Hoofdstuk 2 Flashcards
Wat persoonlijkheid in juridische zijn
De bevoegdheid hebben om drager te zijn van juridische rechten en plichten. Persoon in juridische zin is rechtsbevoegd: kan juridische rechten en plichten dragen.
Wat zijn rechtssubjecten
personen in het recht
Wat is rechtssubjectiviteit
dat de persoon kan handelen in het rechtsverkeer en onderworpen is aan het recht, dat moet gehoorzamen (beide i.t.t. rechtsobjecten).
Wat is rechtspositie
geheel van rechten en plichten
Wat wordt bedoeld met de rechten van iemand
dan wordt gedoeld op de subjectieve rechten van een persoon. aanspraken die je jegens iemand kan afdwingen.
Wat wordt in het recht verstaan onder een bevoegdheid.
Een door het recht erkende of gecreëerde mogelijkheid om iets te doen of na te laten.
Welke twee soorten bevoegdheden.
Bevoegdheid tot feitelijk handelen en bevoegdheid tot verrichten van rechtshandelingen.
Welke 3 voorwaarde als er recht is tot feitelijk handelen.
- het is niet verboden deze handeling te verrichten. 2. de overheid of private persoon kan het niet verbeiden. 3. Je kunt hiervoor in principe niet aansprakelijk worden gesteld.
Verschil feitelijk handeling rechtshandeling
rechtshandeling is met beoogt rechtsgevolg. bij rechtshandeling worden rechten en plichten in het leven geroepen.
Om welke redenen (4) legt het recht juridische plichten op aan personen.
- je hebt de plicht zelf gewild (door rechtshandeling). 2. je hebt mensen schade aan lijf of goed berokkend door onrechtmatige daad (plicht tot schadevergoeding). 3. in het belang van de gemeenschap (bijv. belastingplicht). 4. de staat weet wat goed voor je is (paternalisme, vb gordel dragen).
Waardoor kan de rechtspositie van een persoon veranderen.
- rechtshandelingen, 2. feitelijke handelingen. 3. feitelijke gebeurtenissen die geen handelingen zijn (geboorte, overlijden, ouder worden).
Aan wie kun je handelingen toerekenen?
Aan natuurlijke personen staan in voor juridische gevolgen van hun handelen (eigen verantwoordelijkheid) en aan rechtspersonen (voor zover deze in lijn liggen met het statutaire doel van de vennootschap).
Noem vier uitzonderingen waarbij een persoon niet of niet geheel zelf verantwoordelijk is voor zijn handelen.
minderjarig, persoon onder curatele, persoon onder mentorschap, onder bewind.