Hoofdstuk 13: Gramnegatieve anaërobe bacteriën Flashcards

1
Q

Waar staat SOD voor

A

superoxidedismutase enzym

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe worden anaërobe bacteriën geïncubeerd?

A

in een anaërobe jarpot gedure,de 48u of in een anaërobe incubator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke stoffen zijn nodig voor anaërobe groei?

A

reducerende stoffen (elektronendonors)

vb: thioglycollaat, cysteïne​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar komen anaërobe bacteriën voor?

A

op slijmvliezen mondholte, gastro-intestinale en urogenitale tractus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gramkleuring Bacteriodes fragilis

A

Gram negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pathogeen vermogen Bacteriodes fragilis

A

Endogene infecties en zelden lokale ontstekingsprocessen van intestinale slijmvlies

synergetische infectie: facultatief anaëroben zorgen voor lage redoxpotentiaal, waarin strikt anaëroben zich vermenigvuldigen

gevolg -> abcesvorming​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Klinische tekens van anaërobe infecties

A

Infectie nabijheid slijmvliezen

Necrotisch weefsel (gebrek aan O2)

Aanwezigheid gas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke stalen komen niet in aanmerking voor anaërobe infecties?

A

opgehoest sputum, faeces, midstream urine en keeluitstrijkjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke bodems worden gebruikt voor anaëroben?

A

Verrijkte BA
Wilkins Chalgren agar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt er toegevoegd aan bodems voor anaëroben?

A

Aminoglycosiden om facultatief anaëroben te onderdrukken​

reducerende stoffen (thioglycolaat, cysteïne)​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke bodem is specifiek voor Bacteroides fragilis?

A

Bile Eskuline agar (BBE) met een hoge conc aan aminoglycosiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke techniek ondervindt geen negatieve effecten van de blootstelling aan zuurstof?

A

MALDITOF-MS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly