Hoofdstuk 4: leerstoornissen Flashcards

1
Q

Wat is een leerstoornis?

A

= opvallende problemen van schoolse vaardigheden van leerlingen in de enge betekenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke onderverdeling kan je maken van leerstoornissen?

A
  • naar vaardigheid
  • naar vermoedelijke oorzaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

EV

Wat is een primaire leerstoornis en een secundaire leerstoornis?

A
  • primaire leerstoornis = problemen uit het leren zelf
  • secundaire leerstoornis = leerstoornis als gevolg van de omgeving of een ander probleem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het discrepantie criterium?

A

Er is een discrepantie tussen wat men verwacht en wat men kan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

EV

Welke 3 criteria moeten aanwezig zijn om te kunnen spreken van een leerstoornis?

A

1) achterstandscriterium
2) hardnekkigheidscriterium
3) exclusiviteitscriterium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 2 subtypes bestaan er bij rekenproblemen?

A

1) procedurele type
2) geheugentype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe komt het dat de prevalentiecijfers van leerstoornissen verschillen?

A

Door:
- verschillen in populatie/leeftijd/onderwijs
- verschillen in definities en operationaliseringen
- tijdsperiode en verhoogde maatschappelijke aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de prevalentie bij kinderen?

A

5-15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de prevalentie bij volwassenen?

A

4%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is developmental coordination disorder?

A

Dat is een ontwikkelingscoördinatiestoornis waarbij de planning van bewegingen en coördinatie wordt beïnvloedt door het niet nauwkeurig overbrengen van hersenberichten naar het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke benaderingen zijn er om leerstoornissen te verklaren?

A

1) genetische benadering
2) neuropsychologische benadering
3) cognitieve benadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt de genetische benadering in?

A

Onderzoek richt zich vooral op verband tussen genen, hersenontwikkeling en cognitieve processen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de erfelijkheidsgraad bij dyslexie?

A

50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de erfelijkheidsgraad bij dyscalculie?

A

60%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de neuropsychologische benadering?

A
  • tekorten in neuropsychologische vaardigheden en neurologisch substraat
  • verschillen in werking hersenen van normale lezers en dyslectici
  • bij dyscalculie deficiëntie van intrapariëtale sulcus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke benaderingen behoren tot de cognitieve benadering?

A
  • ontwikkelingspsychologische benadering
  • informatieverwerkingsbenadering
17
Q

Wat is de ontwikkelingspsychologische benadering?

A

Basisfunctiemodel:
- basisfunctie opdrachten
- ontwikkelingspsychologie en hiërarchische ontwikkeling
- gebrekkige ontwikkeling van basisfuncties
- achterhaalde visie, training heeft GEEN effect

Domeinspecifieke ontwikkelingsmodellen
- Training is preventief
- niet hiërarchisch

18
Q

Wat is de informatieverwerkingsbenadering?

A
  • cognitivistisch model
  • leren is informatieverwerking
  • procesmodellen
  • leergestoorde kinderen
19
Q

Hebben leergestoorde kinderen problemen met het sensorisch register?

A

NEEN

20
Q

EV

Leergestoorde kinderen hebben geen probleem met het sensorisch register, met wat dan wel?

A
  • problemen met KTG
  • zwakker werkgeheugen
  • problemen met oproepen kennis uit LTG
  • problemen met automatisering, ten gevolge van problemen met domeinspecifieke vaardigheden waardoor er minder energie is voor meer complexe processen
21
Q

Welke oplossingsstrategieën kan je gebruiken bij leergestoorde kinderen?

A
  • procedurele strategieën
  • geheugenstrategieën
  • automatisering
22
Q

Wat zijn de 3 vormen van diagnostiek?

A

1) classificerende diagnostiek
2) verklarende diagnostiek
3) handelingsgerichte diagnostiek

23
Q

Wat zijn de verschillende niveaus binnen de handelingsgerichte diagnostiek?

A
  • taakniveau
  • procesniveau
  • geschiedenis
  • cognitieve processen
24
Q

EV

Klopt het dat leerproblemen ook opvoedingsproblemen met zich meebrengen?

A

Ja, dat is het pedagogische perspectief.

25
Q

Wat zijn de 2 benaderingen voor behandelingen bij leerstoornissen?

A

1) procesgerichte benadering
2) taakgerichte/orthopedagogische benadering

26
Q

Wat houdt de procesgerichte benadering in?

A
  • oorsprong: hiërarchisch ontwikkelingsmodel
  • gebruiken het basisfunctiemodel en neuropsychologische benaderingen
  • basisfunctietraining is gericht op: sensomotoriek, visuele perceptie, auditieve perceptie
27
Q

Wat houdt de taakgerichte/orthopedagogische benadering in?

A
  • gebruiken theoretisch model als uitgangspunt
  • behandeling wordt gestuurd door leerprincipes
    1) directe instructie
    2) indirecte instructie
  • gericht op STICORDI maatregelen
  • organisatie van hulp
28
Q

EV

Wat zijn de STICORDI maatregelen?

A

Maatregelen om kinderen met een leerstoornis te ondersteunen:
- Stimuleren
- Compenseren
- Remediëren
- Dispenseren