Hoofdstuk 12 Flashcards
Wat is het verschil tussen een geleed en een ongeleed woord?
Worden die een geleed zijn kan je opsplitsen, er is een interne geleding. Zoals ‘eetbaar’.
Eet kan je niet opsplitsen, dit is een ongeleed woord. Er is geen interne geleding.
Woorden kunnen meervoudig geleed zijn: als ze uit meer dan twee delen bestaan.
Wat zijn morfemen?
De kleinste identificeerbare betekenisgdragende eenheden.
Wat is derivatie?
Wanneer er een lexicaal element verbonden wordt men een niet lexicaal element en dit een nieuw woord vormt, zoals; leerling, eetbaar, etc
Hier liggen beperkingen op van lexicale aard, iets kan bv niet ‘fantasielozig’ zijn
Wat is een samenstelling?
Twee lexicale elementen of inhoudswoorden samengevoegd
Wat is de functie van flexie?
Om woorden in te passen in de grammaticale structuur van een zin. Verschillende vormen worden gemaakt op basis van de stam.
Wat is een paradigma?
Het rijtje van vormen dat een woord kan aannemen
Wat is het verschil tussen contextuele flexie en inherentie flexie?
Contextuele flexie: de vorm is afhankelijk van de context, zoals bijvoorbeeld in:
“elly voetbalt op straat, elly en stan voetballen op straat”
Inherentie flexie: wanneer het minder om de context gaat, maar om wat de spreker wil zeggen. Dus “het meisje speelt op straat” en “de meisjeS spelen op straat”
Wanneer niet lexicale elementen zich aan de stam van een woord hechten, noemen we dat affixen (affigering).
Welke affixen bestaan er allemaal?
suffixen: achter het woord; zenuwachtig-HEID
prefixen: vooraan het woord; GE-zeur
infix: in de stam van het woord; komt in NL NIET VOOR
circumfixen: affixen die zowel aan het eind als begin toe worden gevoegd, als het ware omheen; GE-kook-T
Wat is reduplicatie?
Het verdubbelen van een woord of stam. In het Nederlands komt dit zelden voor. Kan ook enkel in gedeeltes bestaan.
Wat is conversie?
Als een werkwoord en een nomen dezelfde vorm hebben. Zoals bijvoorbeeld in ‘ik feest’ en ‘het feest was leuk’. Dus zonder morfologische markering!
Wat is suppletie?
Aanvullende vormen worden ingezet om tot een volledig paradigma te komen. Zoals in ‘ben, is, was, geweest’ > er is niet één vaste stam maar de vormen vullen elkaar aan.
Wat zijn belangrijke verschillen tussen derivatie en flexie?
Flexie is productiever > want verandering binnenin
Bij flexie is de betekenis duidelijk, bij derivatie is er meer kans op betekenisverschuiving.
Flexie-elementen staan vanaf de stam gerekend buiten de elementen van woordenschatuitbreiding?
Wanneer een taal overwegend uit ongelede delen bestaat, is de taal …
morfologisch niet complex, of isolerend
Wat is agglutinerend?
Als aan elkaar geplakte delen niet met elkaar versmolten zijn, maar letterlijk losse stukjes aan elkaar geplakt zijn tot één woord.
Wanneer is een woord fuserend?
Als de delen waaruit een woord is opgebouwd juist wel erg met elkaar versmelten.