Hoofdstuk 2 Management in kleine ondernemingen Flashcards

1
Q

Wetenschapper Lievegoed heeft de ontwikkeling van de ondernemers in drie fasen onderscheiden, analoog aan de ontwikkeling van de mens. Welke zijn deze fasen?

A

De fasen die worden onderscheiden zijn:

  • de pioniersfase;
  • de differentiatiefase;
  • en de integratiefase.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt de pioniersfase van Lievegoed in?

A

In de pioniersfase (de beginfase) is de ondernemer bij alles betrokken. Het bedrijf kenmerkt zich door autocratisch leiderschap, directe communicatie en improvisatie als kenmerkende stijl van werken. Er is sprake van een sterke cliëntenbinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de differentiatiefase Lievegoed in?

A

In de differentiatiefase (de groeifase) vindt er specialisatie en coördinatie plaats. Het arbeidsproces wordt meer uniform gemaakt zodat er sprake is van standaardisatie van werkzaamheden. De relatieve invloed van de ondernemer wordt minder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de integratiefase van Lievegoed in?

A

In de integratiefase komen veel veranderingen op het bedrijf af en is een betere afstemming tussen de verschillende bedrijfsonderdelen vereist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke structuur van organisatie onderscheid Mintzberg?

A

Mintzberg heeft de structuur van organisaties onderverdeel in de ‘simple structure’ en de ‘adhocracy’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt de simple structure van Mintzberg in?

A

De simple structure kenmerkt zich door een gecentraliseerde vorm van leidinggeven door de ondernemer zelf. Deze structuur is typisch voor een klein bedrijf in een relatief stabiele omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt de ‘adhocracy’ van Mintzberg in?

A

De adhocracy kan zich handhaven in sterk veranderende omgevingen. Deze structuur moet organisaties de nodige flexibiliteit geven om zich snel aan ontwikkelingen aan te passen. Er moet sprake zijn van wederzijdse aanpassing, dat wil zeggen: mensen onderling en mens-machine moeten snel op elkaar inspelen bij het introduceren van verbeterde producten en productieprocessen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat blijkt uit de onderzoek van Churchill en Lewis, dat een bedrijf succesvol maakt?

A
  • Financiële middelen
  • Bekwaamheden personeel
  • Planning en besturingssystemen 􏰀 Marktpositie
  • Doelstellingen van de ondernemer zelf
  • Bekwaamheden en vaardigheden ondernemer 􏰀
  • Delegeren door de ondernemer
  • Strategische oriëntatie van de directeur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke zijn de fasen als een onderneming van jong naar een volgroeide onderneming, volgen Churchill en Lewis?

A
  1. Bestaansopbouw
  2. Overleven
  3. Succes
  4. Expansie
  5. Optimale verhoudingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke zijn de ‘levenscyclus’ van een ondernemer?

A
  • Voorbereiding 􏰀
  • 􏰀Start 􏰀
  • 􏰀Groei 􏰀
  • 􏰀Volwassenheid 􏰀
  • 􏰀Onafhankelijkheid 􏰀
  • Expansie
  • Statusgevoeligheid
  • Afgeleid door de toekomst
  • Voorbereiding overdracht
  • Verkoop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem enkele combinaties van bekwaamheden en onbekwaamheden van ondernemers

A
  • Onbewust onbekwaam: De ondernemer wil of kan niet erkennen dat hij zaken verkeerd uitvoert. Dit kan een gevaar zijn voor de onderneming.
  • Bewust onbekwaam: De ondernemer weet dat hij iets niet kan en volgt daarvoor een cursus of haalt een adviseur binnen.
  • Onbewust bekwaam: De ondernemer beschikt onbewust over bepaalde vaardigheden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom wil banken juist de ondernemingsplan van ondernemingen hebben?

