Hoofdstuk 2: Evolutie en menselijk gedrag Flashcards
Basisprincipes van de evolutie
1) Natuurlijke selectie
= Enkel degene met eigenschappen die goed aansluiten bij de omgeving overleven
2) Genetische variatie
= individuele verschillen die erfelijk zijn
3) Adaptatie aan omgeving
= je moet je continu kunnen aanpassen aan de omgeving
Survival of the fittes
= enkel de meest aangepaste overleeft
Struggle for life
= sommige eigenschappen zorgen ervoor dat je niet genoeg aangepast bent.
Zoogdieren en polygamie
Groeien sneller op dus kunnen sneller naar een nieuwe partner gaan
Mensen en monogamie
Opgroeien duurt langer waardoor je dus langer bij elkaar moet bijven
Evolutie als dikmaker
Vroeger
= wat gegeten werd dat werd verbrand, voor dat de maaltijd volledig klaar was had je al verzadigingsgevoel
Nu
= je energieopname is groter als het verbruik. Je hebt minder snel een verzadigingsgevoel
Pijn als evolutionaire zin
Pijn geeft een signaal dat er iets fout is. Je gaat dus ingrijpen wat je kans op overleven verhoogt.
Groepsmotivatie
Vroeger moesten ze ook een onderscheid maken tussen vreemden en eigen groep.
Nu handelen we dus zoals de groep handelt.