Hoofdstuck 6 Flashcards
1
Q
Gedonder, het
A
A bother
2
Q
Wezen, het
A
A being / a creature
3
Q
Huwelijk, het
A
A marriage
4
Q
Regelen
A
To arange
5
Q
Maatschap
A
Partnership/ society
6
Q
Bijvoorbeeld
A
For example
7
Q
Verbieden (verbood, verboden)
A
To forbid
8
Q
Gevraagd
A
Requested
9
Q
Ongevraagd
A
Unrequested
10
Q
Oordelen
A
Judgments
11
Q
Duidelijk
A
Clearly
12
Q
Mening
A
Opinion
13
Q
Verschijnsel
A
Phenomenon
14
Q
Min of meer
A
More or less
15
Q
Aanpassen (aan), zich
A
To adapt oneself to / to get used to