Hoofdstuk 12 Flashcards

1
Q

Gender binary

A

Classificatie van mensen in een of twee categorieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Genderrollen

A

Set van normen, of door cultuur gedefinieerde verwachtingen. Hoe mensen van een bepaald geslacht zich behoren te gedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stereotype

A

Een generalisatie van een groep mensen die zich onderscheiden van andere groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Intersectionaliteit

A

Je kijkt naar meer dan alleen het lid zijn van een groep. Je bekijkt de consequenties van een gelijktijdig groeplidmaatschap aan verschillende groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gender role socialisatie

A

De manieren waarop de maatschappij aan het individu haar normen of verwachtingen voor zijn of haar geslacht overbrengt.

Mensen worden beïnvloed door wat ze zien, en gaan zich hiernaar gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dubbele standaard

A

Hetzelfde seksuele gedrag wordt anders geëvalueerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verschillen in mannelijke en vrouwelijke seksualiteit

A

Mannelijk –> lichaamsgericht
Vrouwelijk –> persoonsgericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Transgender

A

Brede term, voor iemand wiens zenderidentiteit (hoe iemand zich voelt) niet overeenkomt met hun biologische gender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Transseksueel

A

Persoon die gelooft dat hij of zij is geboren met het lichaam van een ander geslacht. Vaak voor personen die operaties zijn ondergaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cisgender

A

Iedereen die niet transgender is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Genderdysforie

A

Psychologische stress over mismatch tussen genderidentiteit en biologische gender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Transfobie

A

Sterke irrationele angst voor transmensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Misgendering

A

Gebruiken van verkeerde persoonlijke voornaamwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sociale transitie

A

Persoonlijk voornaamwoorden gebruiken en kleden naar ander gender maar geen operatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gynephilic

A

Aantrekking tot vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Androphilic

A

Aantrekking tot mannen

17
Q

Stadia operatie transpersonen

A
  1. Counseling
  2. Hormoontherapie
  3. Real life experience
  4. Operatie
18
Q

Orchiectomy

A

Verwijdering testikels

19
Q

Vaginoplasty

A

Constructie van vagina

20
Q

Penectomy

A

Verwijdering penis

21
Q

Bilaterale mastectomie

A

Verwijdering van borstweefsel

22
Q

Hysterectomie/ Oophorectomie

A

Verwijdering baarmoeder, eileiders en eierstokken

23
Q

Metoidioplastie

A

Constructie van op mannen lijkende genitaliën
- Falloplastie (constructie penis)
- Scrotoplastie (constructie scrotum)
- Urethorplastie (aanleg uretha kanaal)

24
Q

Vaginectomie

A

Verwijdering vagina