Hoofdstuk 12 karakterisering en klassificering eukaryoten Flashcards

1
Q

Geef verschillende Eukaryote MO

A

-Protozoa
-Fungi
-Algae
-Waterzwammen
-Parasitaire wormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoekomt Eukaryoot DNA meestal voor?

A

Onder de vorm van lineaire chromosomen, ingeplakt in de celkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe reproduceren Eukaryoten?

A

-Verschillende wijzen van aseksuele reproductie
-Seksueel (door vorming van gameten, fusie van gameten worden een zygot)
-Algen, fungi en sommige protozoa zowel aseksueel als seksueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de verschillende wijze van aseksuele reproductie?N

A

-Binaire deling
-Knopvorming (budding)
-Fragmentatie
-Aseksuele sporen
-Schizogonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de 2 types van deling bij de reproductie van eukaryoten?

A

-Kerndeling
-Cytoplasmadeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een kern bevat 1 of 2 kopijen van het genoom, hoe worden deze genoemd?

A

1 kopij: Haploïd (meeste fungi, vele algen, sommige protozoa)
2 kopijen: Diploïd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de twee types van Kerndeling?

A

Mitose
Meiose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Mitose?

A

Cel verdeelt het gerepliceerde DNA gelijkmatig over 2 cellen
behoud van ploïde van de ouderlijke kern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 4 stadia van de Mitose?

A

-Profase
-Metafase
-Anafase
-Telofase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is Meiose?

A

Kerndeling die chromatiden verdeeld over 4 kernen
Diploïde kernen vormen haploïde dochterkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke stadia zijn er bij Meiose?

A

De Meiose 1 en Meiose 2 beide met een
-Profase
-Metafase
-Anafase
-Telofase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef een andere naam voor Cytoplasmadeling

A

Cytokinese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer gebeurt Cytokinese?

A

Meestal gelijktijdig met de telofase van de mitose (sommige algen en fungi gebeurt het niet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In wat resulteert Cytokinese?

A

Coenocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is Schizogonie en wat houdt het in?

A

Speciaal type aseksuele reproductie
-meerdere mitosen vormen een multinucleaire kern = schizont, pas daarna vindt cytokinese plaats waarbij uninucleaire dochtercellen ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe werden en worden eukaryote geclassificeert?

A

Vroeger: Groepeerde organismen op basis van structurele gelijkenissen
Nu: Gebaseerd op gelijkenissen in nucleotidesequenties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe worden Protozoa gedefinieerd ?

A

-Eukaryoot
-Unicellulair
-Ontbreken van een celwand
-Motiel door cilia, flagella en/of pseudopoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Geef voorbeelden van protozoa

A

Paramecium
Euglena
Trypanosoma
Giardia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe komen Protozoa voor?

A

-Vereisen vochtige omgevingen
-Meeste leven in vijvers, stromen, meren, oceanen (vormen plankton)
-Anderen leven in vochtige bodems
-Zeer weinig pathogenen gekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de Morfologie van Protozoa?

A

-Grote morfologische diversiteit
-Sommige hebben 2 kernen (macronucleus, micronucleus)
-Sommige bezitten Contractiele vacuolen (water uit cellen pompen)
-Verschillende levensstadia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de verschillende levenstadia van Protozoa?

A

-Trofozoïd: motiel voedend stadium
-Cyst: Weerstandig dormant stadium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe voeden Protozoa zich?

A

-Meeste zijn Chemoheterotroof (verkrijgen nutriënten door fagocytose van bacteriën, ontbindend organisch materiaal, andere protozoa, weefsels van de gastheer
-Subgroepen, Dinoflagellaten en Euglenoïden zijn Fotoautotroof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe gebeurt de reproductie van Protozoa?

A

-Meestal aseksueel (binaire celdeling of schizogonie
-Zelden seksueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Geef de 6 groepen van Protozoa

A

-Parabasala
-Diplomonadida
-Euglenozoa
-Alveolaten
-Rhizaria
-Amoebozoa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Geef eigenschappen van Fungi

A

-Chemoheterotroof
-Doen niet aan fotosynthese
-Bezitten celwanden opgebouwd uit chitine
-Nauwer verwand met dieren dan met planten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is Mycologie?

A

Studie van Fungi

27
Q

Wat is het belang van Fungi?

