Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

beschrijf leren

A

Leren leidt tot veranderingen in iemands gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de 5 dimensies van emotionele intelligentie

A
  1. Intrapersoonlijke intelligentie
  2. Interpersoonlijke intelligentie
  3. Adaptatie
  4. Stressmanagement
  5. Algemene stemming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe noemen we de 2 leertheorieen

A

Behavioristische en cognitieve leertheorieen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit wat bestaat de behavioristische leertheorie?

A
  • Klassiek conditioneren
  • Operationeel conditioneren
  • Sociaal leren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf de cognitieve leertheorie

A

Mens als actieve informatie verwerker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt conditioneren in?

A

Het aanleren van gedrag d.m.v. beloningen en straffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef een voorbeeld van generalisatie

A

Bv. je hebt ooit een auto ongeluk gehad, nu ben je bang voor autorijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is sociaal leren?

A

Leren zonder beloningen, door instructies op te volgen of door anderen te observeren. Er wordt een model gesteld, en degene die gaat leren, gaat het model modelleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar gaan Gestaltpsychologen van uit?

A

Dat de menselijke waarneming een geheel vormt en dus niet uit losse waarnemingen bestaat. Een wezen denkt na voordat hij/zij in actie komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem de 3 bewaarsystemen

A
  1. Sensorisch register (aandacht trekken, heel kort)
  2. Het kortetermijngeheugen (info herhalen om het langer te kunnen onthouden)
  3. Langetermijngeheugen (onbeperkte duur en capaciteit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 2 lange termijngeheugen kennen we?

A
  • Expliciete (bewuste kennis)

- Impliciete (niet bewuste kennis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 4 fasen onderscheidt Kolb in het leerproces?

A
  1. concreet ervaren
  2. waarnemen en overdenken (reflectief observeren)
  3. theorie vormen (abstract conceptualiseren)
  4. actief experimenteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 4 leerstijlen onderscheidt Kolb naast het leerproces

A
  1. Doeners (leren door doen)
  2. Denkers (analyseren)
  3. Observeerders (creatieve denkers)
  4. Pragmatici (evalueren van de gevolgen van bepaalde oplossingen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een leerstijl?

A

Het geheel van leerstrategieen, leermodellen en leerorientaties, dat iemand op een bepaald tijdstip kenmerkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke leerstijlen onderscheidt Vermunt?

A
  1. reproductiegerichte (memoriseren)
  2. betekenisgerichte (hoofdzaken)
  3. toepassingsgerichte (wat is relevant voor de praktijk?)
  4. ongerichte (ergens starten en dan afdwalen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem de leervoorkeuren volgens Ruijters

A
  1. kunst afkijken (kijken en nadoen)
  2. participeren (met elkaar leren)
  3. kennis verwerven (luisteren naar vakmensen)
  4. oefenen (fouten maken, daarvan leren)
  5. ontdekken (leren uit dagelijkse praktijk)
17
Q

Wat zijn de 3 vermogens en vaardigheden voor zelfstandig leren?

A
  1. het kunnen vooruitdenken (plannen)
  2. het kunnen sturen, observeren en bijsturen (controleren)
  3. het kunnen beoordelen en reflecteren op jezelf (nadenken)
18
Q

Wat is interactiebenadering?

A

Motivatie is afhankelijk van persoonlijke factoren en situationele factoren.
Die factoren bepalen of bepaald gedrag wordt vertoond (gedragsintentie)

19
Q

Wat is waardeverwachtingstheorie?

A

Mensen worden gemotiveerd tot gedrag als ze denken daarmee een aantrekkelijke opbrengst te krijgen. Deze waarde is subjectief

20
Q

Wat is een attributietheorie?

A

Is de wijze waarop mensen het gedrag van zichzelf en van anderen verklaren in termen van oorzaak en gevolg