Hoofdstuk 14: Anaërobe grampositieve bacillen Flashcards
In welke 2 groepen worden de Anaërobe Grampositieve bacillen opgedeeld?
endosporenvormende bacillen
niet-sporenvormende bacillen
Welke bacteriën behoren tot de endosporenvormende bacillen?
Clostridium
Welke bacteriën behoren tot de niet-sporenvormende bacillen?
Actinomyces, Bifidobacterium, Cutibacterium en Eubacterium
Wat is een exogene besmetting?
Besmetting uit de natuur
Wat is een endogene besmetting?
Besmetting vanuit het lichaam
Wat maakt Clostridium pathogeen?
Toxines (endosporen met uitzondering van C. perfringens)
Vorm Clostridium
dikke staven met afgeronde uiteinden (hoe ouder, hoe langer, hoe meer sporen)
Gramkleuring Clostridium
Gram positief
Pathogeniteit Clostridium
gasgangreen
gangreen = necrose, afsterving van weefsel
hemolyse patroon CLostridium
dubbele zone beta hemolyse met grijze kolonies
welke test wordt ingezet ter identificatie van Clostridium?
De omgekeerde CAMP-test
Pathogeniteit Clostridium botulinum
botulisme (voedselintoxicatie) door productie neurotoxine
Wat is botulisme?
aantasting van perifere motorische zenuwen met “slappe” verlamming tot gevolg
Hoe kunnen ze de toxines opsporen van Clostridium botulinum
adhv dierproeven
pathogeniteit Clostridium tetani
tetanus: neurologisch syndroom door neurotoxine
Typisch microscopisch kenmerk Clostridium tetani
terminaal uitpuilende spore -> lijkt op een trommelstok