Hoofdstuk 2 Flashcards
4 soorten gegevens
(taxonomie door Cattell)
- S-data, zelfrapportering
- O-data, observeerder rapportering
- T-data, testgegevens
- L-data, levensgegevens
Leg uit: S-data
Essentie: persoon rapporteert data over zichzelf
- ongestructureerd of semigestructureerd
–> open vragen
–> projectieve technieken
- gestructureerd
–> zelfrapporteringsvragenlijst (meerdere vormen)
Probleem met ongestructureerde zelfrapportering
–> Hoog subjectief karakter: betrouwbaarheid en validiteit in twijfel getrokken
Nood aan objectieve coderingsschema’s om data te categoriseren en vergelijkbaar te maken
nu: meten van centrale aspecten van iemands identiteit
Voor- en nadelen van S-data
Voordelen:
- Persoon is de enige met directe kennis over eigen interne wereld
- Makkelijk en snel, veelheid aan informatie
Nadelen:
-Afhankelijk van motivatie
- Afhankelijk van capaciteiten
- Gevoelig voor (on)opzettelijke vervormingen: bias
–> sociale wenselijkheid, zelfrepresentatie
–> geheugenbiassen (bv: peak-end rule: bij rapportering baseert men zich op de meest intense ervaring en de laatste ervaring)
Leg uit: O-data
Essentie: beschrijving niet door de persoon zelf, maar door een andere persoon met dezelfde techniek als s-data
Door:
- getrainde beoordelaars
- gekende van de persoon die wordt onderzocht
Hoe, is afhankelijk van het doel van het onderzoek en de nodige info
–> in natuurlijke setting of labo
Voor- en nadelen O-data
Voordelen:
- zelfrepresentatiebias valt weg
- Andere soort informatie: externe wereld, waarneming van buitenkant
- Meer observatoren: interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
Nadelen:
- Andere biassen komen op: observator heeft ook impliciete theorieën die informatieverwerking beïnvloeden, is geen neutraal en onbeschreven blad
- Enkel warneming van externe wereld
Leg uit: T-data
Gegevens van gestandaardiseerde tests: personen in gestandaardiseerde omgeving gebracht en reactie op bepaalde stimuli wordt gemeten
- Taken
- Manipulaties
- Enorm arsenaal aan metingen:
–> gedrag
–> zelfrapportage
–> fysiologie
Voor- en nadelen T-data
Voordelen:
- Direct vergelijkbaar, want geen confounders, gestandaardiseerd
- Vele objectieve metingen mogelijk door laboratoriumsituatie
- Mogelijkheid tot causale uitspraken
Nadelen:
- Ecologische validiteit? situatie echt genoeg?
- Toch nog storende variabelen mogelijk
Leg uit: L-data
Essentie: gegevens over het leven van individuen obv hun activiteiten
–> publieke data
- SNOOP: manier waarop men eigen werkelijkheid vormgeeft zegt mogelijk iets over persoonlijkheid en intelligentie
- The Age of Big Data: alles wordt getraceerd en is vindbaar
Toepassingen van L-data
- Risico op psychopathologie afleiden: correlatie tussen depressie en GPS-informatie –> minder bewegen= meer depressie, voorspellen van manie als GPS aangeeft dat er meer bewogen wordt en zo optijd kunnen ingrijpen
- Hedonometer: enorme data-analyse obv algoritmes over tweets
Voor- en nadelen L-data
Voordelen:
- Objectieve, levensechte gegevens
–> ecologische validiteit
- Gemakkelijk beschikbaar
- Op grote schaal
Nadelen:
- Soms moeilijk beschikbaar
- Kans op misbruik
- Lost het de verwachtingen in?
- Privacy? Ethisch?
Mogelijke verbanden tussen verschillen
- Kwalitatief-Kwalitatief: ALS-DAN - verband
vb: wel/niet iemand slaan & man/vrouw - Kwalitatief-kwantitatief
vb: man/vrouw & score op agressie vragenlijst - Kwantitatief- kwantitatief: de correlatie
Vuistregel van Cohen (correlatie)
- r< .10 = triviaal
-.10< r < .30 = klein verband - .30 < r < .50 = medium verband
- .50 < r = sterk verband
Soorten correlatie
Tussen gegevens, binnen 1 persoon
- O-correlatie: tussen momenten over variabele heen
In welke maten lokken twee situaties een gelijkaardig patroon aan reacties uit
- P-correlatie: tussen variabelen over momenten
In welke maten gedragen afhankelijke variabelen zich gelijkaardig over verschillende momenten heen
Tussen gegevens, binnen 1 moment
- Q- correlatie: tussen personen, over variabelen
In welke maten hebben 2 personen gelijkaardige gedragingen in één situatie
- R-correlatie: tussen variabelen, over personen
In welke maten hangen bepaalde gedragingen samen op 1 moment, over personen heen
Tussen gegevens binnen 1 variabelen
- S-correlatie: tussen personen, over momenten
In welke mate vertonen personen in verschillende situaties een gelijkaardige mate van een bepaald gedrag
- T-correlatie: tussen momenten, over personen
In welke mate hangen verschillende situaties samen op vlak van één specifieke gedraging