hoofdstuk 5: het bedrukken Flashcards

1
Q

belang bedrukken

A

goedkoper dan motieven inweven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

directe druk

A

witte textielmateriaal die is bedrukt met een tekening van 1 of meerdere kleuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

overdruk

A

stoffen die al eens bedrukt zijn en dan een nieuwe donkerdere druk krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

etsdruk

wat is witetsten?
wat is bontetsen?

A

witetsten: etsmiddel gebaseerd op natriumchloride
bontetsen: pasta etsmiddel + kleurstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

reservedruk

A

printen witte stof met bepaald motief zodat het bij volgend verven het motief niet laat aanverven (product die opnemen kleurstoffen belet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

transferdruk

A

gewenste figuren eerst in spiegelbeeld op speciaal papier afdrukken
-> papier met bedrukte kant op stof
-> stof met papier door verwarmingsapparaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

burn out

A

bedrukken adhv sterk zuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

seersucker

A

plaatselijk lijn bedrukken -> grondstof krijgt zwelling -> veranderd in krimp
adhv NaOH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

watergebaseerde inkten

A
  • in elk medium onoplosbaar
  • betere licht en wasechtheid doordat ze met bindmiddel aan vezel zijn gehecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

drukpasta watergebaseerde inkten bestaat uit

A

pigmenten en bindmiddel of kleurstoffen + blancopasta
water
verdikker: doel kleurstoffen drukbaar te maken, gewenste viscositeit bekomen
hulpmiddelen
additieven
kleurstoffen/ pigmenten
bindmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ureum

A
  • kan water absorberen
  • na drogen is alle water verdampt wat vastgehouden werd
  • zorgt onrechtstreeks voor verstopping van sjablonen te voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

fixeren kan met

A
  • verzadigde stoom
  • oververhitte stoom
  • droge hete lucht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

spoelen
doel:
bij pigmenten?

A

verwijderen niet gefixeerde kleurstof, hulpmiddelen en verdikkingsmiddelen
verdikkingsmiddel niet verwijderd & niet nawassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voordelen spoelen

A
  • vrij van PVC
  • goede greep, niet plastiekerig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

nadelen spoelen

A
  • verstopt zeefgaten
  • veel kuiswerk aan drukzeven
  • niet efficiënt op donkere achtergrond
  • fixeerproces is omslachtig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

plastisol inkten

A
  • fixeren door warmte
  • geen doordruk
  • kan transparant tot opaak
17
Q

nadelen plastisol inkten

A
  • bevat pvc & ftalaten
  • plastiekerig gevoel = ademt niet
  • mag niet gestreken worden
  • niet voor waterproof ondergronden
18
Q

voordelen plastisol inkten

A
  • verstopt zeefgaatjes niet
  • resplastisol kan hergebruikt worden
  • kort fixeerproces
19
Q

cmyk

A
  • best op witte achtergrond
  • groot aantal kleuren in dots
20
Q

discharge inkten (etsen)

vlakzeefdrukken

A

heldere print op donker katoenen tshirt
met lage mesh aanbrengen

21
Q

transferinkten
sublimatie inkten
hoe getransfereerd?
doordruk?

A

perfect voor wielerkledij
sublimeerbare dispersiekleurstoffen
transf door druk en warmte
geen doordruk

22
Q

handdruk

A

ambachtelijke methode

23
Q

roldruk

A

koperen rollen om kleur aan te brengen -> gegraveerd (maakt het duur)

24
Q

zeefdruk 2 soorten

A

continu : rotatiezeefdruk
discontinue : vlakzeefdruk

25
Q

vlakzeefdruk

A
  • water gebaseerde inkt
  • eerst helemaal voorbehandelen
  • op transportband met coating lijm tegen beweging
  • 1ste raam : grondlaag
  • 2de raam: cirkels
26
Q

voordelen vlakzeefdrukken

A

kan zo groot als je wilt

27
Q

nadelen vlakzeefdrukken

A
  • discontinu: niet goed voor grote partijen
  • kaders aanmaken = duur
  • grote machine
28
Q

rotatiezeefdruk

A
  • enkel voor volledige doeken
  • geen plastisol
  • cilindrische sjablonen
  • pigmenten/ kleurstoffen aangebracht in cilinder
  • klein motief
29
Q

2 manieren voor het maken van een sjabloon met vlakzeefdruk

A
  • fotografisch: figuur gecreëerd door lichtgevoelige lak
  • laseren: ecologischer
30
Q

maken van sjablonen met transferdruk, verschillende opties:

A
  • plastisol zeefdrukken op papier
  • sublimatie inkten zeefdrukken op papier
  • sublimatie inkten digitaal printen op papier
  • bedrukking transfereren naar textielmateriaal
31
Q

discontinue transferdruk

A
  • vinyl transfer
  • sublimeerbare dispersie kleurstoffen: grondstof hoog gehalte polyester
32
Q

continue transferdruk

A
  • witte/ lichtgekleurde textielsubstraten met hoog gehalte pes
  • geen nabehandeling
  • dpp machine
  • artwork op papier in spiegelbeeld geprint
33
Q

semi- continue transferdruk

A
  • geprint voor geconfectioneerd
  • print in spiegelbeeld op papier