A

-Afbreken van dode organismen en hergebruiken nutriënten
-Helpen planten water en opgeloste mineralen te absorberen
-Voedselbron
-Produceren antibiotica en andere medicatie
-30% veroorzaakt ziekten
-Verantwoordelijk voor voedselbederf

28
Q

Wat zijn de 2 basisvormen van Fungi?

A

-Schimmels (opgebouwd uit lange filamenten (hyfen))
-Gisten (klein, globulair, ééncellig)

29
Q

Welke verschillende Hyfen zijn er?

A

-Gesepteerde hyfen: bevatten septa (onderverdeling)
-Coënocytische hyfen: bevatten geen septa
-Vegatieve hyfen: dienen voor het bekomen van voedingstoffe
-Aeriale hyfen: maken deel uit van de reproductie

30
Q

Wat is nog een andere vorm van Fungi?

A

Dimorf: nemen zowel gistachtige als schimmelachtige vormen aan (afhankelijk van omgevingscondities)

31
Q

Hoe voeden Fungi zich?

A

-Saprofytisch: afbraak van dode organismen
-Parasitair: door te groeien op levende organismen
-Symbiotisch: leven in associatie met andere organismen waarin het voor beide partners voordelig is

32
Q

De meeste fungi zijn aeroob, wat betekent dit?

A

alleen in een zuurstofrijk milieu kan gedijen

33
Q

Vele gisten zijn facultatief anaeroob, wat betekent dit?

A

eencellige die zowel mét als zonder zuurstof kan leven

34
Q

Wat is Haustoria?

A

Laten sommige fungi toe om nutriënten te bekomen uit levende organismen

35
Q

Hoe reproduceren gisten?

A

Door knopvorming (budding)
aseksueel

36
Q

Wat is knopvorming (budding)?

A

Ontstaat een uitstulping aan de moedercel.
Vervolgens deelt de celkern in de moedercel zich
een van deze cellen verplaatst zich naar de uitstulping
Hierna snoert de uitstulping zich af, waardoor een nieuwe gistcel zich afsplitst van de moedercel

37
Q

Hoe werkt de reproductie van schimmels?

A

Alle schimmels kunnen zich aseksueel voortplanten (belangrijk voor identificatie)
meeste kunnen zich ook seksueel voortplanten

38
Q

Hoe kunnen schimmels zich aseksueel reproduceren?

A

Door vorming van aseksuele sporen (geproduceerd door mitose en celdeling)

39
Q

Wat zijn 3 veel voorkomende manieren van sporenvorming?

A

-Sporangiosporen: zakvormige structuur
-Conidiosporen (conidia): aan de uiteinden of zijkanten van hyfen
-Chlamydosporen: dikke celwand binnenin hyfen

40
Q

Zijn er bij fungi mannetjes en vrouwtjes?

A

Nee, bij fungi wordt + en - paringstypes gebruikt

41
Q

Wat zijn de 4 stappen van seksuele sporenvorming (fungi)?

A

1: vormen dikaryons tijdens seksuele reproductie
2: na bepaalde tijd zal een paar nucleï binnen een dikaryon versmelten een diploïde nucleus vormen
3: Meïose van de diploïde nucleus herstelt het haploïde stadium
4: Haploïde nucleï worden verdeeld in + en - sporen, welke aanleiding geven tot + en - fungi door mitose en celdeling

42
Q

Wat is een Dikaryon?

A

cel die 2 nucleï bevat

43
Q

Seksuele sporenvorming is belangrijk voor de classificatie van Fungi, welke zijn er?

A

-Zygomycota (vormen zygosporen)
-Ascomycota (vormen ascosporen)
-Basidiomycota (vormen basidiosporen)
-Deuteromyceten (geen seksuele sporenvorming)

44
Q

Wat zijn eigenschappen van Zygomycota?

A

-Meeste zijn saprofieten
-Coenocytische hyfen
-Reproduceren aseksueel

45
Q

Wat zijn eigenschappen van Ascomycota?

A

-Aseksuele voortplanting: condiosporen
-Seksuele voortplanting: ascosporen
-Gesepteerde hyfen
-Sommige infecteren planten en mensen
-Velen zijn nuttig (Penicillium, Saccharomyces)

46
Q

Wat zijn eigenschappen van Basidiomycota?

