Hoofdstuk 2 Flashcards
Wat zijn finale bestedingen?
Bestedingen aan producten die geen verdere bewerking meer behoeven en gereed zijn voor gebruik bij consumptie of productie.
Wat is consumptie?
Bestedingen van gezinnen.
Wat bedoelen we in het economisch spraakgebruik met een gezin?
alle ingezeten (inwoners) van een land.
Wat is een consumptiepatroon?
Een pakket goederen en diensten samen ter bevredigen van de behoeften van gezinnen.
Van welke 4 factoren is consumptiegroei afhankelijk?
inkomensstijging
inkomens nivellering
reële rentestijging
vermogenstoename
Wat is koopkracht?
wat kunnen mensen kopen met hun inkomen
Wat is marginale consumptiequote?
Geeft aan hoeveel er van een extra euro inkomen wordt geconsumeerd.
Wat is de reële rente?
het verschil tussen de nominale rente en de inflatie
Wat is investeren?
Het aanschaffen van kapitaalgoederen.
Welke soort investeringen onderscheiden we?
Vervangingsinvesteringen
Uitbreidingsinvesteringen
Voorraadinvesteringen
Wat zijn vervangingsinvestingen?
Het vervangen van oude kapitaalgoederen als ze versleten zijn .Om de productiecapaciteit in stand te houden.
Wat zijn afschrijvingen?
Kosten van gebruik, uit de afschrijvingen financieren de ondernemingen de vervangingsinvesteringen
Wat zijn uitbreidingsinvesteringen?
Uitbreiden van de kapitaalgoederen voorraaaden met het doel de productiecapaciteit te vergroten
Wat zijn voorraadinvesteringen?
Het laten toenemen van de voorraad door bijvoorbeeld te hoge verwachtingen van de afzet.
Wat zijn bruto- en nettoinvesteringen?
bruto investeringen zijn netto investeringen en vervangingsinvesteringen. Netto investeringen bestaan uit uitbreidingsinvesteringen in vaste aciva en voorradinvesteringen