hoofdstuk 2, paragraaf 4 Flashcards

1
Q

welke kenmerken had de Germaanse cultuur?

A
  • er waren veel Germaanse volken die elkaar niet verstonden
  • ze leefden in een landbouw stedelijke samenleving van dorpen en losstaande boerderijen
  • het schrift kenden ze niet
  • krijgsheren en hun families vormden elites, die voortdurend strijd voerden met elkaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke contacten hadden Romeinen en Germanen?

A

de contacten waren meestal vreedzaam. de Romeinen namen Germanen op in hun leger en maakten met sommige Germaanse volken afspraken over samenwerking.
Romeinen en Germanen dreven ook handel. Germanen leverden huiden en slaven en importeerden luxeartikelen als glas en aardewerk, daarvoor gebruikten ze Romeins geld en leerden ze soms ook het Latijnse schrift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat gebeurde er met het Romeinse erfgoed?

A

vanaf de 3e eeuw namen invallen van plunderaars toe. in 395 kwam een groep Germaanse Goten in opstand. ze konden hun gang gaan doordat het Romeinse bestuur en leger ernstig verzwakt waren. onder hun leider Alarik trokken de Goten Italië binnen waar ze Rome plunderden. de Germanen wilden de Grieks-Romeinse cultuur niet vernietigen. in het grootste deel van de voormalige Romeinse gebieden vormden ze een kleine heersende minderheid. ze bewonderden de Grieks-Romeinse cultuur en namen er elementen van over, zoals het Latijn, dat zich later ontwikkelde tot nationale talen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly