Hoofdstuk 10: Moeilijk kweekbare gramnegatieven Flashcards
Welke bacteriën behoren tot de HACEK-groep?
Aggregatibacter, Cardiobacterium, Eikenella en Kingella
Waar komt de HB-5 groep voor?
genitale slijmvliezen
Wat is kenmerkend voor de HACEK groep?
Trage groei op bloedagar of chocolade agar
Groeien niet op kamertemperatuur
Zwakke groei of geen groei op McConkey
Gramkleuring Aggregatibacter aphrophilus
Gram neg
Vorm Aggregatibacter aphrophilus
coccobacil
Pathogeen vermogen Aggregatibacter aphrophilus
abcessen in de mondholte, geassocieerd met andere bacteriën
hemocultuur van Aggregatibacter aphrophilus
verdacht voor endocarditis (ontsteking van de hartklep)
Katalase Aggregatibacter aphrophilus
Negatief, dit kenmerk is het verschil tussen de andere Aggregatibacter sp.
Groei van Aggregatibacter aphrophilus op chocolade agar
Granuleuze gele kolonies
Gramkleuring Aggregatibacter actinomycetemcomitans
Gram neg
Vorm Aggregatibacter actinomycetemcomitans
Coccobacil
Pathogeen vermogen Aggregatibacter actinomycetemcomitans
Commensale flora
Infecties: endocarditis, periodontitis, en gemengde infecties met actinomyces
Katalase Aggregatibacter actinomycetemcomitans
Positief
Vergisting van Aggregatibacter actinomycetemcomitans
Glucose, geen lactose of sucrose
Gramkleuring Cardiobacterium
Gram neg
Vorm Cardiobacterium
pleomorfe bacil (per 2 of korte kettingen)
Typische vorm Cardiobacterium
Rozetvorm