hoofdstuk 2: interactie, samenwerking en concurrentie Flashcards
Wat is de visie van Adam Smith?
Als iedereen zijn eigenbelang nastreeft, dan zal de samenleving er als onbedoeld gevolg van profiteren.
Welk deel in de hersenen wordt geactiveerd door beloning?
De orbito-frontale cortex en het ventrale striatum.
Wat houdt de interdependence theory van Thibaut en Kelly in?
Belangen van individuen zijn vaak afhankelijk van de beslissingen van anderen. Situaties waar persoonlijke uitkomsten worden bepaald door het handelen van anderen.
Wat zijn social traps?
Dat gaat over resource dilemma’s, hierbij zijn er voordelen op korte termijn maar kosten op het lange termijn. (Voorbeeld: opwarming van de aarde)
Wat zijn social fences?
Dat zijn public good dilemmas waar er kosten zijn op korte termijn maar voordelen op lange termijn. (Voorbeeld: recreatie- en sportfaciliteiten)
Wat is free riding?
Mensen die niets bijdragen, profiteren.
Bij welke 2 maatschappelijke dilemma’s gaan mensen meer samenwerken volgens het in-group perspectief?
In public good dilemma’s.
Welke 2 structuren horen bij onderlinge afhankelijkheid van de dilemma’s?
1) zero-sum situatie
2) win-win situatie
Wat is een zero-sum situatie?
De winst voor de ene leidt tot een gelijk verlies voor de ander.
Wat is een win-win situatie?
Waarbij beide kanten winnen, dit leidt tot een sterke neiging tot samenwerking.
Hierbij is er minder tot geen competitie en is de kans op samenwerking hoger.
Wat is het Dual-concern model?
Dat gaat over de zorgen over je eigen uitkomsten en die van iemand anders.
Welke 4 strategieën kunnen we onderscheiden in het Dual-concern model en wat houden ze in?
1) problem-solving: zorgen over jezelf en zorgen over iemand anders zijn uitkomsten
2) inaction: niets doen, geen zorgen over jezelf en geen zorgen over iemand anders
3) yielding: zorgen over iemand anders maar geen zorgen over jezelf
4) contending: zorgen over zichzelf maar geen zorgen over iemand anders
Wat zijn de 4 bronnen van informatie?
1) interpersoonlijke disposities
2) overtuigingen met betrekking tot het gedrag van anderen
3) kenmerken van de relatie
4) sociale normen
Welke 3 oriëntaties kunnen onderscheiden worden volgens de sociale waardeoriëntatie?
- pro sociale oriëntatie
- individualistische oriëntatie
- competitieve oriëntatie
Wat is het mere ownership effect?
Mensen die een goed bezitten, hebben de neiging om deze vaak waardevoller te evalueren dan mensen die dat niet hebben.