A

Bij innovatie bedrijven zal veel onzekerheid bestaan, waardoor informatie voor de planning niet beschikbaar is. Het gaat erom dat het opstellen van een ondernemingsplan een onderdeel is van het leerproces, gericht op het beter in kaart krijgen van de toekomst van de onderneming. Banken willen daarentegen een ondernemingsplan omdat het informatie geeft over zekerheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wordt verstaan als een onderneming een ondernemingsplan heeft gemaakt?

A

Het geeft aan dat de onderneming op langere termijn denkt en dat hij zijn planning vast zet. Met de planning kan de verschillen tussen de gewenste situatie en de werkelijkheid worden gecalculeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke vragen moet een ondernemingsplan beantwoorden?

A
  • 􏰀Wat is de huidige positie van de onderneming? Hier komt naaste de financiële positie, de marktpositie etc. ook de kwaliteit van het management aan de orde: afhankelijkheid van de directeur-eigenaar, delegatie van verantwoordelijkheden, langetermijnbeleid en het inschakelen van deskundigen.
  • 􏰀Wat zijn de doelstellingen van de onderneming/ondernemer? Hierbij moeten zowel bedrijfsdoelstellingen als persoonlijke doelstellingen aan bod komen. Doelstellingen moeten meetbaar zijn om na afloop de realisatie vast te stellen. Hoe nauwkeuriger de doelstellingen, hoe beter ze kunnen dienen voor het ondernemingsbeleid.
  • 􏰀Wat is de strategie van het bedrijf? De strategie geeft aan hoe de missie en de doelstellingen kunnen worden gerealiseerd.
  • Welke interne en externe ontwikkelingen kunnen de strategie beïnvloeden? Omdat deze niet van tevoren bekend zijn, moet de ondernemer zowel op korte als op lange termijn bijsturen. De korte termijn kent het operationele beleid, de lange termijn het strategische beleid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Uit welke elementen bestaat een ondernemingsplan?

A

Het totale ondernemingsplan bestaat uit de doelstellingen van de onderneming, een aantal deelplannen en de financiële onderbouwing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Benoem enkele adviseurs van een onderneming in volgorde van best naar minder best

A
  1. Mede ondernemer: ondernemers geven aan dat ze de beste adviseurs zijn maar toch maken ondernemers weinig gebruik van deze keuze, omdat er weinig vertrouwen is tussen ondernemers
  2. Banken zijn juist wel goed geïnformeerd en willen op een hoog niveau met de klant communiceren. Hierdoor vragen banken steeds minder vaak aan de ondernemer of de accountant bij een financieringsgesprek aanwezig kan zijn
  3. Accountants: de accountant is een prima persoon voor een mediationtaak binnen de onderneming. Mediation is het alternatief om geschillen op te lossen. Hierbij wordt aandacht geschonken aan de inhoud van het conflict, emotie, de relatie en de procedure om het probleem op te lossen. Ondernemers vinden de accountant de belangrijkste adviseur, gevolgd door de belastingadviseur en de commissaris.
17
Q

Wat wordt er bedoeld met push en pull bij het starten van een onderneming

A

In tijden van economische terugval stijgt het aantal nieuwe ondernemingen. Er wordt dan vaak gesproken van een gedwongen start (push) door een breuk in het levenspatroon. Het aantal gedwongen starters is ongeveer een groot als het aantal vrijwillige (pull) starters.

18
Q

Wat wordt er bedoelt met, kleine bedrijven innoveren incrementeel?

A

Kleine bedrijven innoveren incrementeel, dat wil zeggen dat het innovatieproces stap voor stap verloop en onderdeel is van het normale bedrijfsproces

19
Q

Welke zijn de soorten ondernemers? (drie soorten)

A

Er zijn drie soorten ondernemers: de koplopers, de kansrijken en de volgers.

20
Q

Wat wordt er bedoeld met kennisslijtage?

A

In kleine bedrijven is er vaak sprake van kennisslijtage: er wordt te weinig aandacht besteed aan het op voldoende hoog niveau houden van kennis en bestaande kennis blijkt snel te verouderen