Hoofdstuk 14: Anaërobe grampositieve bacillen Flashcards

1
Q

In welke 2 groepen worden de Anaërobe Grampositieve bacillen​ opgedeeld?

A

endosporenvormende bacillen

niet-sporenvormende bacillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke bacteriën behoren tot de endosporenvormende bacillen?

A

Clostridium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke bacteriën behoren tot de niet-sporenvormende bacillen?

A

Actinomyces, Bifidobacterium, Cutibacterium en Eubacterium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een exogene besmetting?

A

Besmetting uit de natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een endogene besmetting?

A

Besmetting vanuit het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat maakt Clostridium pathogeen?

A

Toxines (endosporen met uitzondering van C. perfringens)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vorm Clostridium

A

dikke staven met afgeronde uiteinden (hoe ouder, hoe langer, hoe meer sporen)​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gramkleuring Clostridium

A

Gram positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Pathogeniteit Clostridium

A

gasgangreen

gangreen = necrose, afsterving van weefsel​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hemolyse patroon CLostridium

A

dubbele zone beta hemolyse met grijze kolonies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke test wordt ingezet ter identificatie van Clostridium?

A

De omgekeerde CAMP-test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pathogeniteit Clostridium botulinum​

A

botulisme (voedselintoxicatie)​ door productie neurotoxine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is botulisme?

A

aantasting van perifere motorische zenuwen met “slappe” verlamming tot gevolg​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kunnen ze de toxines opsporen van Clostridium botulinum​

A

adhv dierproeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pathogeniteit Clostridium tetani​

A

tetanus: neurologisch syndroom door neurotoxine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Typisch microscopisch kenmerk Clostridium tetani​

A

terminaal uitpuilende spore -> lijkt op een trommelstok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Gevolgen neurotoxine Clostridium tetani​

A

vrijstelling neurotransmitters (overdracht stof -> overdracht van zenuwimpulsen tussen zenuwcellen) verhinderd​ met permanente spiercontactie

18
Q

Suiker vergisting Clostridium tetani

A

Niet

19
Q

Pathogeen vermogen Clostridium difficile​

A

oorzaak van diarree en colitis na of tijdens inname van AB

20
Q

Waar wijst een niet intacte cellijn op?

A

op een cytopathogeen effect

21
Q

Leg de cytotoxine test voor detectie van toxine van C.difficile​ uit

A

cellijn + antisera toxine A en B​

Suspensie maken van faecesstaal in verdunningsvloeistiof​

centrifugatie

celvrije supernatant enten op cellen​

incuberen

22
Q

Agar ter isolatie van C.difficile​

A

CCFA (Cycloserine Cefoxitin Fructose Agar)

23
Q

Hoe is de CCFA agar selectief?

A

cycloserine en cefoxitine (AB)

24
Q

Hoe is de CCFA agar differentieel?

A

Door fructose en neutraalrood (+ eigeel)

25
Q

Uitzicht kolonies C.difficile

A

gele kolonies met gekartelde rand

26
Q

Geur C.difficile

A

paardenstal geur

27
Q

Hoe kan Clostridium difficile opgespoord worden?

A

antigeenopsporing (sandwich ELISA)

28
Q

Wat is de nieuwe trend om clostridium difficile te genezen?

A

Faeces Microbiota Transfer​

29
Q

Aan welke criteria moet een donor voldoen om FMT uit te voeren?

A

verwant versus niet verwant​

negatieve serologie (HIV, ..)

negatieve faeceskweek voor enteropathogene

Normaal algemeen bloedbeeld

Geen chronische constipatie/diarree

geen antibiotica, immunosuppressiva of chemotherapie (3mnd)

30
Q

Gramkleuring Actinomycetaceae​

A

Gram positief

31
Q

Vorm Actinomycetaceae​

A

Lange vertakte draden

32
Q

Waarin verschilt Actinomycetaceae​ met Nocardia?

A

niet zuurvast

33
Q

Wat is een typisch kenmerk voor Actinomyces​ israelli

A

Gele zwavelkorrels in pus

34
Q

Pathogeen vermogen Actinomyces​ israelli

A

actinomycose

35
Q

Gramkleuring Bifidobacterium​

A

Gram positief

36
Q

Vorm Bifidobacterium​

A

staafje, polymorf

37
Q

Gramkleuring Eubacterium

A

Gram positief

38
Q

Gramkleuring Eubacterium

A

Gram positief

39
Q

Pathogeniteit Eubacterium

A

nooit pathogeen

40
Q

Cutibacterium​ acnes gramkleuring

A

gram positief

41
Q

Vorm Cutibacterium​ acnes

A

bacil

42
Q

Wat veroorzaakt Cutibacterium​ acnes?

A

komt voor in acne puisten samen met S.Aureus