Hoofdstuk 1 - Fracturen Flashcards

1
Q

Wat is een groenhoutfractuur?

A

Hierbij hangen beide fragmenten nog samen via het dikke en elastische periost bij kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke beenderen worden vaakst het slachtoffer van stressfracturen?

A

De femurhals, de tibia en tweede metatarsaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de classificatie van Gustilo?

A

Die geeft de grootte van het huiddefect weer bij open fracturen:
- Graad 1: huidwonde < 1cm
- Graad 2: huidwonde 1-10cm
- Graad 3: huidwonde > 10cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bespreek de 1e fase van fysiologische botheling.

A

Dit is de fase van inflammatie, die zich voordoet van dag 0 tot 7
- Vorming hematoom: belangrijke rol in het op gang brengen van genezingsproces
- Cytokines: vasodilatatie, hyperemie en migratie van polymorfonucleaire cellen
- Pluripotente stamcellen: vormen initiële granulatieweefsel rijk aan proteoglycanen en collageen type 1, 2 en 3
- Bot- en periostnecrose aan de randen van de fractuur, opgeruimd door osteoclasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bespreek de 2e fase van fysiologische botheling.

A

Dit is de fase van de zachte callus, tussen de 2e en 4e week
- Pijn en zwelling nemen geleidelijk aan af
- Granulatieweefsel wordt omgezet in kraakbeen → stabieler MAAR asdeviatie nog steeds mogelijk
- Progenitorcellen in endosteum en periosteum differentiëren tot osteoblasten
- Kraag van cellen wordt gevormd op uiteinde elk fragment en groeien naar elkaar toe (gestimuleerd door lichte beweging)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bespreek de 3e fase van de fysiologische botheling.

A

Dit is de fase van de harde callus, tijdens 2e en 3e maand
- Kraakbeenmatrix wordt progressief gecalcificeerd en omgezet in bot (perifeer → centraal)
- Histologisch niet te onderscheiden van een osteosarcoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bespreek de 4e fase van de fysiologische botheling.

A

Dit is de fase van de remodellering, na de 3e maand
- Fractuur is solide dankzij ‘woven bone’ dat wordt vervangen door botlamellen
- Bot neemt zijn originele morfologie terug aan met inbegrip van medullair kanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van gipsimmobilisatie?

A
  • Voordelen: behoud van vascularisatie, afwezigheid van littekens en risico op infectie
  • Nadelen: lange immobilisatie gewrichten, soms ontoereikende controle van behoud van repositie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn indicaties voor tractie?

A

Tijdelijke immobilisatie in afwachting van chirurgie en behandeling van niet of weinig verplaatste acetabulumfracturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van chirurgische fixatie?

A
  • Voordelen: goede correctie stand, stevige fixatie, snelle mobilisatie mogelijk, kortere hospitalisatieduur
  • Nadelen: verstoring bloedvoorziening, mogelijke pseudartrose, postoperatieve infectie, littekenvorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bespreek intramedullaire mergnageling.

A

Hierbij wordt een holle metalen staaf gestoken op afstand van de fractuur waarbij fractuurfragmenten gealigneerd worden.
De voordelen zijn dat de belasting meer fysiologisch is, een verlaagd infectierisico en de bloedvoorziening wordt niet verstoord.
Het wordt vooral toegepast bij fracturen van lange beenderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bespreek fixatie met plaat en schroeven.

A

Dit laat anatomische reductie en fixatie toe, wat belangrijk is bij peri- en intra-articulaire fracturen en voorarmfracturen.
Er zijn enkele nadelen: het verhindert de normale callusvorming, er is tragere genezing, een verstoorde bloedvoorziening, het risico op infectie en de noodzaak om soms fixatiemateriaal te verwijderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bespreek externe fixatie.

A

Hierbij worden enkele pinnen op afstand van fractuur door de botfragmenten geplaatst en uitwendig met elkaar verbonden met klemmen en staven.
Het wordt vooral gebruikt als snelle fixatie bij polytrauma’s, bij open fracturen met belangrijke schade aan de wekedelen en bij een hoog risico op wondnecrose en infectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly