Hoofdstuk 1 - Achtergrond Flashcards

1
Q

Wat zijn de drie fundamentele ideeen van de psychologie? Wat zijn de belangrijkste stromingen binnen die ideeen en van wie zijn die?

A
  1. Gedrag en mentale ervaringen hebben fysieke oorzaken die we wetenschappelijk kunnen onderzoeken -> materialisme van Thomas Hobbes
  2. De manier waarop mensen zich gedragen, denken en wat ze voelen verandert door de tijd door hun ervaringen -> Empirisme van Locke
  3. De onderdelen van het lichaam, die gedrag en mentale ervaringen produceert, is een product van evolutie via natuurlijke selectie. -> Nativisme van Kant met daarbij natuurlijke selectie van Darwin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar staat dualisme voor?

A

Mensen bestaan uit twee aparte delen die wel in verbinding met elkaar staan: het lichaam en de geest/ziel. Het lichaam is een natuurlijk ding dat onderzocht kan worden. De geest/ziel is een bovennatuurlijk ding, dat niet onderzocht kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was Descartes’ versie van dualisme? Hoe heeft dit geholpen een weg te banen voor psychologie als wetenschap?

A

Descartes zag het menselijk lichaam als een complexe machine die acties kon uitvoeren zonder dat de geest/ziel daarvoor nodig was. Dit kwam doordat hij dacht dat dieren geen ziel hadden en dus alle acties die dieren uit kunnen voeren, daar is geen ziel voor nodig. De enige essentiele eigenschap die dieren niet hebben maar mensen wel is gedachtes/denken. Hij definieerde dat als bewuste bedachtzaamheid en het vormen van oordelen. Dit was de functie van de ziel en de ziel communiceerde met het lichaam via de pijnappelklier. Op deze manier kon het lichaam bestaan in de werkelijkheid maar ook de ziel in het bovennatuurlijke en werd de weg geopend naar de moderne psychologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom was Descartes’ theorie niet geschikt voor een complete psychologie?

A

Twee redenen:
- Filosofisch is het moeilijk te verklaren hoe iets bovennatuurlijks invloed kan uitoefenen op iets werkelijks
- Op een wetenschappelijk niveau laat de theorie geen ruimte om gedachte/het denken wetenschappelijk te onderzoeken, wat in de moderne psychologie onacceptabel is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt bedoeld met materialisme? Wie was de bedenker?

A

Filosofie die stelt dat er geen ziel of geest bestaat maar dat er alleen maar energie en materie bestaat. All menselijk gedrag kan uitgelegd worden door te kijken naar het fysieke lichaam en de processen die daarin plaatsvinden, met name in het brein.

Thomas Hobbes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heeft het materialisme van Hobbes geholpen de weg vrij te maken voor psychologie als wetenschap?

A

Met het idee van Descartes over fysieke causatie van gedrag, en definitief met het materialisme van Hobbes, werd de weg vrijgemaakt voor de hedendaagse psychologie.

Met hun ideeën maakten ze een natuurwetenschappelijke benadering van gedrag, gedachten en gevoelens mogelijk. De ziel was door hun werk niet langer een ongrijpbaar, immaterieel fenomeen, maar stond in direct contact met de fysieke wereld, en werd daar – in het werk van Hobbes – letterlijk onderdeel van.

Het idee van materialisme zorgde ervoor dat er geen limitaties waren in wat wetenschappelijk onderzocht kon worden door psychologen, wat wel het geval was bij Descartes’ dualisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is reflexologie? Wie was een belangrijke aanhanger?

A

Het idee dat al het menselijk gedrag, zelfs het meest complexe, gebeurt door reflexen. Dat zelfs complexe bewuste acties complexe reflexen zijn waar hogere delen van het brein bij betrokken zijn.
I.M. Sechenov

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zorgde het begrip in de 19de eeuw van het zenuwstelsel voor inspiratie voor de reflexologie?

A

Men kwam erachter dat er twee soorten zenuwen in de ruggengraat zitten: 1 die informatie van de zintuigen naar de hersenen stuurt en een andere die de spieren vanuit de hersenen aanstuurt. Men leerde door onderzoek met dieren over neurale connecties die simpele reflexen veroorzaakten en dat sommige delen van het brein, wanneer actief, deze reflexen konden vergroten of onderdrukken. Hierdoor kwam het idee op dat alle menselijk gedrag veroorzaakt werd door reflexen, zelfs het bewuste gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe heeft de ontdekking dat specifieke delen van het brein specifieke functies hebben, bijgedragen aan het idee dat het verstand wetenschappelijk onderzocht kan worden?

A

Doordat er een link kon worden gelegd tussen gedrag/verstand en delen van het brein, betekende dit dat er een materiële basis is voor mentale processen. Die kun je dan dus ook onderzoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is frenologie?

A

Een pseudowetenschap waarbij men geloofde dat de geest bestaat uit mentale vermogens die op specifieke plekken in het brein gelocaliseerd zijn. Door het voelen van bulten op de schedel beweerde frenologen dat ze iets konden zeggen over de grootte van bepaalde delen en over de pscyhologische kenmerken van een persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is empirisme?

A

Het idee dat menselijk kennis en denken ontstaan door de zintuigelijke ervaringen. Als we machines zijn, dan zijn we machines die leren. Onze zintuigen zorgen ervoor dat we kunnen leren van de wereld om ons heen en ons gedrag daaraan kunnen aanpassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie zijn de belangrijkste aanhangers van het empirisme?

A

John Locke, David Hartley, James Mill en John Stuart Mill

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wordt bedoeld met associatie door nabijheid? En door wie werd dit concept bedacht?

A

Nabijheid refereert naar tijd en ruimte. Als een persoon twee gevoelens of stimuli tegelijk of 1 direct na de andere ervaart dan gaat de persoon die twee met elkaar associeren, zodat het denken aan 1 van die 2 zorgt dat er ook aan de andere gedacht wordt.
Dit concept hoort bij het empirisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar komen volgens empiristen complexe ideeen en gedachten vandaan?

A

Volgens empiristen raken sensaties en gedachten aan elkaar gekoppeld als ze op hetzelfde moment of direct na elkaar plaatsvinden, dit is het idee van associatie door nabijheid. Hele complexe gedachten, zoals filosofische overpeinzingen, maar ook dingen zoals een appel, worden op die manier gevormd uit een koppeling van simpele ideeen. Bij een appel bijv. combinatie van vorm, kleur, smaak, reuk, geluid als je erin bijt, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke rol speelt het idee van associatie door nabijheid in de filosofie van het empirisme?

A

Dit is het basisprincipe van hoe het verstand opereert volgens het empirisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Omschrijf de invloed van het empirisme op de studie van psychologie

A

Locke en zijn tijdgenoten ontwikkelden met het empirisme vervolgens een van de belangrijkste verklaringen voor menselijk gedrag, namelijk de omgeving die als bron van alle kennis de geest vult, het lichaam in beweging zet, en dus bepaalt welk gedrag dat lichaam vertoont. Het grootste deel van de moderne psychologie is nog altijd gebaseerd op dit idee, namelijk dat de menselijke machinerie via de zintuigen door de omgeving wordt geprikkeld en zodoende wordt aangezet tot gedrag.

17
Q

Wat is nativisme?

A

Het idee dat meest elementaire vormen van menselijke kennis en de fundamentele operationele kenmerken van het verstand, die de basis voor de menselijke natuur vormen, aangeboren zijn.

18
Q

Wie waren aanhangers van de nativistische theorie?

A

Gottfried Wilhelm von Leibniz, Immanuel Kant

19
Q

Waarom is het vermogen om te leren afhankelijk van iemands aangeboren kennis?

A

Omdat zonder die aangeboren kennis er niets te leren valt. Er moet op zijn minst waarnemen via de zintuigen, deze kunnen interpreteren en opslaan, regels kennen voor opslaan en combineren van die zintuigelijke informatie en regels voor het ophalen van die informatie.

20
Q

Hoe heeft nativisme geholpen om hedendaagse psychologie vorm te geven?

A

Met hun nativisme boden Kant, maar met name ook Darwin, de psychologie het gereedschap om te begrijpen dat de mens niet alleen kan worden beschouwd als een machine (materialisme) die wordt aangestuurd door de omgeving (empirisme), maar vooral ook dat die machine bij de geboorte al op een heel specifieke manier in elkaar zit (nativisme), waardoor sommige gedragingen en ervaringen wel mogelijk zijn of voor de hand liggen en andere niet.

21
Q

Hoe vormde Darwins theorie van natuurlijke selectie een wetenschappelijke basis om gedrag uit te leggen door de functie ervan te beschrijven?

A

De theorie van natuurlijke selectie stelt dat een persoon die gedrag vertoont dat helpt om te overleven en te reproduceren een grotere kans heeft zijn/haar genetisch materiaal door te geven aan kinderen. De specifieke functie van het gedrag waardoor het helpt om te overleven en reproduceren kan wetenschappelijk worden onderzocht.

Kijk bijv. naar het uitdrukken van emoties en intenties. Darwin stelde dat de capaciteit van het uitdrukken van emoties geerfd wordt en is geevolueerd doordat de vaardigheid om emoties en intenties uit te kunnen drukken ervoor zorgt dat mensen een grotere kans hebben om te overleven.
Hiermee gaf Darwin de psychologie een wetenschappelijke manier om naar alle aangeboren universele menselijke neigingen te kijken.

22
Q

Hoe vormde Darwins theorie van natuurlijke selectie de basis om a priori kennis te begrijpen?

A

‘a priori’ kennis is kennis die ingebouwd zit in het menselijk brein en niet aangeleerd hoeft te worden. Deze kennis was nodig voor mensen om verdere dingen te leren die nodig waren om te overleven en te reproduceren. Als mensen deze kennis niet bezaten dan overleefde of reproduceerde ze niet en zo overleefde de genen van deze mensen niet. Zo is ‘a priori’ kennis door natuurlijk selectie gegroeid tot wat het is.

23
Q

Wat beoogt de psychologie?

A

Om mentale ervaringen en gedrag te verklaren door het vinden van de oorzaken ervan.

24
Q

Wat betekent het niveau van analyse in de psychologie en welke niveaus zijn er?

A

Het niveau of type oorzakelijk proces dat wordt bestudeerd

De volgende niveau’s zijn genoemd:
1. Neuraal (brein als oorzaak)
2. fysiologisch (interne chemische functies, zoals hormonen, als oorzaak)
3. Genetisch (genen als oorzaak)
4. Evolutionair (natuurlijke selectie als oorzaak)
5. Leren (eerder ervaringen van het individu met de omgeving als oorzaak)
6. Cognitief (kennis of overtuigingen als oorzaak)
7. Sociaal (invloed van andere mensen als oorzaak)
8. Cultureel (invloed van cultuur waarin de persoon ontwikkeld als oorzaak)
9. Ontwikkeling (leeftijds gerelateerde veranderingen als oorzaak)

25
Q

Welke onderzoeksspecialiteit focust op neurale verklaringen voor gedrag en mentale ervaringen? Wat doen ze precies?

A

Gedragsneurowetenschappen
-> cognitieve neurowetenschappen, ontwikkelingsneurowetenschappen, sociale neurowetenschappen, en klinische neurowetenschappen.

Dit veld focust op het bestuderen van het zenuwstelsel om te bepalen op welke manier deze bepaalde psychologische processen veroorzaakt. (alle gedrag en mentale ervaringen komen voort uit het zenuwstelsel)

26
Q

Welke onderzoeksspecialiteit focust op fysiologische verklaringen voor gedrag en mentale ervaringen? Wat doen ze precies?

A

Biopsychologie of fysiologische psychologie
Ze bestuderen de invloed van hormonen en medicijnen op het brein en daarmee hoe deze gedrag en ervaringen veranderen.

27
Q

Welke onderzoeksspecialiteit focust op genetische verklaringen voor gedrag en mentale ervaringen? Wat doen ze precies?

A

Gedragsgenetica
Onderzoeken psychologische verschillen tussen mensen op basis van verschillen in hun genen

28
Q

Welke onderzoeksspecialiteit focust op evolutionaire verklaringen voor gedrag en mentale ervaringen? Wat doen ze precies?

A

Evolutionaire psychologie
Onderzoeksgebied dat kijkt naar de evolutionaire basis van gedrag en mentale ervaringen, hoe en waarom ontstonden deze.

29
Q

Welke psychologische gebieden kijken naar biologische verklaringen voor gedrag en mentale ervaringen?

A

Gedragsneurowetenschappen
Biopscychologie
Gedragsgenetica
Evolutionaire psychologie

30
Q

Leg het concept van seksuele jaloezie uit op basis van de verschillende psychologische gebieden die kijken naar biologische verklaringen.

A

Seksuele jaloezie zijn de emoties en het gedrag dat resulteren wanneer een persoon gelooft dat zijn of haar relatie met een (potentiele) seksuele partner wordt bedreigd door een ander.

Gedragsneurowetenschappen kijken naar de delen van het brein die betrokken zijn bij seksuele jaloezie en proberen de kennis die er al is van het brein te gebruiken om te verklaren waarom deze aangaan.

De biopsychologie kijkt bijv, naar de hormonen die betrokken zijn bij seksuele jaloezie bij vrouwen, estradiol, en wanneer, ten tijde van verhoogde vruchtbaarheid, om te verklaren dat het voortplantingsgedrag van vrouwen sterk beinvloedt wordt door hormonen.

De gedragsgenetica kijkt naar de verschillen in genen tussen mensen die snel en minder snel jaloezie vertonen, of kijkt bij eeneiige tweelingen en tweeeiige tweelingen in hoeverre jaloezie door genen beinvloedt wordt.

De evolutionaire pscychologie kijkt naar de functie van seksuele jaloezie om te overleven en voor te planten. In dit geval lijkt jaloezie als functie te hebben om lange termijn relaties te promoten en zo voortplanting van de genen veilig te stellen in dieren die lange termijn relaties aangaan, en dus ook in mensen.

31
Q

Welke onderzoeksspecialiteit focust op lerende verklaringen voor gedrag en mentale ervaringen? Wat doen ze precies?

A

Lerende psychologie of gedragspsychologie

Kijkt naar de invloed van ervaringen op het gedrag en mentale ervaringen van mensen. Alle gedrag en mentale ervaringen kan beinvloed worden door ervaringen uit het verleden waardoor mensen dingen leren.

32
Q

Welke onderzoeksspecialiteit focust op cognitieve verklaringen voor gedrag en mentale ervaringen? Wat doen ze precies?

A

Cognitieve psychologie
Kijken naar de cognities (items van mentale informatie) die liggen onder gedrag en mentale ervaringen. Cognitieve psychologen zijn geinteresseerd in het specificeren van de mentale informatie die onderliggend is aan bepaald gedrag en dit gedrag mogelijk maakt.

33
Q

Wat is het verschil tussen lerende psychologie en cognitieve psychologie? Hoe kun je dit verschil toepassen op het begrip van jaloezie?

A

Lerende psychologen kijken naar de invloed van ervaringen op gedrag en zijn niet geintereseerd in de manier waarop mentale processen hierbij komen kijken. Cognitieve psychologen kijken juist wel naar die mentale processen.

Wbt jaloezie kijkt een lerende psycholoog naar de ervaringen van een persoon en hoe deze jaloezie versterken of verminderen, en hoe mensen leren welke signalen van ontrouw hun partner afgeeft door ervaringen.
Een cognitieve psycholoog zou jaloezie definieren als een set van overtuigingen over het gedrag van de partner en een ander, over de kwetsbaarheid van de relatie en over de gepaste en ongepaste manieren om zich te gedragen.

34
Q

Welke onderzoeksspecialiteit focust op sociale verklaringen voor gedrag en mentale ervaringen? Wat doen ze precies?

A

Sociale psychologie
Begrijpen/onderzoeken van de manieren waarop de gedachtes, gedrag en gevoelens van mensen beinvloed worden door de daadwerkelijke of ingebeelde aanwezigheid van anderen.

35
Q

Welke onderzoeksspecialiteit focust op culturele verklaringen voor gedrag en mentale ervaringen? Wat doen ze precies?

A

Culturele psychologie
Begrijpen van het gedrag en mentale ervaringen van mensen door te kijken naar de cultuur, de gewoonten en overtuigingen van een sociale groep, waarin ze opgroeien/leven.

36
Q

Hoe verschillen sociale en culturele psychologie? Pas dat eens toe op seksuele jaloezie

A

Sociale psychologie kijkt naar de directe sociale invloed op individuen, waar culturele psychologie kijkt naar een gehele cultuur en de manier waarop mensen in die cultuur voelen, denken en doen.
Bij culturele psychologie wordt bij seksuele jaloezie gekeken naar de mores in die cultuur over relaties, bijv. hoe wordt er tegen monogamie aangekeken in die cultuur, hoe wordt in die context naar vrouwen en mannen gekeken.
Een sociaal psycholoog zou kijken naar de normen en overtuigingen mbt jaloezie, hoe anderen zouden reageren, eigenlijk alle invloeden op jaloezie vanuit de omgeving.

37
Q

Welke onderzoeksspecialiteit focust op ontwikkelingsverklaringen voor gedrag en mentale ervaringen? Wat doen ze precies? Pas dit toe op seksuele jaloezie.

A

Ontwikkelingspsychologie
Het verklaren van veranderingen van geboorte tot dood van enige en alle type gedrag en mentale ervaringen. Ze zijn daarbij met name geintereseerd in hoe ervaringen in eerdere stadia invloed hebben op gedrag in latere stadia.
In het geval van seksuele jaloezie zou een ontwikkelinspsycholoog kijken naar vormen van jaloezie op verschillende leeftijden. Hierbij is gevonden dat kinderen die veilige relaties hadden toen ze klein waren, ook vaak relaties hebben zonder veel jaloezie als ze ouder zijn.

38
Q

Welke onderzoeksspecialiteiten bestaan er in de psychologie die niet worden gedefinieerd door het niveau van analyse? Geef een korte beschrijving.

A

Sommige specialiteiten kijken naar het onderwerp ipv het niveau van analyse, denk bijv. aan:
* zintuigelijke psychologie - kijkt naar onze zintuigelijke vaardigheden
* perceptuele psychologie - kijkt naar ons vermogen om input vanuit de zintuigen te begrijpen en interpreteren
* Psychologie van emotie of motivatie

Andere specialiteiten kijken naar de verschillen tussen personen:
* Persoonlijkheidspsychologie - Kijkt naar normale verschillen tussen mensen - persoonlijke eigenschappen/persoonlijkheid
* Abnormale psychologie - Kijkt naar mentale stoornissen

Er is ook nog een stroming gerelateerd aan abnormale psychologie die erop gericht is om mensen te helpen: klinische psychologie (Helpt mensen met mentale stoornissen dmv behandeling, onderzoek richt zich vaak op nieuwe behandelingsmethodes.)