hoofdstuk 1: evolutionaire psychologie Flashcards

1
Q

Wat onderzoekt de evolutionaire psychologie?

A

Evolutionaire psychologie onderzoekt de evolutionaire oorsprong van gedrag en de gevolgen voor de huidige psychologische mechanismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het evolutionair perspectief op de menselijke natuur?

A

Universele kenmerken:
- tweebenigheid
- universele psychologische kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is altruïstisch gedrag?

A

Anderen helpen hoewel het schadelijk kan zijn voor je eigen fitheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt inclusieve fitness en verwantschap volgens Hamilton (1964) in?

A

Het persoonlijke voortplantingsproces en de effecten die je hebt op de voortplanting van uw genetische verwanten gewogen aan de mate van genetisch verwantschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de genetische overlap tussen ouders en kind?

A

50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de genetische overlap tussen identieke tweelingen?

A

100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de genetische overlap met een tante/neefje?

A

25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is inclusieve fitness?

A

Betere fitheid door genetische verwanten te helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt inclusieve fitness in?

A

Men neemt meer risico’s voor genetische verwanten. Hoe hoger het genetisch verwantschap, hoe een groter risico men durft nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de resultaten van de studie van Daly & Wilson (1988) over inclusieve fitness?

A

2 bevindingen:
1) minder zorg van stiefouders dan van natuurlijke ouders
2) meer kindermishandeling door stiefvaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kunnen we concluderen uit de studie van Burnstein (1994) over inclusieve fitness?

A

We helpen sneller wanneer een genetisch verwant persoon in gevaar is.
(Hoe hoger de genetische affiliatie >< hoe hoger de neiging om te helpen is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie kwam met de term wederzijds altruïsme?

A

Trivers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt wederzijds altruïsme in?

A

Ik help jou als jij mij helpt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aan welke 2 zaken moet volgens Trivers wederzijds altruïsme voldoen zodat het kan worden uitgevoerd?

A

1) de persoon die geholpen wordt kan later herkent worden
2) bedriegers kunnen worden gestraft (valsspelers worden uitgesloten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe verklaart de evolutionaire psychologie natuurlijke selectie?

A

Door competitie voor beperkte goederen en de coöperatie voor gemeenschappelijke belangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke vormen zijn er van seksuele selectie?

A

Intraseksuele competitie en intertekstuele competitie.

17
Q

Wat houdt intraseksuele competitie in?

A

Mannelijke competitie: de winnaar geeft meer genen door.

18
Q

Wat houdt intertekstuele competitie in?

A

Vrouwelijke keuze: partner kiezen op basis van hun voorkeuren.

19
Q

Wat is de Parental Investment Theory? (Trivers)

A

Mensen die meer investeren in de opvoeding (vrouwen) gaan selectiever zijn met de partnerkeuze.

20
Q

Wat is volgens de studie van Buss en Schmitt (1993) het gewenste aantal seksuele partners?

A

Mannen: gemiddeld 18 in hun hele leven.
Vrouwen: gemiddeld 4-5 in hun hele leven.

21
Q

Waar zijn mannen naar op zoek in een partner?

A

Iemand die jong en aantrekkelijk is want dat is een teken van vruchtbaarheid.

22
Q

Waar zijn vrouwen naar op zoek in een partner?

A

Iemand die materiële ondersteuning kan bieden zodat ze goede financiële vooruitzichten hebben.

23
Q

Wie is het minst selectief in het kiezen van een partner?

A

Mannen.

24
Q

Wat is de structural powerlessness hypothesis?

A

Eagly en Woord: mannen worden geassocieerd met de rol van de kostwinnaar en vrouwen zijn financieel afhankelijk van de man. (genderrollen)

Buss et al: Wanneer vrouwen een hoger inkomen hebben, hechten ze nog meer belang aan financiële middelen bij mannen.

25
Q

Waarom wordt er meer moorden gepleegd door mannen op andere mannen?

A

Evolutionaire verklaring: seksuele competitie.

26
Q

Wie vertoont volgens Archer (2004) het meest indirecte agressie en wanneer?

A

Vrouwen: alleen in de late kindertijd en de adolescentie

27
Q

Wie scoort hoog op directe agressie?

A

Mannen en het blijft consistent over leeftijden en culturen heen.

28
Q

Welke 2 soorten ontrouw bestaan er?

A

Emotionele ontrouw en seksuele ontrouw.

29
Q

Welke ontrouw vinden vrouwen het ergste?

A

Emotionele ontrouw want willen materiële hulp en ondersteuning niet verliezen.

30
Q

Welke ontrouw vinden mannen het ergste?

A

Seksuele ontrouw omdat ze niet willen zorgen voor iemand anders zijn kind.

31
Q

Wat is fitness?

A

De mogelijkheid van een organisme om meer van zijn genen achter te laten in de volgende generaties dan andere organismes.