Hoofdstuk 13: Gramnegatieve anaërobe bacteriën Flashcards
Waar staat SOD voor
superoxidedismutase enzym
Hoe worden anaërobe bacteriën geïncubeerd?
in een anaërobe jarpot gedure,de 48u of in een anaërobe incubator
welke stoffen zijn nodig voor anaërobe groei?
reducerende stoffen (elektronendonors)
vb: thioglycollaat, cysteïne
Waar komen anaërobe bacteriën voor?
op slijmvliezen mondholte, gastro-intestinale en urogenitale tractus
Gramkleuring Bacteriodes fragilis
Gram negatief
Pathogeen vermogen Bacteriodes fragilis
Endogene infecties en zelden lokale ontstekingsprocessen van intestinale slijmvlies
synergetische infectie: facultatief anaëroben zorgen voor lage redoxpotentiaal, waarin strikt anaëroben zich vermenigvuldigen
gevolg -> abcesvorming
Klinische tekens van anaërobe infecties
Infectie nabijheid slijmvliezen
Necrotisch weefsel (gebrek aan O2)
Aanwezigheid gas
Welke stalen komen niet in aanmerking voor anaërobe infecties?
opgehoest sputum, faeces, midstream urine en keeluitstrijkjes
Welke bodems worden gebruikt voor anaëroben?
Verrijkte BA
Wilkins Chalgren agar
Wat wordt er toegevoegd aan bodems voor anaëroben?
Aminoglycosiden om facultatief anaëroben te onderdrukken
reducerende stoffen (thioglycolaat, cysteïne)
Welke bodem is specifiek voor Bacteroides fragilis?
Bile Eskuline agar (BBE) met een hoge conc aan aminoglycosiden
Welke techniek ondervindt geen negatieve effecten van de blootstelling aan zuurstof?
MALDITOF-MS