Hoofdstuk 4 (p 85-87) Flashcards

aangeven hoe het zenuwstelsel is georganiseerd en functioneert

1
Q

benoem de delen van een neuroon

A

informatie van andere neuronen wordt ontvangen door de dendrieten. deze worden verwerkt in het cellichaam. het cellichaam (soma) voedt de cel en draagt de genetische instructies. Hierna wordt het doorgegeven aan de axon, de axon word verdeeld in allemaal kleine takjes die uiteindes zitten heel dicht bij de dendrieten van een andere neuronen (terminal button). die ruimte tussen de twee heet de synaps.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het verschil tussen een inhiberende en exciterende synaps?

A

inhiberend: vermindert de mogelijkheid van een neuroon om zijn info door te geven.
exciterend: verhogen juist de mogelijkheid om de informatie door te geven aan andere neuronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat maken neuronen?

A

eiwitten, deze eiwitten houden het neuron gezond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar worden de grenzen van een zenuwcel door bepaald?

A

de celmembraan, stoffen kunnen haast niet door die kern heen komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zit er om de celkern heen?

A

de nucleus membraan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke twee andere onderdelen zijn ook erg belangrijk voor de ‘celfabriek’?

A

de mitochondria (energie) en de lysomen (transporteren en wegvoeren afval)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly