Hoofdstuk 2: Evolutie en menselijk gedrag Flashcards

1
Q

Basisprincipes van de evolutie

A

1) Natuurlijke selectie
= Enkel degene met eigenschappen die goed aansluiten bij de omgeving overleven

2) Genetische variatie
= individuele verschillen die erfelijk zijn

3) Adaptatie aan omgeving
= je moet je continu kunnen aanpassen aan de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Survival of the fittes

A

= enkel de meest aangepaste overleeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Struggle for life

A

= sommige eigenschappen zorgen ervoor dat je niet genoeg aangepast bent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zoogdieren en polygamie

A

Groeien sneller op dus kunnen sneller naar een nieuwe partner gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mensen en monogamie

A

Opgroeien duurt langer waardoor je dus langer bij elkaar moet bijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Evolutie als dikmaker

A

Vroeger
= wat gegeten werd dat werd verbrand, voor dat de maaltijd volledig klaar was had je al verzadigingsgevoel

Nu
= je energieopname is groter als het verbruik. Je hebt minder snel een verzadigingsgevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pijn als evolutionaire zin

A

Pijn geeft een signaal dat er iets fout is. Je gaat dus ingrijpen wat je kans op overleven verhoogt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Groepsmotivatie

A

Vroeger moesten ze ook een onderscheid maken tussen vreemden en eigen groep.

Nu handelen we dus zoals de groep handelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly