Hoofdstuk 13 Flashcards
1
Q
SR: Op welke manier autoriseert het recht tot uitvoering?
A
- rechterlijke uitspraak
- dwangmiddel tot niet belemmering vh strafrechtelijk onderzoek.
- eigenmachtig
2
Q
PR: Op welke manier autoriseert het recht tot uitvoering?
A
- Rechtelijke uitspraak + deurwaarder
- authentieke akte + deurwaarder
- soms zonder uitvoerbare titel BW: 5:44 lid 1, 6:262 3:290.
3
Q
SR: tegen wie en op wat wordt uitgevoerd?
A
- Op het lichaam (doding, vrijheidsbeneming)
- op goed (vernietiging hennepplantage).
4
Q
PR: tegen wie en op wat wordt uitgevoerd?
A
- op lichaam (gijzeling)
- op goed
5
Q
SR: wie is bevoegd tot uitvoering?
A
- overheidsfunctionarissen
- Particulieren (noodweer, aanhouding heterdaad)
6
Q
PR: wie is bevoegd tot aanhouding
A
- overheidsfunctionaris
- particulier: retentierecht, ontbinding.