Hoofdstuk 10

Question 1

Wat is het halo-effect?

Answer 1

Wanneer je één kenmerk van iemand geweldig vindt waardoor je automatisch denkt dat alles aan die persoon geweldig is

Question 2

Wat was de eerste vorm van communicatie?

Answer 2

Roddelen

Question 3

Wat zijn de 5 vragen om communicatieproblemen op te sporen?

Answer 3

1. Wie?
2. Zegt wat?
3. Hoe? -> met welk medium
4. Tegen wie?
5. Met welk effect?

Question 4

Wat is het verschil tussen het betrekkingsniveau en het inhoudsniveau?

Answer 4

Het betrekkingsniveau gaat over de communicatie tussen twee personen (vooral non-verbaal)
Het inhoudsniveau gaat over feiten en opvattingen (vooral verbaal)

Question 5

Wat is een inconsistentie tussen verbale en non-verbale boodschappen?

Answer 5

Wanneer iemand verbaal een blije boodschap uitzendt maar de non-verbale boodschap negatief is. De non-verbale boodschap is makkelijker te vertrouwen aangezien dat moeilijker te controleren is.

Question 6

Wat is een consistentie en vaagheid bij verbale communicatie?

Answer 6

• Semi-Kwantitatieve termen zoals; soms of vaak

- Paradoxale boodschappen; tegenstrijdigheid binnen de boodschap -> wees eens spontaan

Question 7

Wat is een communicatieprobleem binnen cultuurverschillen?

Answer 7

Wederzijds gebrek aan kennis over andermans cultuur kan tot communicatieproblemen leiden.

Question 8

Wat is het verschil tussen een grofmazige cultuur (G-cultuur) en een fijnmazige cultuur (F-cultuur)?

Answer 8

Een G-cultuur wordt ook wel de ik-cultuur genoemd en staat bekend om zijn individualisme (het inhoudsniveau is belangrijker).
Een F-cultuur wordt ook wel gezien als de wij-cultuur (het betrekkingsniveau is belangrijker).