Hoofdstuk 3.4 Flashcards

1
Q

Verteller

A

Wie het verhaal presenteert.
Twee basisvormen:
1. De verteller is geen personage in de handeling.
2. De verteller is wel een personage in de handeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Als de verteller geen personage is in de handeling.

A

1.auctoriale vertelinstantie: de verteller is merkbaar aanwezig in het (vertellen van het) verhaal. Nadruk op de vertellersrol . Doet niet mee aan de gebeurtenissen.
2.personale vertelinstantie: de verteller is niet merkbaar aanwezig. Nadruk op het belangrijkste personage. Beschrijft verhaalgebeurtenis vanuit het personage.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Meervoudig personage vertelinstantie:

A

personale vertelinstantie waarbij je niet slechts één, maar meerdere personages volgt en goed leert kennen (vaak in elkaar afwisselende hoofdstukken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De verteller is wel een personage in de handeling.

A

Twee mogelijkheden:
1. Vertellend-ik: de ik-verteller benadrukt zijn rol als verteller. Vertelt achteraf in de verleden tijd wat er al gebeurd is.
2.Belevend-ik: de ik-vertelinstantie legt de nadruk op zijn handelen als personage in het heden. Als lezer maak je de gebeurtenissen mee zoals de ik-figuur die meemaakt. Je maakt ook gevoelens en gedachten mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Meervoudige ik-vertelinstantie

A

Verhalen waarin meerdere ik-vertelinstanties elkaar aflossen en aanvullen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onbetrouwbare verteller

A

Is de verteller wel betrouwbaar?
De verteller geeft onbetrouwbare informatie door bijvoorbeeld ziekte, dronkenschap, dromen, maar ook door bewust te manipuleren, liegen en waarheid verdraaien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Alwetende verteller

A

De verteller weet wat alle personages denken, beleven en voelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vertellerscommentaar

A

Een auctoriale verteller is vooral merkbaar in zijn commentaar op de personages, handelingen en situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ik-vertelinstantie

A

De verteller is een personage: de ik-figuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly