Hoofdstuk 1: doelstellingen Flashcards
Wat is het algemene doel van PID
- Beschrijven van
– > verschillen: op welke vlakken verschillen mensen, wat zijn de belangrijkste
–> verbanden tussen verschillen: welke verschillen hangen samen - Verklaren van de basis van deze verschillen
Beschrijven van verschillen
Impliceert vergelijking
- interindividueel
- intraindividueel
- Intergroepsverschillen
- Interindividuele verschillen in intraindividuele verschillen
–> 2 grote deeldomeinen van verschillen
- Cognitief functioneren
- Persoonlijkheid
Interindividuele verschillen
verschillen tussen mensen
Intraindividuele verschillen
verschillen binnen mensen
Intergroepsverschillen
verschillen tussen groepen
Interindividuele verschillen in intraindividuele verschillen
Intraindividuele verschillen vergelijken tussen personen
–> verschillen tussen mensen in hun persoonlijk gedragsprofiel
Beschrijven van verbanden tussen verschillen
Verschillen in 1 variabele in verband brengen met verschillen in een andere variabele –> hoe hangen deze samen?
DOEL: causaal maken
1. om zicht te krijgen op de structuur van verschillen tussen mensen en hoe verschillen op verschillende vlakken onderling samenhangen
2. Verschillen verklaren: wat ligt er aan de basis van deze verschillen
Verklaren van verschillen en verbanden
Op verschillende niveaus
- Proximale verklaringen
- Distale verklaringen
Proximale verklaringen
Factoren die dicht in ruimte en tijd liggen bij te verklaren fenomeen
vb: hitte en agressie
Distale verklaringen
Factoren die verderaf liggen in tijd en ruimte van het te verklaren fenomeen
vb: evolutionaire verklaringen
Expliciete theorie
Theorieën en bevindingen in wetenschappelijke literatuur over de aard en oorzaken van verschillen (vnl door wetenschappers)
–> gepubliceerd, dus kenbaar voor andere
= domein van PID
Impliciete theorie
Impliciete opvattingen van mensen over de aard en oorzaken van menselijk gedrag en verschillen hierin
–> niet rechtstreeks kenbaar
–> onrechtstreeks onderzocht door bv inferenties (afleidingen)
= Domein van persoonsperceptie (sociale psychologie)
–> Doorgaans door leken uitgevonden en door ww onthuld of door media beschreven
verband tussen expliciet en impliciet?
Ze beïnvloeden elkaar, ze zijn niet onafhankelijk
–> Expliciete theorieën worden gecontamineerd door impliciete theorieën
- door onderzoeker: is ook een leek met eigen vooroordelen (moet hier bewust van zijn)
- door proefpersoon: impliciete theorieën van proefpersonen contamineren vaak onderzoek
–> vraagkarakteristieken
–> proefpersoon heeft bepaalde verwachtingen over de verwachtingen van de onderzoekeer en dit heeft invloed op hun gedrag (niet natuurlijk gedrag als gevolg van impliciete theorie
–> impliciete theorieën worden beïnvloed door expliciete theorieën
Onderzoeksresultaten worden verspreid via media en hebben zo invloed op impliciete theorieën over verschillen tussen mensen