Hoofdstuk 14 Flashcards

1
Q

Wat is sociale ongelijkheid?

A
  1. De ongelijke verdeling van schaarse, maatschappelijk gewaardeerde zaken, als kennis, banen, macht en bezit, over verschillende groeperingen mensen.
  2. De ongelijke waardering en behandeling van (groeperingen) mensen op grond van hun maatschappelijke positie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is sociale sluiting?

A

Is de neiging om privileges en voordelen te reserveren voor mensen uit de eigen kring en om anderen de toegang daartoe te belemmeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is sociale mobiliteit?

A

Het veranderen van positie binnen een sociale structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is sociale stratificatie?

A

Het verticaal rangschikken van verschillende sociale lagen binnen een samenleving, zodanig dat mensen in een laag min of meer gelijke statuspositie innemen. Mensen in andere lagen nemen een positie in die met meer of met minder status gepaard gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem de voorbeelden van sociale lagen

A
  1. Kaste
  2. Stand
  3. Klasse
  4. Statusgroepering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een statusgroepering?

A

Een verzameling mensen die een ongeveer gelijke status hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer spreken we over een statusinconsistentie?

A

Wanneer iemands status niet gemakkelijk kan worden vastgesteld, omdat hij of zij op een aantal statuselementen steeds een andere status heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem de 6 verschillende generaties van Becker(1992) en Bontekoning(2010)

A
  1. De vooroorlogse generatie (1910-1930)
  2. De stille generatie (1930-1940)
  3. De protestgeneratie (1940-1955)
  4. De generatie X (1955-1970)
  5. De pragmatische generatie (1970-1985)
  6. De generatie Y (1985-2000)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is intergeneratiemobiliteit?

A

Mobiliteit tussen de generaties (Opa, Vader, Ik)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is intrageneratiemobiliteit?

A

Mobiliteit binnen 1 generatie (IK)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly