hoofdstuk 1, paragraaf 3 Flashcards
hoe ontstonden de eerste steden?
de eerste steden ontstonden in Irak bij rivieren Eufraat en Tigris. in een gebied dat Mesopotamië heet had het volk van de Soemeriërs zich gevestigd. tussen 4000 en 2000 v.Chr. bouwden ze tientallen dorpen uit tot steden met bestuursgebouwen, pakhuizen en tempels. De grootste stad was omstreeks 3000 v.Chr. Uruk, met meer dan 50.000 inwoners. in die tijd begonnen ook langs de Nijl, de Indus in india en de Gele Rivier in China dorpen uit te groeien tot steden.
welke groepen ontstonden in landbouw stedelijke samenlevingen?
om te zorgen dat rivieren in het voorjaar niet overstroomden moesten de Soemeriërs dijken, dammen en kanalen maken. het bouwen en onderhouden hiervan moest worden georganiseerd. hierdoor ontstond een sociale bovenlaag die leidinggaf, een elite.
in steden hielden mensen die gespecialiseerd waren in een ambacht zich bezig met de nijverheid.
welke politieke ontwikkelingen vonden plaats?
uit de elite kwam een leider naar voren, een vorst en een adviesraad. de rest van de bevolking waren onderdanen.
heel egypte kwam omstreeks 3.000 v.Chr. onder één regering. het werd een staat met aan het hoofd een farao.
mesopotamie bleef een stad met wat omliggend land, in deze stadstaten was de koning vaak ook de opperpriester. als koning-priester stond hij nauw in contact met de goden, dat versterkte zijn gezag.
onderaan de sociale hiërarchie stonden slaven en boeren die een toegewezen stuk land moesten bewerken. hun oogst moesten ze afstaan aan de staat, door deze belasting kon de overheid voedsel verstrekken aan ambtenaren, militairen en priesters.
welke culturele ontwikkelingen vonden plaats?
de Soemeriërs maakten gebruik van nieuwe technieken en werktuigen. hun goden leken op mensen en er waren enkele hoofgoden. ze hadden een polytheïstische godsdienst. van daaruit verklaarden de mensen alles uit het handelen van de goden. zo was er de mythe dat goden de mens hadden gemakt uit klei
over de Soemerische godsdienst is veel bekend door afbeeldingen en teksten. de Soemeriërs vonden in de jaren 3300-2900 v.Chr. het schrift uit. ze moesten belasting kunnen bijhouden. eerst bestond het schrift uit afbeeldingen. hieruit ontstond geleidelijk een abstract schrift met honderden tekens.
ook de Egyptenaren ontwikkelden een schrift, het hiërogliefenschrift, met pictogrammen die woorden en klanken voorstelden. met alle nieuwe technieken en beroepen en het schrift werden sommige culturen zo hoogontwikkeld dat we spreken van een beschaving.