Hoofdstuk 5: Drugs in de hersenen Flashcards

1
Q

Werkingsmechanismen drugs

A

1) De neurotransmitter uitstoot wordt vergroot of geremd ( speed)

2) De afbraak van neurotransmitters wordt tegengehouden ( speed)

3) De terugkeer naar het axon door de transporter wordt tegengehouden ( cocaïne)

4) De neurotransmitters worden geïmiteerd ( cannabis)

5) De werking van de receptor wordt geblokkeerd ( ketamine)

6) De functie van de receptor wordt veranderd ( alcohol)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verslavingsmodellen

A

1) Morele model
= De zwakke wil en morele zwakte van de mens veroorzaakt de verslaving

2) Farmacologisch model
= De drug veroorzaakt de verslaving → zorgt ervoor dat mensen steeds meer moeten gebruiken, onthoudingsverschijnselen en uiteindelijk verslaafd raken

3) Psychiatrisch model
= Onderliggende stoornis veroorzaakt verslaving

4) Medisch model
= Lichamelijke overgevoeligheid veroorzaakt verslaving

5Gedragsmodel
= Positieve effecten van de drug veroorzaken verslaving → nemen van drugs wordt beloond door aangename gevoel

6) Biopsychosociaal model
= Lichamelijke en psychische redenen met de sociale omstandigheden veroorzaken verslaving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hersenziekte model

A

Volgende hersengebieden zijn belangrijk
- Beloningscentrum
- Hersengebieden die rol spelen bij onder controle houden van impulsen
- Hersengebieden die geheugen beïnvloeden
- Hersengebieden die een rol spelen bij het ontstaan van trek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cocaïne in hersenen

A

Bind zich aan transporter van Dopamine en noradrenaline waardoor dit langer in de synaptische spleet blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly