hoofdstuk 2: interactie, samenwerking en concurrentie Flashcards

1
Q

Wat is de visie van Adam Smith?

A

Als iedereen zijn eigenbelang nastreeft, dan zal de samenleving er als onbedoeld gevolg van profiteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk deel in de hersenen wordt geactiveerd door beloning?

A

De orbito-frontale cortex en het ventrale striatum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de interdependence theory van Thibaut en Kelly in?

A

Belangen van individuen zijn vaak afhankelijk van de beslissingen van anderen. Situaties waar persoonlijke uitkomsten worden bepaald door het handelen van anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn social traps?

A

Dat gaat over resource dilemma’s, hierbij zijn er voordelen op korte termijn maar kosten op het lange termijn. (Voorbeeld: opwarming van de aarde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn social fences?

A

Dat zijn public good dilemmas waar er kosten zijn op korte termijn maar voordelen op lange termijn. (Voorbeeld: recreatie- en sportfaciliteiten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is free riding?

A

Mensen die niets bijdragen, profiteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke 2 maatschappelijke dilemma’s gaan mensen meer samenwerken volgens het in-group perspectief?

A

In public good dilemma’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 2 structuren horen bij onderlinge afhankelijkheid van de dilemma’s?

A

1) zero-sum situatie
2) win-win situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een zero-sum situatie?

A

De winst voor de ene leidt tot een gelijk verlies voor de ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een win-win situatie?

A

Waarbij beide kanten winnen, dit leidt tot een sterke neiging tot samenwerking.
Hierbij is er minder tot geen competitie en is de kans op samenwerking hoger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het Dual-concern model?

A

Dat gaat over de zorgen over je eigen uitkomsten en die van iemand anders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 4 strategieën kunnen we onderscheiden in het Dual-concern model en wat houden ze in?

A

1) problem-solving: zorgen over jezelf en zorgen over iemand anders zijn uitkomsten
2) inaction: niets doen, geen zorgen over jezelf en geen zorgen over iemand anders
3) yielding: zorgen over iemand anders maar geen zorgen over jezelf
4) contending: zorgen over zichzelf maar geen zorgen over iemand anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de 4 bronnen van informatie?

A

1) interpersoonlijke disposities
2) overtuigingen met betrekking tot het gedrag van anderen
3) kenmerken van de relatie
4) sociale normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 3 oriëntaties kunnen onderscheiden worden volgens de sociale waardeoriëntatie?

A
  • pro sociale oriëntatie
  • individualistische oriëntatie
  • competitieve oriëntatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het mere ownership effect?

A

Mensen die een goed bezitten, hebben de neiging om deze vaak waardevoller te evalueren dan mensen die dat niet hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is the goal expectancy theory van Pruitt en Kimmel? (1977)

A

Samenwerking wordt bevorderd wanneer het individu:
- meer coöperatieve doelen stelt
- meer samenwerking verwacht van de ander

17
Q

Hoe kan je niet-coöperatief gedrag doorbreken?

A

Met de tit-for-tat strategie.

18
Q

Wat houdt de tit-for-tat strategie in?

A

Iemand die deze strategie gebruikt, zal eerst de toegeving doen om samen te werken en vervolgens de acties van een tegenstander nadoen.

19
Q

Wat zijn de resultaten van de tit-for-tat strategie?

A
  • werkt voor individualistische mensen
  • faalt om samenwerking concurrenten te bevorderen: proberen aan de situatie te ontsnappen omdat ze nooit kunnen winnen
20
Q

Wat is tit-for-tat met vergeving?

A

Iemand die deze strategie gebruikt, zal eerst de toegeving doen om samen
te werken en vervolgens de acties van een tegenstander nadoen. MAAR je werkt af en toe meer wanneer de andere persoon dit niet doet om niet in een ‘doodsspiraal’ terecht te komen.

21
Q

Wat is distributieve rechtvaardigheid?

A

Normen waarmee beloningen worden verdeeld.
-Gelijkheid
-Rechtvaardigheid/billijkheid
-Behoefte/noodzaak
-Wederkerigheid/reciprociteit

22
Q

Wat is procesrechtvaardigheid?

A

Norm waarbij niet de beloningen zelf, maar het besluitvormingsproces voor het verdelen van beloningen als eerlijk wordt ervaren.