Hoofdstuk 12 Flashcards

1
Q

Eigen waarneming van de rechter op het onderzoek ter terechtzitting

A

Alles wat de rechter persoonlijk op de terechtzitting waarneemt (artikel 340 Sv). Advocaat en officier van justitie moeten hun standpunt kunnen innemen over hetgeen de rechter op de zitting waarneemt, foto’s, plattegronden, signalement van de dader. Onderzoek op de terechtzitting vindt plaats in de zittingszaal van een gerechtsgebouw. Maar kan ook op de plaats delict plaatsvinden. Dit noemen we een gerechtelijke schouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verklaring van de verdachte

A

Opgave van feiten en omstandigheden die de verdachte op het onderzoek ter terechtzitting doet. De rechter kan de verdachte op de zitting ondervragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zwijgt

A

Zwijgrecht: verdachte verklaart niets en is niet verplicht om iets te verklaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bekent

A

Bekennen niet voldoende voor bewezenverklaring: min nog 1 wettig bewijsmiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ontkent

A

Deel van ontkennende verklaring kan deels gewoon gebruikt worden. Kennelijk leugenachtige ontkennende verklaring: kan gewoon gebruikt worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verklaring van een getuige

A

Mededeling van feiten en omstandigheden die de getuige zelf heeft waargenomen of ondervonden en die hij op het onderzoek ter terechtzitting doet. (Artikel 342 Sv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Getuige à charge

A

Een getuige die door de aanklager is opgeroepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Getuige à decharge

A

Getuigen die zijn opgeroepen door de verdachte of zijn raadsman.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eed/belofte

A

Getuigen moet eed/belofte afleggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Meineed

A

Na het afleggen van eed/belofte toch liegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschoningsrecht

A

Getuige hoeft geen antwoord te geven op vragen die op het onderzoek ter terechtzitting worden gesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De-auditu verklaring

A

Verklaring van horen zeggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Unus testis nullius testis

A

De rechter mag het bewijs niet uitsluitend aannemen op de verklaring van 1 getuige, er is dan ondersteunend bewijs nodig om tot een bewezenverklaring te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bijzonder soort getuigen

A

Kroongetuige en anonieme getuige.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verklaring van een deskundige

A

Moet naar eer en geweten verklaren en wordt beëdigd. Denk aan medewerkers van het NFI, DNA-deskundige en handschriftanalyse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bewijsbeslissing

A

De beslissing van de rechter om al dan niet tot een bewezenverklaring te komen. De rechter is vrij in de weging van de verschillende wettige bewijsmiddelen.

17
Q

Onschuldpresumptie

A

Iemand is onschuldig totdat het tegendeel bewezen is.

18
Q

Motivatie bewezenverklaring

A

Rechter moet motiveren welke bewijsmiddelen aan de bewezenverklaring ten grondslag liggen. Motiveren waarom hij sommige bewijsmiddelen wel en andere niet heeft gebruikt, hoeft niet.