hoofdstuk 5: aantrekkingskracht en hechte relaties Flashcards

1
Q

Waaruit bestaat sociale ondersteuning?

A

Emotionele steun en instrumentele steun.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke manier heeft sociale steun een positieve invloed op de gezondheid?

A

Het moedigt mensen aan om voor zichzelf te zorgen en het buffert directe stressniveaus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat kan er geconcludeerd worden uit de fMRI studie van Coan over de buffering van directe stress niveaus?

A

Uit het experiment is gebleken dat een hand vasthouden tijdens het krijgen van een elektrische shock stress vermindert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is de Cohen-Hobermen Inventarisatie van fysieke symptomen gerelateerd aan psychologische metingen?

A

Neen, enkel aan fysieke zoals rugpijn, duizeligheid, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt het ball-tossing game in?

A

Deelnemer in wachtkamer met 2 andere mensen die ook “wachten op een aankomend experiment”
Tijdens het wachten pakt 1 een bal en begint de bal te gooien naar de andere deelnemer maar de echte participant wordt uitgesloten.

Hij voelt onmiddellijk aversieve reacties: negatieve emoties, laag zelfbeeld, verlies van controle, sterke fysiologische opwinding, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is cyberball?

A

De online versie van ball-tossing game.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de fundamentele behoefte om erbij te horen?

A

De intrinsieke motivatie om met anderen om te gaan en sociaal geaccepteerd te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Van wie is de hechtingstheorie?

A

Bowlby (1982)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt de hechtingstheorie in?

A

Pasgeborenen hebben een aangeboren hechting systeem van lachen en huilen wat leidt tot meer overleving. Mensen ontwikkelen verschillende hechtingsstijlen op basis van de interactie die ze hebben met de primaire verzorger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 3 hechtingsstijlen zijn er? (Hazan en Shaver)

A

1) Veilige hechting
2) vermijdende hechting (onzeker hechting)
3) ambivalente/angstige hechting (onzeker hechting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 2 dimensies zijn er volgens Shaver en Mikulincer (2009)

A

1: het vermijden van intimiteit met andere mensen
2: angst om verlaten te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 4 verschillende soorten hechting kan je hebben volgens de dimensies van Shaver en Mikulincer?

A

Veilige hechting
Angstige hechting
Preoccupied
Dismissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kan je hechtingsstijl veranderen?

A

Ja, doordat mensen je een veilig gevoel geven. (maar meestal vrij stabiel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het ‘what is beautiful is good’ stereotiep?

A

We gaan ervan uit dat aantrekkelijke mensen leuke persoonlijkheden hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is er een correlatie tussen aantrekkelijkheid en IQ?

A

Neen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de evolutionaire verklaring voor het ‘ what is beautiful is good’ stereotiep?

A

Seksuele selectietheorie: goede genen.
Aantrekkelijkheid en gezondheidsaanname (Weeden en Sabini): mensen gaan ervan uit dat aantrekkelijke mensen gezonder zijn.

17
Q

Wat zijn de 3 belangrijke factoren die bijdragen aan wie we leuk vinden en wie niet?

A

1) nabijheid
2) bekendheid - familiar
3) gelijkenis

18
Q

Wat houdt nabijheid in?

A

Fysiek dichtbij zijn, het stelt mensen in staat om anderen te leren kennen, ontmoeten en communiceren en zo ontstaat er een grotere onderlinge afhankelijkheid van elkaar.

19
Q

Wat houdt bekendheid in?

A

Mere exposure effect: hoe meer we worden blootgesteld aan een stimulus, hoe leuker we het vinden.

20
Q

Wat zijn de beperkingen van het Mere Exposure effect?

A

1) als we iemand in de eerste plaats niet leuk vinden, dan verhoogt herhaalde blootstelling alleen maar het negatieve effect
2) frequentie van de blootstelling: te veel van het goede effect

21
Q

Wat houdt gelijkenis in?

A

Gelijkenis-aantrekkingseffect: anderen leuk vinden die op ons lijken of die we als vergelijkbaar met onszelf beschouwen.

22
Q

Wat is het sluitingstijdseffect?

A

Mensen worden mooier bij sluitingstijd. Barbedienden beoordelen mensen van het andere geslacht als aantrekkelijker naarmate het later in de nacht wordt.

23
Q

Wat is de driehoekstheorie van Sternberg?

A

Intimiteit + passie + commitment = volmaakte liefde

24
Q

Wat is de Equity theorie van Adams?

A

Grootste tevredenheid bij mensen wanneer er een goede balans tussen kosten en baten.

25
Q

Wat is het investment model van Rusbult? (1983)

A

Stabiliteit van de relatie hangt af van toewijding, die afhankelijk is van:
- Hoge tevredenheid
- Lage kwaliteit van alternatieven
- Hoge investeringen

26
Q

Wat verbetert het functioneren van een relatie?

A
  • vergiffenis
  • bereidheid tot opoffering
  • engagement
27
Q

Wat is het zelfexpansiemodel?

A

Dat is gebaseerd op 2 principes:
1) Mensen hebben een fundamentele motivatie/behoefte aan zelfontplooiing, d.w.z. om hun zelfeffectiviteit
2) Mensen bereiken vaak zelfexpansie door hechte relaties die de “inclusie van de ander in het zelf” mogelijk maken

28
Q

Welke soorten relaties zijn er?

A
  • ruilen
  • gemeenschappelijk
  • horizontaal
  • verticaal
  • vrijwillig
  • onvrijwillig
29
Q

Wat zijn de functies van vriendschappen volgens Mendelson en Aboud?

A
  • gezelschap stimuleren samen leuke dingen te doen
  • Hulp bij het geven van steun en begeleiding
  • Intimiteit openstaan voor disclosure, responsiviteit
  • Betrouwbare alliantie die loyaal is
  • Zelfvalidatie die de vriend ondersteunt bij het handhaven van een positief zelfbeeld
  • Emotionele veiligheid die veiligheid en comfort biedt in nieuwe of bedreigende situaties
30
Q

Wat houdt wederkerigheid in zelfonthulling in?

A

De neiging van mensen om het niveau van zelfonthulling te evenaren

31
Q

Wat is het sociaal penetratiemodel?

A

Naarmate relaties zich ontwikkelen, gaat zelfonthulling van oppervlakkige naar meer intieme onderwerpen en gaat het verder in iemands persoonlijkheid.

32
Q

Hoe gaat een vermijdend gehecht persoon met een break up?

A

De emoties gaan onderdrukken.

33
Q

Hoe gaat een veilig gehecht persoon om met een break up?

A

Zoekt sociale steun.

34
Q

Hoe gaat een ambivalent persoon om met een break up?

A

Extreme emoties, poging tot herstel, woede en wraak, disfunctionele coping.