Hoofdstuk 2: interpretatief-kritische, empirische en fenomenologische benadering Flashcards

1
Q

Wat houdt KPA in?

A

wisselende combinatie van
- narratief beschrijven
- klasseren
- schalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke historische tradities zijn de vormen van assessment geworteld?

A
  • narratief beschrijven: co-constructieve rol
  • diagnostisch klasseren: expertrol
  • schalen: neutrale rol testleider
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de basisassumpties van de empirische assessmentbenadering?

A
  • universele wetten op vlak van de menselijke geest
  • via wetenschappelijke methoden van op wetten
  • empirische observaties staan centraal
  • meten is weten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is meten volgens de klassieke meettheorie?

A

Een onderliggend referent empirisch exploreren door de grootte van onderliggende kwantitatieve eigenschappen ervan te bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is meten volgens Stevens?

A

Via beslissingsregels ordinaal getallen toekennen aan gebeurtenissen en objecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen de visie van de klassieke meettheorie op meten en de visie van Stevens op meten?

A
  • klassieke meettheorie -> ontdekking van een numeriek feit
  • Stevens -> toekenning van een cijfer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de assumpties van de latente variabele benadering?

A

Verschillende items bekijken en na gaan of die statistisch samen clusteren (is er sprake van onderliggende factor(en)?)
- latente variabele onder testresponsen
- ook toepasbaar op individuen
- nauwkeurige schatting van error
- latente variabele verwijst naar reële mentale entiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kijkt de empirische benadering naar psychologische assessment?

A

Kwantitatief schalen van kernvariabelen met minimale verstoring door variabele contextfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de assumpties van de interpretatieve benadering?

A
  • wetenschap construeert versies van de werkelijkheid
  • verschillende valide benaderingen van de werkelijkheid kunnen naast elkaar bestaan
  • belang van dialoog wetenschapper-participant om constructies van de werkelijkheid te vatten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kijkt de interpretatieve benadering naar psychologische assessment?

A

Vatten van de ‘geleefde ervaring’ van een individu binnen de context van diens geschiedenis en diens sociale context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de assumpties van de kritische benadering?

A
  • maatschappelijke machtsdynamieken sturen het denken over normaliteit en abnormaliteit
  • feiten zijn geconstrueerd en weerspiegelen een ideologische dimensie
  • discours (taalgebruik in sociale relaties) is het vehikel van machtsverhoudingen
  • het dominante neoliberale vertoog kleurt psychopathologie
  • onderdrukking/macht geeft grotere impact als mensen zich er bij neerleggen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kijkt de kritische benadering naar psychologische assessment?

A

Emancipatorisch nagaan hoe personen met psychische problemen gekneld zitten in machtsrelaties, vertogen en dynamieken van maatschappelijke ongelijkheid die leiden tot uitsluiting en stigmatisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het studieobject volgens de benaderingen?

A
  • empirisch: gestandaardiseerd in kaart brengen van direct observeerbaar gedrag , belevingsindicatoren en interactiekenmerken
  • interpretatief: beleving, gedrag en interacties lezen in context van beleving, geschiedenis, relaties, gezin en cultuur
  • kritisch: beleving, gedrag en interacties lezen in context van beleving, geschiedenis, relaties, gezin en cultuur + interpretaties van gedrag zijn steeds subjectief en waardebeladen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de werkwijze volgens de benaderingen?

A
  • empirisch: meten en evalueren binnen de context van de empirische cyclus (hypothesen formuleren en toetsen)
  • interpretatief-kritisch: gecontextualiseerde narratieve beschrijving (thick descriptions) binnen de context van abductief redeneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ontstaat variatie binnen en tussen individuen bij de benaderingen?

A
  • empirisch: kwantitatieve variantie (verschillen tussen testscores)
  • interpretatief kritische: kwalitatieve variantie (verschillen tussen verhalen en daarbij horende contexten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe zorgen de benaderingen voor kwaliteitscontrole?

A
  • empirisch: kwantitatieve methoden -> instrumenten optimaliseren
  • interpretatief-kritisch: kwalitatieve methoden -> verzamelen en systematiseren van narratieve data optimaliseren
17
Q

Hoe zorgen de benaderingen voor een multi-methodische aanpak?

A
  • empirisch: geoptimaliseerd gebruik van gestandaardiseerde methoden met een ondersteuning vanuit niet-gestandaardiseerde methoden
  • interpretatief-kritisch: geoptimaliseerd gebruik van open methoden die veel ruimte bieden aan spontane expressie en interactie met ondersteuning vanuit gestandaardiseerde methoden
18
Q

Wat houdt de fenomenologische benadering in?

A
  • doel: bewuste beleving patiënt door empathisch invoelen en begrijpen toegankelijk maken
  • inleven in de patiënt om zo te proberen verstaan waaraan de persoon lijdt
  • beroep doen op spreken van mensen en op oordeel dat wordt geveld over eigen ervaringen
  • opschorten van wat zelfsprekend vinden
  • centrale vraag: hoe ervaart patiënt zichzelf en de wereld?
19
Q

Wat is volgens Jaspers de cruciale taak van de clinicus en hoe doet hij dit?

A

Invoelend begrijpen van wat patiënten doormaken
1. klachten van de patiënt zo exact mogelijk beschrijven
2. beschrijving van de levenscontext waarbinnen klachten vroeger opdoken en nu nog steeds verschijnen
3. zich empathisch inleven in wat de patiënt doormaakt