs dat er maar een korte hoeveelheid slaap nodig is om volledig te herstellen van een dag

65
Q

Wat zijn symptomen van te weinig slaap?

A
  • Verwrongen perceptie en extreme irritatie
  • Moeilijk om wakker te blijven, met name tijdens de late avond en vroege ochtend.
  • Lagere scores op tests voor oplettendheid, creatieve denken en oordelen, met name ten tijden van grote slaperigheid, vanwege moeite om te focussen en mensen korte in slaap kunnen vallen.
66
Q

Hoe weten we dat de drijfveer van slaap door een interne klok wordt gestuurd die zelfs zonder cues kan opereren?

A

Als mensen in ‘tijd-vrije’ laboratorium omstandigheden worden neergezet, blijken ze nog steeds een slaapritme van ongeveer 24 uur aan te houden.

67
Q

Hoe heet een zich herhalende biologische verandering met een ritme van (ongeveer) 24 uur

A

Een circidiaans ritme

68
Q

Welke biologische processen hebben een circidiaans ritme en hoe werkt dit in de hersenen?

A

Slaap, lichaamstemperatuur en bepaalde hormonen.
De klok die dit ritme stuurt zit in de suprachiasmatische nucleus in de hypothalamus. Deze nucleus bevat ritme- genererende neuronen die gradueel hun activiteit (snelheid van actiepotentialen) verhogen of verlagen.

69
Q

Welk hormoon is direct gelinkt aan de circidiaanse klok en hoe werkt dat?

A

Melatonine, deze wordt afgegeven in het bloed door de pijnappelklier ongeveer 2 uur voordat iemand klaar is om te gaan slapen en blijft hoog tijdens de nacht totdat iemand klaar is om wakker te worden.

70
Q

Wat heeft effect op het circidiaanse ritme en hoe kun je dit effect gebruiken bij slapeloosheid?

A

Fel licht in de ochtend en dim licht/donker in de avond zorgt ervoor dat de slaapcyclus naar voren wordt gehaald en mensen eerder moe worden. Dit werkt ook andersom.
Dit effect kun je gebruiken bij slapeloosheid door mensen in de ochtend fel licht te laten zien, waardoor ze eerder moe worden in de avond.

71
Q

Hoe wordt verklaard dat licht zoveel impact heeft op het slaapritme van mensen?

A

Verandering in licht heeft invloed op de ritme-genererende neuronen via speciale paden van de ogen (via licht-receptoren die anders zijn dan die voor zien) naar de suprachiasmatische nucleus

72
Q

Wat is een emotie?

A

Een subjectief gevoel dat mentaal gericht is op een object. Dat object kan een persoon zijn, een organisme of een ding, ideeen en concepten en ook jezelf.

73
Q

Wat zijn zelfbewuste emoties? Voorbeelden. Hoe heten deze ook wel en waarom?

A

Emoties die afhangen van het zelfbewustzijn van een persoon, bijv. trots, schaamte, schuld, verlegenheid, jaloezie, en empathie.
Deze worden ook wel ander-bewuste emoties genoemd, omdat ze gerelateerd zijn aan de verwachtingen en meningen van andere mensen voor ons eigen gedrag.

74
Q

Wat is een affect?

A

Het gevoel dat komt kijken bij een emotie. Het zijn gevoelens die niet specifiek gericht zijn op een object.

75
Q

Wat betekent stemming?

A

Een langdurig emotioneel gevoel, dat niet specifiek gerelateerd is aan een situatie of persoon. Bijv. het gevoel van plezier/genot kan worden ervaren als de emotie van trots als het naar jezelf is gericht of de emotie van liefde als het naar een ander is gericht

76
Q

Op welke twee dimensies wordt een affect gebaseerd?

A
  1. Mate van aangenaamheid/onaangenaamheid
  2. Mate van mentale en fysieke activatie
77
Q

Geef een voorbeeld waarin emotie, affect en stemming gekoppeld zijn

A

Een gevoel (affect) van spanning, kriebels en ongelukkigheid, kan worden aangeduid als spanning (stemming) of als angst als het gericht is op een object.

78
Q

Uit welke onderdelen bestaan emoties?