A

-Gesepteerde hyfen
-Aseksuele voortplanting: conidiosporen
-Seksuele voortplanting: basidiosporen
Relatie met mensen:
Sommige zijn eetbaar
Vele produceren toxines en hallucinogene substanties
Sommige veroorzaken schade en gewassen

47
Q

Geef eigenschappen van Deuteromyceten

A

-Heterogene verzameling van fungi waarvan de seksuele reproductie niet gekend is
-Meeste behoren tot de Ascomycota
-Worden niet langer beschouwd als een taxon

48
Q

Geef eigenschappen van Lichenen of korstmossen

A

-Mutualistische symbiotische associatie van een wier/alg en een schimmel
-14000 species in diverse habitats
-Dikwijls de eerste levensvorm op bodem of rotsen
-Wieren/algen produceren en secreteren suikers, de schimmels zorgen voor de houvast en bescherming

49
Q

Wat zijn de drie basisvormen van lichenen of korstmossen?

A

-Crutose: korstvormig
-Foliose: bladvormig
-Fruticose: struikvormig

50
Q

Hoe noemt het lichaam van lichenen?

A

Thallus

51
Q

Uit wat bestaat het Thallus van lichenen?

A

-Medulla: hyfen die groeien rond de cellen van de algen
-Rhizines: hyfen onderaan het lichaam die zorgen voor de houvast
-Cortex: beschermende laag bovenop de algen

52
Q

Wat is het economisch belang van Lichenen?

A

-Kleurstof
-Antimicrobieel middel in China
-Litmus-papier is een extract van verschillende soorten lichenen
-Belangrijke voedingsbron van herbivoren in de toendra

53
Q

Geef eigenschappen van Algen

A

-Eenvoudige, eukaryote fotoautotrofen
-Ontbreken van een wortel, stam en bladeren zoals bij planten
-Grote verschillen in distributie, morfologie, reproductie en biochemische kenmerken tussen soorten

54
Q

Hoe komen Algen voor?

A

-Meeste leven in waterige milieus
-Leven in fotische zone (waar genoeg zonlicht doordringt)

55
Q

Geef eigenschappen van de morfologie van Algen

A

-Eéncellig
-Multicellulair
-Geen structuren die de echte planten typeren
-Bezitten chlorofyl en andere fotosynthetiserende pigmenten

56
Q

Hoe werkt de Reproductie van Unicellulaire algen?

A

Aseksueel: mitose gevolg door cytokinese
Seksueel: Algencellen fuseren en vormen een zygote die vervolgens meïose ondergaat om terug te keren naar het haploïde stadium

57
Q

Hoe werkt reproductie van Multicellulaire algen?

A

Aseksueel: fragmentatie of aseksuele sporenvorming
Seksueel: vorming van gameten

58
Q

Op wat is de classificatie van Algen gebaseerd?

A

-Verschillen in fotosynthetiserende pigmenten
-Opslagproducten
-Samenstelling celwand

59
Q

Welke verschillende groepen van Algen zijn er?

A

-Chlorophyta (groenwieren)
-Rhodophyta (Roodwieren)
-Phaeophyta (Bruinwieren)
-Chrysophyta (goudwieren, geel-groene wieren en diatomeeën)

60
Q

Geef eigenschappen van Chlorophyta (groenwieren)

A

Delen veel kenmerken met planten:
-chlorofyl a en b
-opslag zetmeel als reservepolysacharide
-celwand met cellulose
-18s RNA sequentie

Voorlopers van planten op aarde

61
Q

Geef eigenschappen van Rhodophyta (roodwieren)

A

-Bezitten naast chlorofyl het rode pigment phycoerythine
-Gebruiken glycogeen als reservepolysacharide
-Celwand bevat agar of carrageenan (gebruikt als indikkingsmiddel)
-Meeste zijn mariene algen

62
Q

Geef eigenschappen van Phaeophyta (bruinwieren)

A

-Motiele gameten bezitten 2 flagellen
-Produceren chlorofyl a en c, caroteen en xanthofielen
-Meeste zijn mariene algen
-Gebruiken laminarin en oliën als voedselreserve
-Celwand opgebouwd uit cellulose en alginine zuur

63
Q

Geef voorbeelden van Chrysophyta

A

Diatomeeën of kiezelwieren