Hoofdstuk 11 Continuïteit en discontinuïteit Flashcards
Managementinformatie levert een belangrijke bijdrage aan de besturing en de beheersing van de organisatie. Op welke plaatst staat deze informatie?
Deze informatie blijkt op de tweede plaats te komen met een score van 53%. Op de eerste plaats komt de financiële informatie.
Hoe wordt de managementinformatie gezien door de staffunctionarissen?
Managementinformatie wordt door de staf- functionarissen vooral als een verantwoordingsinstrument gezien, daarna als beheersinstrument en als laatste als stuurinstrument. Deze informatie moet vooral toekomstgericht zijn.
Mintzberg schrijft dat managers vijf media tot hun beschikking hebben, welke zijn deze media?
- documenten;
- telefoontjes;
- geagendeerde besprekingen;
- ongeagendeerde besprekingen;
- en rondkijken.
Wat zijn informatiebronnen van de consument?
- Persoonlijke informatie: niet commercieel of commercieel (via verkopers)
- Niet-persoonlijke informatie: niet commercieel (free publicity, consumentengids) of commercieel (advertenties, folders)
- Eigen informatie: ervaringen, zelfkennis
Methoden om informatie te verzamelen zijn:
- Deskresearch
- Communicatieonderzoek
- Interviews, enquêtering
- Groepsdiscussies
- Observaties
- Gesprekken aan de borreltafel of in de wandelgang
Informatie moet voldoen aan de eis van tijdigheid, nauwkeurigheid en relevantie. Welke aspecten kunnen een rol spelen voor de kwaliteit van de informatie?
- De bronnen kunnen zelf onbetrouwbaar zijn.
- Veel gegevens worden als ‘oud nieuws’ beschouwd.
- Het waarschijnlijke wordt overdreven, het onwaarschijnlijke onderschat.
- Resultaten van een (te) kleine steekproef worden van representatief geacht.
- Selectieve waarneming speelt een rol.
- Leider van een proces van gegevensverzameling kan invloed op het resultaat hebben.
- Concrete gegevens hebben een hogere waarde dan abstracte of statische gegevens.
- Formele, primaire informatie is vaak te beperkt of onvolledig.
Welke zijn de oorzaken volgens Wissema waardoor informatie uitlekt?
- onnadenkendheid;
- wraak;
- ontslag van personeelsleden;
- geldnood;
- spionage of diefstal door derden;
- het geven van informatie aan buitenstaanders.
Wat geeft Wissema als wapens tegen het mogelijk uitlekken?
- mensen leren bewuster met informatie om te gaan;
- sociale controle;
- ontwikkelen van discipline;
- concurrentie- en geheimhoudingsbeding;
- beveiligen van de kopieerapparatuur;
- huiszoeking bij verdenking.
Waarvoor wordt benchmarking (bedrijfsvergelijkend onderzoek) gebruikt?
een moderne managementtechniek, gericht op het continu verbeteren van de prestatie van het bedrijf. Benchmarking is er op gericht om door meten en weten ook te verbeteren.
(Benchmarking vervolg) Het is de taak van het management om de meest geschikte technieken te selecteren met als doel de mogelijkheid en middelen van de organisatie zo optimaal mogelijk af te stemmen op de behoeften van de klant. welke vragen moeten er gesteld worden om deze doelstelling te bereiken?
- Welke organisatie doet iets beter dan de eigen onderneming?
- Waarom doen anderen het beter?
- Kan ons bedrijf dit ook toepassen?
Hoe is het benchmarkingproces opgebouwd?
- Definiëren onderwerpen
- Meten en vergelijken
- Begrijpen
- Veranderen en implementeren
- Opnieuw starten
Benoem de drie hoofdvormen die benchmarking is te onderscheiden:
- Internal benchmarking: de beste werkwijzen binnen de eigen organisatie vinden.
- Competitive benchmarking: de beste werkwijzen van concurrenten vinden en die vergelijken
met de eigen werkwijzen. - Functional benchmarking: het zoekproces strekt zich uit tot allerlei soorten ondernemingen.
Managementinformatie wordt door de staf- functionarissen vooral als
een verantwoordingsinstrument gezien, daarna als beheersinstrument en als laatste als stuurinstrument. Deze informatie moet vooral toekomstgericht zijn.
Benchmarking is in drie hoofdvormen te onderscheiden:
- Internal benchmarking: de beste werkwijzen binnen de eigen organisatie vinden.
- Competitive benchmarking: de beste werkwijzen van concurrenten vinden en die vergelijken
met de eigen werkwijzen. - Functional benchmarking: het zoekproces strekt zich uit tot allerlei soorten ondernemingen.
Benoem enkele signalen dat aangeeft dat het minder goed gaat met de onderneming.
- De omzetten stagneren, er wordt gezocht naar omzetvergroting
- Het personeelsbestand moet worden ingekrompen
- De kosten moeten afnemen
- De ondernemer handelt niet altijd daadkrachtig
- Men rekent vaak op verbetering en wil niet over de teruggang spreken
- Er worden geen deskundigen om advies gevraagd