hoofdstuk 2: het voorbehandelen Flashcards

1
Q

doel voorbehandelen:

A

textielmateriaal geschikt maken voor de volgende stappen in het veredelingsproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

doelstellingen voorbehandelen (4)

textielmateriaal moet:

A
  • zuiver zijn -> ontdoen vetten, natuurlijke onzuiverheden, …
  • uniform hydrofiel zijn -> ontdoen vetten & caticula (kan anders geen water opnemen)
  • affiniteit vertonen voor kleurstoffen en finishes
  • spanningsloos zijn = vooraf gekrompen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verlagen milieu impact: twee methodes

A
  • procesoptimalisatie: bepaalde bewerkingen laten gebeuren in hetzelfde bad
  • enzyme technologie: ipv grote hoeveelheden chemicaliën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

doel zengen
gebeurt op?

A

zuiver en glad oppervlakte = maakt andere bewerkingen makkelijker

op weefsels en breisels uit vezelgarens, moet voor bleken gebeuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

doelen gaszengmachine

A
  • frosting en pilling vermijden
  • scherpe drukmotieven zijn mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

doel ontsterken
waarom noodzakelijk?

A

textiel hydrofiel maken door sterkmiddel te verwijderen

noodzakelijk om achteraf te kunnen verven, bleken of bedrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 mogelijkheden ontsterken

A
  • wasproces op hoge temperatuur
  • enzymatisch
  • oxidatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

doel alkalisch extractie/ kierkoken

A

hydrofiel maken door cuticula te verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kierkoken: gebeurt in?

A
  • alkalisch milieu
  • hoge temp in autoclaaf
  • neutraliseren
  • hulpmiddelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bioscouring: enzymatisch
eindresultaat:

A

pectinazen aanbrengen die cuticula bindt aan primaire wand bij milde PH en lage temperatuur

textiel behoudt achteraf zachtheid & is mooier te verven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

resultaat na extractie/ kierkoken:

A

hydrofiel substraat met verhoogde witheidsgraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

volbleek
halfbleek

A

volbleek: voor volledig wit/ pastel of heldere kleuren
halfbleek: lager concentratie bleek voor donkere kleuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 soorten bleekmiddel

A

waterstofperoxide: enzymatisch splitsen tussen water & zuurstof in afvalwater
natriumhypocloriet: beste voor wit maar bevat kleur = milieu- onvriendelijk
natriumchloriet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

merceriseren

A

zorgt voor een wasechte glans die niet verdwijnt tijdens wassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

trends voor een lager milieu impact

enzymen- technologie

A
  • lager energieverbruik
  • snellere processen
  • lager water verbruik
  • minder chemicaliën

kleine hoeveelheid enzyme bespaart grote hoeveelheid chemicaliën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gecombineerde methodes

voorwaarde?

A
  • bleekreinigen + verven in 1 bad
  • verven & biopolishing
  • bioscouring (wegnemen vet) + biopolishing (zengen)
  • enzymatisch ontsteken + bioscouring

enzymen die actief zijn binnen dezelfde temp & Ph range

17
Q

wassen ruwe wol
waarom?
met wat?
recuperatie van?
nadelen:

A
  • verwijderen van contaminaties (zweetzouten, zand, vuil, insecten, wolvet)
  • water + zeep + surfactanten
  • uitzonderlijke solventen om wolvet te verwijderen
  • spoelen & ph corrigeren
  • recuperatie lanoline
  • duurt lang & veel water nodig, afvalwater heeft veel contaminanten die moeten verwijderd worden voor geloosd wordt
18
Q

carboniseren wol
doel?

A

doel: plantenresten verwijderen adhv een sterk zuur

19
Q

wassen wol
doel?
veredelen?
perchloorethyleen?

A

doel: spinoliën/ wolvet/ vlekken verwijderen -> veredelen toegelaten -> gedaan in warm water met detergenten

perchloorethyleen -> erg bevlekt met olie

20
Q

vollen wol
gebeurt onder invloed van?
kan ook op?
wat te doen na vollen:

resultaat

A

vervilten gebeurt onder invloed water, warmte, alkalisch milieu & wrijving
kan ook op ruwe grondstof
na vollen = wolsubstraat wassen

dichtgesloten doek -> weefsels zwaarder & beter warmte- iso

21
Q

bleken wol:
met? witheidsgraad? gebruik van chloor? waarom bleken?

A

bleken gebeurt met h2o2
voor de witheidsgraad voegt men hydrosulfiet toe
geen chloor: breekt schubben wol af
wol moet gebleekt zijn om te kunnen kleuren

22
Q

ontbasten zijde:
doel? waarop uitgevoerd? welke opties?

A

doel: glans, witheidsgraad, soepelheid en kleurstofaffiniteiten verhogen
wordt uitgevoerd op weefsel, niet op vezel omdat men siricine nodig heeft om te weven
opties:
- niet ontbaste zijde
- soepele zijde
- volledig ontbaste zijde

23
Q

verzwaren + nadeel

A

tinzouten laten binden met fibroïneketens
nadeel: verlies sterkte grondstof

24
Q

wassen synthetische vezels
doel?
hoe wast men?

A
  • verwijderen spinoliën en sterkmiddel
  • alkalisch milieu, met surfactanten en complexeermiddelen
25
Q

thermofixering
gebeurt op?

A
  • krimpvrij maken
  • kreukvrij maken
  • gebeurd bij spanraam