Hoofdstuk 10 Flashcards
Wat is transactiemotief?
Vraag naar actief kasgeld ze hebben geld nodig om producten te kopen.
Wat is voorzorgsmotief?
Oppotten van geld voor grote uitgaven.
Wat is speculatiemotief?
De vraag naar geld op grond van beleggingsoverwegingen.
Wat is inactief kasgeld?
De vraag naar geld uit voorzorg- en beleggingsoverwegingen.
Waarvan hangt de vraag van inactief kasgeld af?
Hoogte van de rente
Verwachte renteontwikkelingen
Wat is de verkeersvergelijking van Fisher?
MxV=PxT M = geldhoeveelheid V = omloopsnelheid van het geld P = prijsniveau T = aantal transacties
Wat zijn de oorzaken van inflatie?
Bestedingsinflatie
Monetaire inflatie
Kosteninflatie
Wat is bestedingsinflatie?
Inflatie veroorzaakt door een bestedingsoverschot ten opzichte van de productiecapaciteit.
Wat is monetaire inflatie?
Inflatie veroorzaakt door bestedingen die zijn mogelijk gemaakt door een uitbundige geldschepping of door ontpotting.
Wat is kosteninflatie?
Inflatie als gevolg van kostenstijgingen.
Wat is deflatie?
Daling van het algemeen of gemiddelde prijsniveau.
Wat is de externe of buitenwaarde van het geld
Koopkracht van het geld in het buitenland
Wat is de omloopsnelheid van het geld?
Aantal keren per jaar dat een geldeenheid wordt besteed aan de goederen en diensten die deel uitmaken van het BBP
Van welke factoren hang de omloopsnelheid van het geld af?
Stand van de techniek en betalingsgewoonten
Hoogte van de rente
Wat is monetair beleid?
Beleid dat erop is gericht te voorkomen dat monetaire variabelen, zoals de geldhoeveelheid, een ongunstige invloed hebben op de economische groei op middellange termijn.