Hoofdstuk 13 Flashcards
Seksuele oriëntatie
Iemands erotische en emotionele oriëntatie tot leden van zijn eigen geslacht of leden van het andere geslacht
Heteronormativity
Overtuiging dat heteroseksualiteit de norm is
Homofobie
Sterke irrationele angst voor homoseksuelen
Heteroseksime
Vooroordeel en minachtig tegenover LGB personen
Sexual fluidity
Veranderingen over tijd in seksuele aantrekking, identiteit of gedrag. Je hoeft je niet je hele leven aangetrokken te voelen tot één geslacht
Verschillen tussen homoseksuele/heteroseksuele ouders?
Er is geen verschil tussen kinderen. Kinderen hebben ten minste een liefhebbende, steunende ouder nodig en ouders die goed met elkaar omgaan
Kinsey over seksuele oriëntatie
Gelooft dat het niet hetero of homo is maar langs een schaal loopt.
Sin View
Voor de 20e eeuw, homoseksualiteit werd net als andere mentale stoornissen gezien als een zonde of ketterij
Medisch model
In de 20e eeuw, homoseksualiteit en mentale verstoring worden gezien als ziekte/ aandoening. Stond tot 1973 in de DSM
Minority stress model
Stigma, vooroordeel en discriminatie creëert een stressvolle sociale omgeving die mentale gezondheidsproblemen veroorzaken
Conversion therapie
Behandeling gemaakt om homoseksualiteit te genezen en ze in heteroseksuelen te veranderen. (Elektrische schokken, castratie en hersenoperaties)
Polymorphously perverse
Freud vond dit, mensen kunnen plezier beleven aan bijna alles. Iedereen is inherent biseksueel.
Genetische factoren seksuele geaardheid
Er is een genetische bijdrage aan seksuele oriëntatie, meerdere genen kunnen bijdragen.
Deprivation homosexuality
Homoseksuele activiteit die in bepaalde situaties voorkomt, zoals gevangenissen.
Mostlyly heterosexuals
Mensen die niet exclusief heteroseksueel zijn, maar ook niet helemaal biseksueel. (Levert bewijs voor voor schaal van Kinsey)