Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

Het Lesboek 3: Nederlands naar B2 > Hoofdstuk 12 > Flashcards

Hoofdstuk 12 Flashcards

1
Q

’s avonds

A

in the evening, at night

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de parkeerplaats

A

the parking space

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de veiling

A

the auction

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de sponsorloop

A

the charity run, sponsorship run

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geld ophalen

A

to raise/collect money

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

uit de doeken doen

A

to explain/disclose something

Marieke doet uit de doeken dat ze op het bruggetje heeft gestaan.
(Marieke explains that she stood on the little bridge.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het gekke is…

A

the funny thing is…

Het gekke is dat ik toch een heel warm gevoel had.
(The funny thing is that I still had a very warm feeling.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

toehappen

A

to snap, jump at
to take the bait

Als hij nu niet toehapte, hoe ga je het dan aanpakken?
(If he doesn’t take the bait now, how will you handle it?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geleidelijk

A

gradually, slowly but surely

geleidelijk aan
(little by little, by degrees, gradually, as one goes along, slowly but surely)

Misschien gaat het geleidelijk gebeuren.
(Maybe it will happen gradually.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

in de tussentijd

A

in the meantime, meanwhile

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

toe maar!

A

my goodness, good Lord!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de fout

A

the mistake

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

het begrip

A

the understanding
the concept, idea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tot in de vroege uurtjes

A

until the early hours, well into the night

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

feesten

A

to party, celebrate

tot in de kleine uurtjes doorfeesten
(party (on) until the early hours)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de boel

A

the things, matters

Hij wilde de boel een beetje inleiden.
(He wanted to introduce things a bit.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

inleiden

A

to lead in
to introduce

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

iets er uitflappen

A

to blurt something out, say what comes to mind

Xing flapt er meteen er uit…
(Xing immediately blurted out…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

de blijdschap

A

the joy, gladness

Er wordt met blijdschap gereageerd!
(They react with happiness!)

met blijdschap iemand helpen
(be glad to help someone)

haar hart klopte van blijdschap
(her heart pounded/jumped with joy)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

eeuwig

A

eternal, endless, lifelong

eeuwige vriendschap
(undying/lifelong friendship)

het eeuwige leven
((the) eternal life, (the) life everlasting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

raken

A

to get, become
to hit, affect, touch

Martin is aan de vrouw geraakt!
(Martin has gotten a wife!)

aan de praat raken
(get talking/chatting)

hij kon geen bal raken
(he never hit the ball)

dat heeft me diep geraakt
(that really upset me, I was really touched by that)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

de verzuiling

A

the pillarisation of society

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

indelen

A

to divide, to group

de deelnemers in groepjes indelen
(divide the participants into groups)

een gemeente bij een andere provincie indelen
(incorporate a municipality into another province)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

de zuil

A

the pillar (literal or figurative)
the sociopolitical group/division

de zuilen in ons samensleving
(the segments/sociopolitical groups/divisions/pillars in our society)

een Ionische zuil
(an Ionic column)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
de godsdienst
the religion de christelijke godsdienst (the Christian religion, Christianity)
26
de levensovertuiging
the philosophy of life, life principles, convictions about life Een ieder heeft recht op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. (Everyone has the right of freedom of religion and philosophy of life.)
27
de basis
the base, foundation
28
de basis leggen voor iets
to lay the foundation for something
29
het kiesrecht
the right to vote, suffrage actief kiesrecht (suffrage, franchise, right to vote) passief kiesrecht (eligibility (for election))
30
invoeren
to introduce, establish to import een wet invoeren (introduce a law) je wachtwoord invoeren (enter your password) iets vrij mogen invoeren (to import something duty-free)
31
sindsdien
since then sindsdien werkt hij niet meer (he hasn't worked since (then))
32
voortkomen uit
to stem, follow, arise, originate from voortkomen uit een bepaald milieu (come from a certain social class) Nieuwe ideeën kunnen voortkomen uit een ongunstige uitgangspositie. (New ideas can arise from an unfavourable point of departure.)
33
de instantie
the (administrative) body/authority/agency the instance de officiële instanties (the government agencies/official bodies) openbare instanties (public bodies/authorities/agencies) in laatste instantie (in the last resort, in the final analysis)
34
hevig
intense, strong, violent een hevige wind (a strong wind, a gale) hevige uitvallen (violent outbursts) heviger maken (intensify)
35
taboe
taboo iets taboe verklaren (to forbid/prohibit something)
36
de duivel
the devel
37
het hokje
the box, compartment
38
het hokjesdenken
the narrowmindedness, parochialism
39
handhaven
to maintain, stand by, keep up de orde handhaven (to maintain order) We willen de wet allemaal handhaven. (We all want to uphold the law.)
40
protestant
Protestant
41
socialistisch
socialist
42
liberaal
liberal
43
christelijk
Christian
44
normen en waarden
norms and values, standards
45
de gelijkheid
the equailty
46
de bijbel
the Bible
47
daaropvolgend
next, following
48
de wereldoorlog
the world war
49
iets op z'n kop zetten
to turn upside down Deze ziekte kan iemands leven totaal op zijn kop zetten. (This disease can turn a person's life upside-down.)
50
de democratie
the democracy
51
de vijand
the enemy
52
de kloof
the division, gap the canyon er gaapt een diepe kloof tussen theorie en praktijk (there is a big gap between theory and practice)
53
terugkeren
to return, come back naar huis terugkeren (return/go back home)
54
de gelovige
the believer
55
de kerk
the church
56
er is sprake van...
it's a matter/question of... there is (some) talk/rumour of, rumour/report has it that
57
de ontzuiling
the depillarisation
58
destijds
at that time
59
het massamedium
the mass medium
60
de rol
the role
61
een rol spelen
to play a part/role in
62
zich losmaken van
to break free from something/someone Gebruikers moeten zich losmaken van het systeem. (Users have to disconnect from the system.) We moeten ons losmaken van het oude debat. (We must break out of the tired debate.)
63
meer en meer
more and more, increasingly
64
de spiritualiteit
the spirituality
65
de levensvraag
the question of life and death the vital question
66
van alle tijd
of all time
67
om je heen kijken
to look around you Als je me niet gelooft, moet je maar om je heen kijken. (If you don't believe me, just take a look around you.)
68
het spoor
the track the trace the rails
69
verloren
lost een verloren boek (a lost/missing book) verloren geld (wasted money)
70
de afkorting
the abbreviation
71
plaatsen
to place
72
iets (niet) kunnen plaatsen
to (not) be able to place something
73
de pers
the press
74
de journalist
the journalist
75
de verslaggever
the reporter
76
het dagblad
the daily newspaper
77
het artikel
the article
78
de redactie
the editing/editorial staff
79
de redacteur
the editor
80
de lezer
the reader
81
een nieuwsgierig aagje
a nosy parker (a very curious person)
82
de klus
the job, order
83
de uitgever
the publisher
84
het achtuurjournaal
the 8 o'clock news
85
de uitzending
the broadcast, program
86
het bestel
the existing order, establishment het maatschappelijk bestel (the social order)
87
artistiek
artistic
88
de literatuur
the literature
89
de poëzie
the poetry
90
het proza
the prose
91
de fictie
the fiction
92
de non-fictie
the non-fiction
93
de karikatuur
the caricature
94
komisch
comical, funny
95
de spot driven met
to poke fun at something/someone Ik zal de spot drijven met z'n haar... (I'll make fun of his hair...)
96
de stijl
the style
97
de satire
the satire
98
de ironie
the irony
99
ironisch
ironic
100
het sarcasme
the sarcasm
101
sarcastisch
sarcastic
102
sceptisch
sceptical
103
iemand het hemd van het lijf vragen
to want to know the ins and outs from someone, pester someone with questions Ze vragen hem het hemd van het lijf. (They ask him a gazillion questions.)
104
er als de kippen bij zijn
to be/get there in a flash/like lightning Ze zijn er als de kippen bij. (They don't waste any time.)
105
iets aan de kaak stellen
to expose/denounce something We moeten de criminelen aan de kaak stellen. (We need to expose the criminals.)
106
er is niets nieuws onder de zon
there's nothing new under the sun
107
het loopt op rolletjes
is going smoothly/like clockwork ## Footnote De samenwerking met Crocs loopt op rolletjes. (Our collaboration with Crocs runs like clockwork.)

Het Lesboek 3: Nederlands naar B2 (7 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions