Hoofdstuk 13 Flashcards
de eend
noun
the duck
noun
voeren
transitive verb
to feed
to lead, keep, carry
transitive verb
een bepaald merk voeren
(carry/sell a particular brand)
eendjes (brood) voeren
(feed (bread to) the ducks)
iemand dronken voeren
(get/make someone drunk)
het postkantoor
noun
the post office
noun
de jarige
noun
the person having a birthday (birthday boy/girl)
noun
de bende
noun
the gang
the mess
noun
een bende vormen
(gang up/together, band together)
een bende maken van
(mess up)
de moord
noun
the murder
noun
de moord plegen
verb phrase
to commit murder
verb phrase
Ik zou een moord plegen voor dat gevoel.
(I’d kill for that feeling.)
de bruiloft
noun
the wedding
noun
dat heeft heel wat voeten in de aarde
idiom
that will take some doing,
you’ll have your work cut out with that,
that won’t be easy
idiom
Zo’n bruiloft heeft heel wat voeten in de aarde.
(A wedding like that takes a lot of work.)
de trouwdag
noun
the wedding day
noun
klaarstaan
intransitive verb, separable
to be ready, waiting
intransitive verb
het eten staat klaar
(the meal is ready)
altijd voor iemand klaarstaan
(always be ready/available to help someone)
prikken
transitive verb
to jab
to pick/set
transitive verb
het gaatjes prikken in de oren is pijnloos
(ear piercing is painless)
lek prikken
(puncture)
een datum prikken
(to set/fix a date)
een datum prikken
verb phrase
to set/fix a date
verb phrase
De datum moet worden geprikt.
(The date must be set.)
het gemeentehuis
noun
the town hall, local government offices
noun
opnoemen
transitive verb, separable
to name, enumerate
transitive verb
Te veel om op te noemen!
(Too many to list!)
de maanden van het jaar opnoemen
(name the months of the year)
het trouwfeest
noun
the wedding party/reception
noun
Ik denk echt dat het trouwfeest hier in Nederland gevierd moet worden.
(I really think the wedding celebration should be held here in the Netherlands.)
een huwelijk sluiten
verb phrase
to marry someone, officiate a marriage
verb phrase
Een rechter kan een huwelijk sluiten.
(A judge can perform a marriage.)
Het is makkelijker als het huwelijk in Nederland kan worden gesloten.
(It is easier if the marriage can be performed in the Netherlands.)
grof
adjective/adverb
coarse, rough
gross, rude
adjective/adverb
grof brood
(coarse/rough bread)
hij is grof van bouw
(he is big-boned/heavily built)
grove beledigingen
(gross insults)
grove manieren
(bad manners)
grof geld
idiom
big money, top dollar
idiom
Als iedereen naar China moet, dan moet daar grof geld voor worden betaald.
(If everyone has to go to China, they will have to pay big money for it.)
sober
adjective/adverb
austere, frugal
plain, simple
adjective/adverb
Het feest hoeft toch ook weer niet heel sober te worden gevierd?
(The party does not have to be very austere, does it?)
in de papieren lopen
idiom
to be expensive
idiom
Het feest moet klein worden gehouden. Anders loopt het te veel in de papieren.
(The party should be kept small. Otherwise it will be too expensive.)
talrijk
adjective/adverb
numerous
adjective/adverb
In Amsterdam zijn talrijke leuke restaurants.
(There are numerous fine restaurants in Amsterdam.)
de hoofdprijs
noun
first prize
noun
de hoofdprijs vragen/betalen
idiom
to ask/pay a huge amount of money
idiom
Er wordt door restaurants in Amsterdam de hoofdprijs gevraagd!
(Restaurants in Amsterdam are charging top prices!)
een telefoontje plegen
verb phrase
to make a phone call
verb phrase
Kunnen er niet even wat telefoontjes worden gepleegd?
(Can’t some phone calls be made?)
rondbellen
intransitive verb
to call around
intransitive verb
Na een uurtje rondbellen kan het overleg worden hervat.
(After an hour of calling around, discussions could resume.)
hervatten
transitive verb
to resume, continue
transitive verb
laten wij ons gesprek hervatten
(let’s resume our discussion)
qua
preposition
as regards, as to/for, in terms of
preposition
Amsterdam is inderdaad niet de beste optie qua kosten.
(Amsterdam is indeed not the best option in terms of cost.)
overigens
adverb
apart from that
by the way
adverb
Ik wil overigens dat er veel mensen kunnen worden uitgenodigd.
(By the way, I want to be able to invite a lot of people.)
onder overigens gelijke omstandigheden
(all other things being equal)
de trouwerij
noun
the wedding
noun
In Drenthe kan een trouwerij vast voor veel minder geld worden georganiseerd.
(In Drenthe, I am sure a wedding can be organised for much less money.)
ultiem
adjective
ultimate
adjective
Dat klinkt as het ultieme compromis.
(That sounds like the ultimate compromise.)
peperduur
adjective
very expensive
adjective
Zo wordt de bruiloft niet peperduur.
(That way, the wedding won’t be super expensive.)
uitstekend
adjective/adverb
excellent, first-rate
adjective/adverb
daarentegen
adverb
on the other hand, by contrast
adverb
hij is zeer radicaal, zijn broer daarentegen conservatief
(he is a strong radical, whereas his brother is a conservative)
het instituut
noun
the institution, institute
noun
het instituut van het huwelijk
(the institution of marriage)
het Instituut voor Toegepaste Taalkunde
(the Institute of Applied Linguistics)
in mijn ogen
idiom
in my opinion/view
idiom
Dat is in mijn ogen erg belangrijk.
(In my view that is very important.)
conservatief
adjective/adverb
conservative
adjective/adverb
extreem conservatief
(ultra-conservative)
niet meer van deze tijd
idiom
out of date, old-fashioned
idiom
In mijn ogen is het huwelijk niet meer van deze tijd.
(In my opinion, marriage is out of date.)
afschaffen
transitive verb
to dispense with
to abolish, lift
transitive verb
Van mij mag het hele huwelijk afgeschaft worden.
(As far as I’m concerned, the whole institution of marriage can be abolished.)
de slavernij/doodstraf afschaffen
(abolish slavery/capital punishment)
de belastingdienst
noun
the tax authorities
noun
het opzicht
noun
the respect, aspect
noun
In dit opzicht voelt het al alsof we getrouwd zijn.
(In this respect, it already feels like we are married.)
in politiek opzicht
(from a political viewpoint)
in dit opzicht
in this respect
In dit opzicht voelt het al alsof we getrouwd zijn.
(In this respect, it already feels like we are married.)
binden
verb
to bind
to tie up
verb
Ik voel de behoefte niet om me op een andere manier aan hem te binden.
(I don’t feel the need to commit/bind myself to him in any other way.)
zich binden aan
to commit oneself to
Ik voel de behoefte niet om me op een andere manier aan hem te binden.
(I don’t feel the need to commit/bind myself to him in any other way.)
met allerlei toeters en bellen
idiom
with all the trimmings/pomp and circumstance/bells and whistles
idiom
Een bruiloft met allerlei toeters en bellen zie ik echt niet zitten.
(A wedding with all kinds of bells and whistles is something I really can’t see.)
het driedelig pak
noun
the three-piece suit
noun