Hoofdstuk 3 (p 53-59 & 64-83) Flashcards

aangeven hoe het zenuwstelsel is georganiseerd en functioneert

1
Q

wat is ischemie

A

te weinig bloed toevoer aan de hersenen door een bloedprop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een nucleus?

A

neuronen die in de cortex in lagen en clusters zijn georganiseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn tracts?

A

verbindingen tussen tussen cellen, een soort ‘paden’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de richtingen van rostra, caudaal, dorsaal en ventraal in verhouding tot andere delen van het lichaam?

A

boven, beneden, achteren, voren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de richtingen van anterior of frontaal; postriool, lateraal en mediaal in verhouding tot het gezicht?

A

voorkant, achter, zijkant, midden of tussenin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is ipsilateraal

A

Gesitueerd aan dezelfde kant van het lichaam., symmetrisch. De rechterduim ligt ipsilateraal van de rechtermiddelvinger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is contralateraal?

A

aan verschillende kanten (bijv. armen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is bilateraal

A

een in elke hemisfeer. Een voorbeeld: bilaterale tennisellebogen. Dit betreft een ontsteking van zowel de linker- als de rechterelleboog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe noem je het als structuren dichtbij elkaar of juist ver weg van elkaar liggen?

A

Distaal betekent dan op enige afstand. Het tegenovergestelde van distaal is proximaal, wat nabij betekent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

afferent en efferent

A

a = naar de hersenen toe en e = van de hersenen af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de gyrus precentralis en hoe wordt het ook wel genoemd?

A

is een winding in de frontale kwab van de grote hersenen. primaire motorische cortex, het is anders dan de andere motorische gebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

CNS en PNS

A

de eerste bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg, de tweede door de neuronen waarvan de axons uitstrekken buiten het centrale zenuwstelsel weefsels en organen te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar kan je het PNS in onderverdelen?

A

SNS (somatisch) en ANS (automatisch)
SNS: Het somatisch zenuwstelsel dient voor bewuste waarneming, willekeurige bewegingen en verwerking van opgenomen informatie (integratie). Hier zijn zintuigen en skeletspieren bij betrokken. Door het somatische zenuwstelsel worden houding en beweging van het lichaam geregeld.
ANS: Het autonome zenuwstelsel controleert en coördineert alle automatische functies van je lichaam, bijvoorbeeld hartslag, spijsvertering en ademhaling. Het autonome zenuwstelsel zorgt voor de communicatie tussen je hersenen en je organen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe worden de hersenen en het ruggenmerg beschermd?

A
  1. bot. zit bot omheen (CNS dus wel beschermd, andere niet)
  2. hersenvlies. onder het bot zit ook nog hersenvlies (zachte, spinnenweb en harde)
  3. hersenvocht. De hoofdfunctie hiervan is schokdemping. Een nevenfunctie is transport van voedingstoffen en afvoer van afvalstoffen. (hydrocefalie)
  4. bloed-hersen barrière. is letterlijk een grens tussen het bloed en de hersenen. kan worden gezien als een poortwachter, die selectief de noodzakelijke stoffen doorlaat en schadelijke stoffen niet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is hersendoorbloeding?

A

met hersendoorbloeding wordt de toe- en afvoer van het bloed van en naar de hersenen bedoeld. Dit gebeurt door verschillende bloedvaten. Slagaders voorzien de hersenen van zuurstofrijk bloed, glucose en andere voedingsstoffen, terwijl aders het zuurstofarme bloed terugvoeren naar het hart en daarbij koolstofdioxide, melkzuur en andere afvalstoffen afvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

door welke bloedvaten gebeurt dit?

A
  • De arteria cerebri anterior (ACA), verbonden via de arteria communicans anterior, voorziet de binnenste helft van beide hemisferen van bloed.
  • De arteria cerebri media (ACM) voorziet het buitenste, middelste deel van het hersenenschors van bloed.
  • De arteria cerebri posterior (ACP) voert bloed aan het achterste deel van de hersenschors
17
Q

waar is de soort beroerte afhankelijke van?

A

de locatie van de verstoring van de bloedtoevoer.