Hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

4 soorten gegevens
(taxonomie door Cattell)

A
  • S-data, zelfrapportering
  • O-data, observeerder rapportering
  • T-data, testgegevens
  • L-data, levensgegevens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg uit: S-data

A

Essentie: persoon rapporteert data over zichzelf
- ongestructureerd of semigestructureerd
–> open vragen
–> projectieve technieken
- gestructureerd
–> zelfrapporteringsvragenlijst (meerdere vormen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Probleem met ongestructureerde zelfrapportering

A

–> Hoog subjectief karakter: betrouwbaarheid en validiteit in twijfel getrokken

Nood aan objectieve coderingsschema’s om data te categoriseren en vergelijkbaar te maken
nu: meten van centrale aspecten van iemands identiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voor- en nadelen van S-data

A

Voordelen:
- Persoon is de enige met directe kennis over eigen interne wereld
- Makkelijk en snel, veelheid aan informatie

Nadelen:
-Afhankelijk van motivatie
- Afhankelijk van capaciteiten
- Gevoelig voor (on)opzettelijke vervormingen: bias
–> sociale wenselijkheid, zelfrepresentatie
–> geheugenbiassen (bv: peak-end rule: bij rapportering baseert men zich op de meest intense ervaring en de laatste ervaring)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg uit: O-data

A

Essentie: beschrijving niet door de persoon zelf, maar door een andere persoon met dezelfde techniek als s-data

Door:
- getrainde beoordelaars
- gekende van de persoon die wordt onderzocht

Hoe, is afhankelijk van het doel van het onderzoek en de nodige info
–> in natuurlijke setting of labo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voor- en nadelen O-data

A

Voordelen:
- zelfrepresentatiebias valt weg
- Andere soort informatie: externe wereld, waarneming van buitenkant
- Meer observatoren: interbeoordelaarsbetrouwbaarheid

Nadelen:
- Andere biassen komen op: observator heeft ook impliciete theorieën die informatieverwerking beïnvloeden, is geen neutraal en onbeschreven blad
- Enkel warneming van externe wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg uit: T-data

A

Gegevens van gestandaardiseerde tests: personen in gestandaardiseerde omgeving gebracht en reactie op bepaalde stimuli wordt gemeten
- Taken
- Manipulaties
- Enorm arsenaal aan metingen:
–> gedrag
–> zelfrapportage
–> fysiologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voor- en nadelen T-data

A

Voordelen:
- Direct vergelijkbaar, want geen confounders, gestandaardiseerd
- Vele objectieve metingen mogelijk door laboratoriumsituatie
- Mogelijkheid tot causale uitspraken

Nadelen:
- Ecologische validiteit? situatie echt genoeg?
- Toch nog storende variabelen mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg uit: L-data

A

Essentie: gegevens over het leven van individuen obv hun activiteiten
–> publieke data

  • SNOOP: manier waarop men eigen werkelijkheid vormgeeft zegt mogelijk iets over persoonlijkheid en intelligentie
  • The Age of Big Data: alles wordt getraceerd en is vindbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Toepassingen van L-data

A
  • Risico op psychopathologie afleiden: correlatie tussen depressie en GPS-informatie –> minder bewegen= meer depressie, voorspellen van manie als GPS aangeeft dat er meer bewogen wordt en zo optijd kunnen ingrijpen
  • Hedonometer: enorme data-analyse obv algoritmes over tweets
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voor- en nadelen L-data

A

Voordelen:
- Objectieve, levensechte gegevens
–> ecologische validiteit
- Gemakkelijk beschikbaar
- Op grote schaal

Nadelen:
- Soms moeilijk beschikbaar
- Kans op misbruik
- Lost het de verwachtingen in?
- Privacy? Ethisch?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mogelijke verbanden tussen verschillen

A
  • Kwalitatief-Kwalitatief: ALS-DAN - verband
    vb: wel/niet iemand slaan & man/vrouw
  • Kwalitatief-kwantitatief
    vb: man/vrouw & score op agressie vragenlijst
  • Kwantitatief- kwantitatief: de correlatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vuistregel van Cohen (correlatie)

A
  • r< .10 = triviaal
    -.10< r < .30 = klein verband
  • .30 < r < .50 = medium verband
  • .50 < r = sterk verband
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Soorten correlatie

A

Tussen gegevens, binnen 1 persoon
- O-correlatie: tussen momenten over variabele heen
In welke maten lokken twee situaties een gelijkaardig patroon aan reacties uit
- P-correlatie: tussen variabelen over momenten
In welke maten gedragen afhankelijke variabelen zich gelijkaardig over verschillende momenten heen

Tussen gegevens, binnen 1 moment
- Q- correlatie: tussen personen, over variabelen
In welke maten hebben 2 personen gelijkaardige gedragingen in één situatie
- R-correlatie: tussen variabelen, over personen
In welke maten hangen bepaalde gedragingen samen op 1 moment, over personen heen

Tussen gegevens binnen 1 variabelen
- S-correlatie: tussen personen, over momenten
In welke mate vertonen personen in verschillende situaties een gelijkaardige mate van een bepaald gedrag
- T-correlatie: tussen momenten, over personen
In welke mate hangen verschillende situaties samen op vlak van één specifieke gedraging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly