Hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

Noem de 5 macro-economische factoren:

A
Conjunctuur
Wisselkoers
Olieprijs
Loonsom per werknemer
Rente
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke factoren zijn afhankelijk voor de doorberekening van kosten in de prijzen.

A

Marktvorm
Internationaliseringsgraad
Bezettingsgraad
Prijselasticiteit van de vraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke factoren zijn er voor de conjunctuurgevoeligheid?

A

Aard van de eindmarkt
fase in de bedrijfskolom waarin een bedrijfstak opereert
kapitaalintensiteit van de bedrijfstak
het investeringsbeleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke aspecten van de eindmarkt zijn belangrijk?

A

soort product of dienst
hoogte van inkomenselasticiteit
fase in de productlevencylcus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is procyclisch investeren?

A

het verrichten van de investeringen op een tijdstip waardoor de conjunctuurcyclus wordt versterkt, dat is dus in de opgaande fase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de belangrijkste specifieke bedrijfskenmerken

A

productdiversificatie
geografische diversificatie
marktpositie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de nadelen van conjunctuur gevoeligheid

A

moeilijk beheersbaar
vereiste flexibiliteit
moeilijk te financieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is valutarisico?

A

Het risico dat de winst van een onderneming beïnvloed wordt door een verandering in de wisselkoersen van de valuta’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het dollargebied?

A

Groep landen die besloten hebben om hun munt te koppelen aan de dollar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is factureringsmunt

A

Bepaalde grondstoffen worden alleen verhandeld in 1 munt zoals bijvoorbeeld olie in dollar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 4 factoren hebben invloed op de stijging van de olieprijs?

A

de energie-intensiteit
de energiebesparing
de doorberekening
de bestedingseffecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is energie-intensiteit

A

de mate waarin een bedrijfstak of onderneming energie als hulpstof en olieproducten als grondstof in het productieproces gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 4 factoren zijn er voor de loongevoeligheid?

A

arbeidsintensiteit van de productie
productiviteitsverbetering
de mogelijkheid van doorberekening
het bestedingseffect van een loonstijging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 4 relaties zijn er met rente?

A

financiële lasten
financiering
afzet
valutakoersen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is solvabiliteit?

A

eigen vermogen gedeeld door het total vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is liquiditeit?

A

geeft aan in welke mate zij in staat is haar kortetermijnverplichtingen te voldoen.

17
Q

Welke 2 manieren heeft een onderneming om zijn eigen vermogen te vergroten?

A

door winst inhouding

uitgite nieuwe aandeln

18
Q

Wat is dividendverwatering?

A

bij nieuwe aandeeluitgifte wordt de dividend verdeeld over meer aandeelhouders dus krijgen de oorspronkelijke aandeelhouders een kleinere aandeel van de winst.

19
Q

Wat is cyclisch fonds?

A

een aandelenfonds waarvan de financiële resultaten sterk worden beïnvloed door de conjunctuur

20
Q

Wat is een defensief fonds

A

een aandelenfonds waarvan de financiële resultaten nauwelijks beïnvloed worden door de conjunctuur