A
  • Gedragsmatige uitdrukking
  • Stem en lichaamstaal
  • Cognitieve component - dezelfde fysieke activatie van het lichaam kan verschillende emoties voortellen, afhankelijk van hoe we de situatie inschatten
79
Q

Op welke manier kwam Plutchik tot zijn model dat er 8 primaire emoties zijn?

A

Door mensen te vragen om paren van standaard emotielabels te beoordelen op de mate van gelijkenis, hebben psychologen gevonden dat er veel emoties zijn die in hetzelfd mandje vallen. Een nuttig classificatie systeem is dat van Plutchik, die op deze manier kwam tot 8 primaire emoties.

80
Q

Wat is de discrete emotie theorie?

A

Het geloof dat basis emoties aangeboren zijn en dat ze geassocieerd zijn met specifieke lichamelijke en gezichts reacties. Dit is een uitbouw van de functionalistiche kijk van Darwin.

81
Q

Hoeveel emoties zijn er?

A

Oneindig veel, echter uit onderzoek is gebleken dat deze in een aantal basisemoties onderverdeeld kunnen worden, (model van Plutchik heeft er 8) en die met elkaar gecombineerd kunnen worden tot oneindig veel emoties.

82
Q

Welke basisemoties zitten in het model van Plutchik?

A

Boosheid - angst
Blijdschap - verdriet
Acceptatie - walging
Verwondering - verwachting

83
Q

Welk impliciete idee zit er achter de positieve-negatieve dimensies van emoties?

A

Dat emoties ons motiveren om naar objecten toe te gaan die ons kunnen helpen en weg te blijven of af te weren van objecten die ons belemmeren in onze inspanning om te overleven en te reproduceren.

84
Q

Wat zijn twee mogelijke doelen van emoties vanuit een evolutionair perspectief? En wat is nog een mogelijk doel dat te maken heeft met de gezichtsuitdrukking die gepaard gaat bij sommige emoties?

A
  1. Emoties zijn er en we nemen actie op basis van emoties zodat we blijven leven en reproduceren - bijv. walging zorgt ervoor dat we wegblijven van dingen die ons ziek kunnen maken
  2. Emoties helpen ons om onze intenties en behoeften aan anderen te communiceren waardoor ze ons helpen om te overleven en te reproduceren

Sommige emoties waarbij een duidelijke gezichtsuitdrukking hoort, zijn mogelijk de manier van het lichaam om met de emotionele situatie om te gaan. Bijv. bij angst gaan de ogen en de neus wijder open, waardoor mensen meer kunnen zien en ruiken, dit kan nuttig zijn in situaties die beangstigend zijn.

85
Q

Noem een aantal zelfbewuste emoties. Wat is het nut van deze emoties?

A

Trots, schaamte, schuld, jaloezie en verlegenheid.
Deze zijn van kritiek belang voor onze sociale interacties, door:
* te verbinden met anderen
* ons gedrag met andere te coordineren
* sociaal geaccepteerd te worden en te blijven
* te voorkomen dat we worden uitgebuit
Sociale interacties beinvloeden onze emoties, die op hun beurt ons gedrag beinvloeden. Onze sociale interacties zijn van kritiek belang om te overleven.

86
Q

Wat is James’ perifere feedback theorie van emotie? Klopt deze?

A

Een lichaamsreactie op een emotie-uitlokkende stimulus is automatisch, die plaatsvindt zonder bewuste gedachten of gevoelens, waarna een assessment van de eigen emotionele staat volgt, gebaseerd op de perceptie van de lichaamsstaat.
Er is veel bewijs dat deze theorie klopt, met name mensen die goed zijn in het detecteren van hun eigen interne staat, kunnen beter emoties bij zichzelf herkennen.

87
Q

Welke drie theorieen zijn er over het ontstaan van emoties?

A
  1. Gezond verstand theorie stelt: stimulus -> perceptie -> emotie -> lichaamsreactie
  2. James’ theorie van perifere feedback: stimulus -> perceptie -> lichaamsreactie -> emotie
  3. Schachter’s theorie - intensiteit van de emotionele gevoelens hangen af van de lichaamsreactie maar het type ervaren emotie hangt af van de cognitieve beoordeling van de externe stimulus of situatie.
88
Q

Wat is Schachter’s cognitie-plus-feedback theorie? Welk bewijs is hiervoor?

