hoofdstuk 1: algemene begrippen textielchemie Flashcards

1
Q

doel finishen?

A
  • kledingstuk mooier maken
  • extra functie geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is er negatief aan waterverbruik?

A
  • veel reststoffen van chemicaliën in water = moet gezuiverd worden
  • duur & schaars
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

veel gebruikt in textielindustrie als:

A

oplosmiddel voor chemische stoffen

detergenten, verzachters, enzymes,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

textielbedrijven gebruiken:

A

voorbehandeld water

zuiveren en dan lozen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

water bevat:

A
  • ijzer (Fe)
  • calcium (Ca)
  • magnesium (Mg)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

leidingwater bevat kalk, wat is hier slecht aan?

A

kalk werkt isolerend, dit is slecht voor de warmteoverdracht van de verwarmingselementen

bv: weerstand verfmachines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hard water: (5)

A
  • meer detergenten nodig bij reinigen
  • geen schuim
  • kalkzeep zet zich af op wasgoed = grauw & stugge was
  • veel energie = hoge kosten
  • tast levensduur elektrische machines aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zacht water

A
  • zacht
  • schuimt snel
  • minder energie nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is gedeminaliseerd water?

A

onhard water = ontdaan van Mg en Ca ionen -> door wasverzachters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wasverzachters werken volgens: principe? + verandering water naar?

A

principe van ionenwisseling
water veranderd in zoutwater mbv harsfilter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

stappen wasverzachter:

A
  1. hard water stroom binnen door wasverzachter
  2. kalkdeeltjes blijven achter in harsfilter
  3. doorgestroomd water = zacht
  4. regeneratie: harsfilter wordt gespoeld met zoutoplossing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gedestilleerd water:

nadelen gedestilleerd water:

A

zuiver water bekomen door koken en laten condenseren

energie nodig = duurder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

max ijzer in water?

A

0.1 mg/ l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gevolgen ijzercontaminatie?

A
  • roestvorming textiel na bleekproces
  • vergeling op ecru weefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

indien men een wit textielsubstraat wenst:

A
  • complexeermiddelen toevoegen -> houdt ionen vast en zorgt ervoor dat metaalionen niet reageren met andere stoffen

in elke bewerking complexeermiddel toevoegen + gebruik maken van onthard water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

negatief geladen deeltjes
positief geladen deeltjes

A
  • anionen
  • kationen
17
Q

zuren

dissociatie

typisch kation?

A

wanneer zuren in water oplossen = opsplitsen in ionen

H+

18
Q

voorbeelden zuren:

A

zoutzuur: HCI -> H+ + CI-
mierezuur: HCOOH -> h+ + HCOO-
zwavelzuur: H2SO4 -> 2H+ = SO42-
azijnzuur: CH3COOH -> H+ + CH3COO-

19
Q

opsplitsen zuren: sterke en zwakke zuren

A
  • sterke zuren: volledig opgesplitst in ionen
  • zwakke zuren: gedeeltelijk opgesplitst in ionen
20
Q

alkaliën: oplossen zwakke en sterke?

natriumhydroxide: wat doet het?

A

sterke: lossen volledig op -> NaOH
zwakke: lossen gedeeltelijk op -> NH4OH

zwelt & ontvet katoen -> nodig voor opname kleurstof

21
Q

PH

waarom zuurtegraad meten?

zuurtegraad:

A

moet gemeten worden om bepaalde chemische reacties te laten gebeuren zoals: alkalische extractie, bleken, verven

geeft indicatie van hoeveelheid H+ ionen in een oplossing zitten

22
Q

meting PH -> welke hulpmiddelen

A
  • indicatorpapier = verkleurt in functie van zuurtegraad -> niet nauwkeurig
  • elektronische PH meter -> nauwkeuriger
23
Q

oppervlaktespanning

A

oppervlaktespanning hangt af van temperatuur: hoge temperatuur -> oppspanning daalt -> water dringt beter in textiel
= voorkeur warm wassen

tensiden, tensio- actieven of opp- actieve stoffen wijzigen oppspanning

24
Q

detergenten

in water oplosbare zeepmolecule

A

zeepmolecule heeft en polaire kop met apolaire staart -> zorgt voor ideale overgang tussen water & vet
staart dringt vuildeeltje binnen

polair = hydrofiel -> trekt water aan - apolair = hydrofoob

25
Q

toevoeging detergent aan water:

A

bevochtigend vermogen water neemt toe waardoor synthetische zeep in textielvezel dringt

26
Q

waarom wordt een natmaker aan een oplossing toegevoegd?

A

natmaker vormt een brug tussen textielsubstraat & water = maakt textielsubstraat toegankelijk voor water
brug laat toe dat:
- water in weefsel kan indringen
- chemicaliën in water in textielsubstraat kan dringen

27
Q

optische witmakers

= azureermiddel

A

kleurloze chemicaliën die UV stralen absorberen & reflecteren in zichtbaar lichtspectrum

28
Q

enzymes
wat doen ze?

A
  • werken als bio- katalysator
  • kleine hoeveelheid enzymes bespaart grote hoeveelheden energie & chemicaliën