A

Het gevoel van een emotie hangt niet alleen af van de zintuigelijke feedback van de lichaamsreactie maar ook van de percepties en gedachtes van de persoon over de externe stimulus of situatie die de reactie heeft opgeroepen.
Specifiek:
* Het type emotie hangt af van de percepties en gedachtes mbt de stimulus of situatie
* De intensiteit van de emotie hangt af van de mate van lichaamsactivatie

Uit onderzoek blijkt dat bij mensen die adrenaline krijgen ingespoten, dit geen invloed heeft op het type emotie maar wel op de intensiteit van de emotie.
De theorie past goed in de huidige opvatting dat emoties niet alleen door gevoelens worden gedefineerd maar ook door de perceptie tav het onderwerp.

89
Q

Wat stelde Eckman mbt gezichtsuitdrukking en emoties?

A

Eckman stelde dat verschillende basis emoties zijn geassocieerd met verschillende gezichtsuitdrukkingen. Hij stelde ook dat zintuigelijke feedback van gezichtsuitdrukkingen draagt bij aan het voelen van emoties en aan het produceren van een volledige lichaamsreactie die met de emotie gepaard gaat.

Onderzoek toont aan dat mensen die bepaalde gezichtsuitdrukkingen laten zien, zich ook zo gaan voelen en daarbij ook bepaalde fysiologische reacties in het lichaam in gang zetten. De reactie van een persoon die wordt gevraagd een situatie te herleven of een persoon die wordt gevraagd haar gezicht op een bepaalde manier te vertrekken, beleven in dezelfde mate emoties.

90
Q

Wat wordt gesteld over de manier waarop het lichaam reageert en de emotie die daarbij hoort?

A

Een emotie heeft een specifiek patroon van activatie van het lichaam, dat anders is dan het patroon van activatie bij andere emoties.

91
Q

Wat is de amygdala en wat is de rol bij emoties?

A

Een cluster van nuclei die zich onder de hersenschors bevinden in het de temporaal kwab van het limbische systeem.

De amygdala ontvangt stimulus input van alle zintuigelijke systemen van het lichaam. Het voert continue, snelle beoordelingen uit van die input, en waarschuwt de rest van de hersenen en lichaam als uit de beroordeling volgt dat er een reactie nodig is.

De amygdala ontvangt input via twee routes;
1. Snelle route van de ogen naar de thalamus naar de amygdala die andere delen van de hersenen aanstuurt
2. Langzame route van de ogen naar de thalamus, naar de visuele cortex, naar de amygdala die andere delen van de hersenen aanstuurt

92
Q

Wat verklaart de vaak irrationele en onbewuste emotionele reactie op stimuli of sitauties?

A

Emotionele reacties kunnen worden gegenereerd door subcorticale paden van de thalamus direct naar de amygdala zonder eerst via het visuele centrum in de hersenschors te lopen. Hierdoor zijn deze emoties vaak onbewust en voelen ze irrationeel.

93
Q

Wat is de rol van prefrontale cortex bij emoties?

A

Essentieel voor de volledig bewuste ervaring van emoties en de mogelijkheid om op een opzettelijke en geplande manier te reageren

De prefrontale cortex ontvangt input van de amygdala over de beoordeling van de stimulus en via de de somatosensorische cortex over de staat van activatie van het lichaam.

94
Q

Wat zijn de rollen van de linker en rechter helften van de prefrontale cortex in het kader van emoties?

A

De rechter prefrontale cortex is het meest betrokken bij het wegtrekken van een stimulus die een emotie oproept. (bijv. angst en walging)
De linker prefrontale cortex is het meest betrokken bij toenadering van een stimulus die een emotie oproept. (dit zijn vaak positieve emoties, maar ook bij boosheid)

95
Q

Wat is psychische blindheid (psychic blindness)? Hoe kan dit ontstaan?

A

Ongevoeligheid voor de psychologische significantie van objecten.
Dit kan ontstaan door het weghalen van de amygdala en nabij gelegen delen van de temporale kwab van de hersenschors aan beide zijde van het brein.